Vaccinatie BVD type 2 mogelijk
Hoewel het vaccin Bovilis BVD is gemaakt op basis van type 1, gaat het om een stam met een brede werking. „Bij kalveren is bewezen dat het ook tegen type 2 werkt. Binnen een type heb je nog weer vele varianten. Of het ook tegen deze specifieke variant werkt, weet je nooit zeker. Maar daar gaan we wel van uit”, laat dierenarts Henk Kuijk van fabrikant MSD weten.
Dierenarts Herman de Graaf van DAP Vaassen (Gld.), waar het met BVD besmette kalverbedrijf onder valt, vindt de vaccinatie zinvol. Veel veehouders in de omgeving van het besmette bedrijf laten hun dieren momenteel inenten.
Twee merken
Er zijn twee BVD vaccinaties op de markt: Bovilis BVD voor runderen vanaf 8 maanden en het combinatievaccin Rispoval 3 voor kalveren vanaf 12 weken. Bovilis is voor BVD in het algemeen geregistreerd. Rispoval echter alleen voor type 1.
„Toch blijkt in Duitsland dat ook die middelen wel tegen type 2 beschermen”, laat Herman de Graaf weten. „Het probleem bij vaccinatie op jonge leeftijd is dat het kan reageren met de antistoffen die een kalf van de moeder meekrijgt, waardoor de werking verstoort. Toch adviseren wij om ook die jongsten te vaccineren.”
Types
Het type BVD zegt weinig over de ernst van de ziekte, vertelt MSD-dierenarts Kuijk. „Binnen beide types heb je agressieve en minder agressieve stammen.” In Europa komt BVD type 1 het meeste voor, maar in de VS komt men beide types even vaak tegen.
De enige grote besmetting in Nederland met type 2, ontstond door het vervuilde vaccin van Bayer in de jaren ‘90. Toch kan daar nu geen enkel verband mee zijn, benadrukt Kuijk. „Dat ging toen om een hele andere stam. De huidige specifieke stam is voor het eerst in januari 2013 in Duitsland opgedoken, op bedrijven die niet waren gevaccineerd.”
Werking
Na het toedienen van de eerste BVD-vaccinatie duurt het 4 voordat deze werkzaam is. Het gaat om een dood vaccin dat twee keer toegediend moet worden, met een tussentijd van 3 weken. De eerste enting geeft al enige bescherming, pas een week na de tweede enting is de bescherming optimaal.
Tot die tijd is het vooral zaak op ‘biosecurity’ te letten, zoals het dragen van bedrijfskleding, werken met schone machines en het voorkomen van dier-dier contact.
Tekst: José Bongen