Column: Ambtelijke (staats)greep op het landelijk gebied
“Bewindslieden komen en gaan de ambtelijke macht blijft altijd bestaan.”
Bovenstaande is een uitspraak die wijlen Sicco Mansholt mij ooit meegaf toen ik hem als 23-jarige, nu 36 jaar geleden, met de auto naar de trein bracht na een NAJK-congres. Deze woorden hebben afgelopen zomer voor mij een diepere betekenis gekregen, toen ik een aantal zelf ingediende Wob-verzoeken (Wet openbaarheid van bestuur, red.) met een positief besluit terugkreeg.
Met name een Wob over de communicatie tussen ambtenaren van LNV en medewerkers van het Rathenau Instituut over het organiseren van bijeenkomsten die de verhoudingen en het begrip tussen het bedrijfsleven en LNV-ambtenaren zou moeten verbeteren was opvallend. En dan vooral de bijeenkomst welke werd georganiseerd om Geesje Rotgers, Jaap Hanekamp en mijzelf, als voorzitter van het Mesdagfonds, in het gareel te krijgen.
De communicatie vanuit LNV over de organisatie, de uiteindelijke bijeenkomst en het op te stellen rapport gaven een bijzonder inkijkje in de LNV-burelen. Het concept-rapport week sterk af van de eindversie en het aan het licht komen van het jarenlang bedrog dat Wur pleegde met zogenaamde zoekgeraakt ammoniakdata werd weggemoffeld.
Sinds die Wob heb ik nog een aantal Wob verzoeken ingediend bij LNV en bij diverse provincies. Hiervan zijn er nog een aantal onderweg en voor de beantwoording is er diverse keren uitstel van de termijnen gecommuniceerd.
Greenpeace
Half december heeft LNV positief besloten over een Wob-verzoek van Greenpeace, gedaan op 14 juni 2021 met vragen omtrent de communicatie over de totstandkoming van het rapport: ”Stikstofruimte voor de toekomst”.
Ruim 3.200 pagina’s behorende bij dit Wob verzoek zijn begin januari online gezet en het is een hele kluif om te lezen, te beoordelen en regelmatig andere rapporten die worden genoemd op te zoeken en te kijken wat daarin staat. Het rapport is onderdeel van een drieluik van ABD Topconsult. In dezelfde maand vorig jaar zijn van deze adviesgroep ook de rapporten “Kiezen en delen” en “Normeren en beprijzen van stikstofemissies” verschenen. Alle drie de rapporten hebben de dezelfde teneur: De natuur gaat kapot en de hoofdschuldige is de veehouderij en die moet krimpen.
Het is beetje een sport om in de Wob-stukken te proberen na te gaan wie nu eigenlijk wat zegt in de bijgevoegde mails waarvan de mailadressen deels of helemaal zwart zijn gelakt. Een deel van de schrijvers ken ik en aan de hand van de formuleringen kan ik redelijk goed inschatten wie de schrijver is.
ABD Topconsult
ABD Topconsult is een groepje hoge ambtenaren op de reservebank. Deze zijn soms vanwege een reorganisatie ergens tussen wal en schip geraakt soms omdat ze op de vorige plek niet helemaal top functioneerden of omdat ze bijvoorbeeld alleen worden ingezet als troubleshooter die doorgaans wat sneller rouleren.
ABD Topconsult doet zich voor als onafhankelijk adviseur/samensteller van rapporten maar dat is geenszins het geval. Sterker nog, het tegendeel is het geval. Ambtenaren van LNV en de voorzitter van ABD Topconsult schrijfgroep hebben veelvuldig contact over de gewenste inhoud en richting en de ambtenaren van LNV zijn sturend.
Opvallend is ook dat een nog niet gepubliceerd lopend onderzoek door Wur en Stichting Biosfeer als input is gebruikt. Dit onderzoek is ook niet later, na publicatie, aan de literatuurlijst toegevoegd maar het is hoogstwaarschijnlijk het onderzoek: “Stikstof en Natuurherstel” welke door de heren De Vries en Van den Burg in opdracht van Natuurmonumenten is gemaakt. In de literatuurverwijzing onderaan op pagina 44 staat dit nog lopende onderzoek onder een andere naam genoemd namelijk: “Stikstof en natuurverliesrisico”.
Dit rapport heb ik natuurlijk ook gelezen. Wat blijkt: ook hier zijn de niet door stikstofdepositie metingen gevalideerde modellen van het RIVM het uitgangspunt. Daaromtrent wordt een hele analyse opgezet van dunne eierschalen en gebroken vogelpootjes. Dat je dit binnen een jaar kan oplossen met normaal bekalken, iets wat vroeger ook gewoon in onze cultuurbossen werd gedaan, wordt maar even vergeten.
Het ABD Topconsult rapport
In het voorwoord van het rapport “Lange termijn verkenning Stikstofproblematiek” schrijft Harry Paul, de voorzitter van de ABD Topconsult schrijfgroep, dat de informatie van De Vries en Van den Burg onmisbaar was bij het formuleren van de doelen voor de lange en middellange termijn.
Arnold van den Burg is een activistische onderzoeker die Johan Vollenbroek van Mob ondersteunde bij een procedure over stikstof bij het Europese Hof. Bijzonder dat juist een rapport van zijn hand als onmisbaar wordt gezien door Harry Paul. Johan Vollenbroek zelf en Valentijn Wösten (advocaat van Mob en Volkert van der G.) komen ook voor met aanbevelingen voor de inhoud van het rapport.
Kalverhouderij geschoffeerd
Al lezende komen er meer dingen voorbij. Zoals een topambtenaar van Algemene Zaken die nu bij I&W werkt die uitermate denigrerend en schofferend over de kalverhouderij schrijft op een toon die bij een activist past. Volgens mij heb ik zijn twitterprofiel ook in beeld en daarin zie je groot enthousiasme voor Urgenda en andere vergelijkbare activistische clubs. Dat de kalverhouderij een hele belangrijk rol heeft in de hele melkveehouderijketen wordt niet door hem genoemd. Wel spreekt uit zijn bijdrage een aversie tegen veehouderij als geheel. Ik ben benieuwd of over deze schofferende opmerkingen ook vragen worden gesteld in de Tweede Kamer.
Reeks van concepten
Al heel in begin van de diverse concepten wordt de keuze gemaakt om de vermindering van de stikstofdepositie in Nederland op het bordje van de veehouderij te leggen. De andere sectoren gaan vanzelf wel omlaag vanwege het klimaatbeleid en de afbouw van het gebruik van fossiele brandstoffen is daarbij het idee. Dat er juist ook hele grote emitters zijn die niet zo veel Nox zullen verlagen blijft onbesproken.
Ook wordt in de mailwisseling over de onderzoeksopdracht met ABD Topconsult het stikstofdossier als aanleiding genoemd om andere vraagstukken zoals natuurontwikkeling en het klimaatvraagstuk (methaan) aan te pakken, maar nog sterker werd aangedrongen op herinrichting van het landelijkgebied. Dit is ook opgenomen. Op die herinrichting kom ik later terug.
Niet meten
In geen van de 3.200 pagina’s heb ik de term “depositie meten” kunnen vinden. Wel het registreren en berekenen van emissie en een paar keer het meten van emissie. Dat meten van stikstofdepositie, maar ook het onderzoeken van stikstof in de bodem niet voorkomen is natuurlijk verbazingwekkend.
Zeker als er ook in de mails en verschillende bijdragen grote zorg wordt uitgesproken over de schijnnauwkeurigheid en grote onzekerheden waar Aerius en het rekenmodel Ops mee kampen. Afwijkingen met factor twee locatie specifiek. De eerste de beste rechtszaak over onteigening met als basis een rekensom waar een onzekerheid in zit van factor 2 wordt vast vermakelijk.
De onzekerheden worden niet alleen door Staf (Stichting Agrifacts, red.) aangeven maar ook door een wetenschapper van de Universiteit Leiden en door het Rivm zelf. Toch dendert de ABD Topconsult-trein door om vooral de veehouderij als oplossingsbrenger voor het “stikstofvraagstuk” te slachtofferen.
Er wordt gestuurd in de teksten in welke gebieden de veehouderij dient te verdwijnen en waar nog enige ruimte is. Ook welke instrumenten daarvoor beschikbaar zijn zoals het mogelijk innemen van vergunningen worden genoemd door de landsadvocaat.
25 KM
Minister Schouten heeft vorig jaar besloten in navolging van de commissie Hordijk om de afstand van stikstofdepositie vanaf de bron gelijk te trekken. De afstand voor ammoniak vanuit de veehouderij ging tot meer dan 100 km en die van verkeer Nox tot 5 km. Dit lijkt voordelig voor de Landbouw echter die 100 km was omstreden en die 25 km waarop ammoniak tot depositie kan leiden kent ook geen wetenschappelijke onderbouwing door depositiemetingen. Het zou ook minder dan 5 km of 1 km kunnen zijn.
In de onderliggende stukken die ook hier weer aan de orde komen maar die ook via een andere Wob omtrent Schiphol al in beeld was, is er geen enkele wetenschappelijke onderbouwing voor die 25 km. Anders dan dat we kunnen bedenken dat bij de keuze voor 5 km of minder er ook minder veehouderijbedrijven in het rekenmodel tot depositie op stikstofgevoelige natuur zou leiden en dat is bij voorgenomen herinrichting van het platteland niet gewenst.
Stikstof bijzaak
Een opvallende mailwisseling is er met een medewerker van het PBL over de milieuschade van de diverse stikstofsoorten. De milieuschade van stikstof (Nh3 en Nox samen) aan de biodiversiteit is jaarlijks circa 1,1 miljard. Hiervan zou circa € 344 miljoen zijn toe te schrijven aan Nox dus verkeer en industrie. Blijft over voor veehouderij € 756 miljoen. Op deze getallen kom ik op het eind terug.
Na lezing van alle 3200 pagina en een kleine vijfhonderd pagina’s in vernoemde rapporten kun je maar tot één conclusie komen. Stikstof is bijzaak.
Het is een mooi argument om tot herinrichting van het landelijk gebied te komen. Het gaat om het vrij maken van grond voor natuur, infrastructuur en bebouwing. Toen ABD Topconsult haar rapport schreef was er circa 5 miljard euro bestemd voor het beleid. In het coalitieakkoord is 25 miljard voor het stikstofvraagstuk uitgetrokken.
Het overgrote deel van dit geld gaat naar de opkoop van veehouderijbedrijven, het afwaarderen van de grond en deze weer kunnen inzetten als “landschapsgronden” waarop extensieve vormen van landbouw mogelijk zijn in de omgeving van natuurgebieden. Dit moet gebeuren via een gebiedsgerichte aanpak, de zogenaamde GGA.
De boeren/boerinnen in die gebiedscommissies worden gebruikt als schaamlap voor het zogenaamde draagvlak van het bedrijfsleven. In alle drie de rapporten van ABD Topconsult staat te lezen dat de door Carola Schouten gewenste kringlooplandbouw en natuur inclusieve landbouw als een soort van buffer fungeren tussen natuurgebieden en de overige landbouw.
Herinrichting landelijk gebied
In alle drie de rapporten wordt gesproken over herinrichting van het landelijk gebied. Exact de woorden die stikstofminister Van der Wal gebruikte bij haar introductie. Op de website van LNV staat inmiddels het introductiedossier wat de ambtelijke staf heeft samengesteld voor de nieuwe bewindslieden Staghouwer en Van der Wal.
In dat introductiedossier staat ook een organogram van LNV. Op 1 januari stond in het organogram van LNV nog een DG Natuur, Visserij en Landelijk Gebied, DG NVLG Johan Osinga. In het nieuwe organogram, welke in het introductiedossier is te zien, heeft Osinga de functie “Kwartiermaker transitie landelijkgebied” gekregen.
LNV gaat 25 miljard euro spenderen om de berekende jaarlijkse milieuschade van € 756 miljoen te halveren in 2030 dat is dus een daling van die milieuschade van circa € 328 miljoen. De basis voor deze enorme uitgave van 25 miljard zijn rekenmodellen die niet door metingen zijn gevalideerd. Rekenmodellen waarvan het Rivm zelf, het Plan Bureau voor de Leefomgeving en de cie. Hordijk zeggen dat ze niet geschikt zijn voor plaats specifieke depositieberekeningen. Alsof je bij een verkeersovertreding een boete krijgt omdat je, waar je vijftig mag, mogelijk tussen de 30 en 60 hebt gereden. Nauwkeurig depositie meten doen ze niet.
Sterker nog in geen enkel stuk, en ik heb de afgelopen weken en maanden circa 5.000 pagina’s doorgenomen, is een woord over stikstofdepositie metingen en het typeren naar stikstofbron te lezen. 25 miljard gaan uitgeven maar niet eerst meten of de rekenmodellen en de bestaande stikstoftheorie ook in het echt zo uitwerkt, is op zijn zachts gezegd niet een echt heel zorgvuldig besluit.
De 25 miljard wordt geparkeerd in fondsen zodat de Tweede Kamer geen zicht meer heeft op de besteding en wordt beperkt in haar controlerende taak. Tussen de drie- en vierduizend veehouderijbedrijven krijgen een kruis over het bedrijf als zijnde “piekbelaster” door de provincie te verwerven om onderdeel te gaan vormen van de landschapsgronden waarop de natuur-inclusieve transitie zonder verdienmodel in de markt moet gaan plaatsvinden. En ter vermindering van de stikstofdruk.
In Rusland en voormalige Oostbloklanden hebben we van dergelijk staatsingrijpen een ruim vijftig jaar durende praktijkproef gezien; dat was niet echt een groot succes als het gaat om boereninkomen.
Advies aan veehouders
Mijn advies aan veehouders is. Zorg voor een goede rechtsbijstandverzekering en sluit je aan bij StikStofClaim. Naast StikStofClaim en de POV zie ik momenteel geen andere club die voldoende scherpte en doorgronding heeft op het stikstofdossier om de belangen te kunnen verdedigen.
Pasmelders, jullie zitten klem en ik zie niet hoe provincies en het rijk tot een snelle oplossing gaan komen binnen het huidige wettelijke bestel. Jullie worden sinds 29 mei 2019 aan het lijntje gehouden en dat gaat nog jaren duren. Gezien de ruimtelijke ambities welke door de ambtenaren zijn opgeschreven heeft de overheid voorlopig ook geen belang om met een oplossing te komen.
Belangenbehartigers, stap op de rem en ga niet verder tot dat er daadwerkelijk in ieder stikstofgevoelig natuurgebied stikstofdepositie metingen en herkomst typeringen zijn verricht.
Tweede Kamerleden maar vooral Eerste Kamerleden, jullie kunnen de ministers dwingen om voordat er 25 miljard over de balk gaat er daadwerkelijk stikstofdepositiemetingen gaan plaats vinden. De Rekenkamer heeft hierover vorige week een zeer kritisch commentaar gegeven en zegt eigenlijk “dit kan zo niet”.
We mogen hopen dat in een rechtstaat de ambtelijke (staats) greep naar de macht over boerengronden zonder deugdelijke wetenschappelijke onderbouwing gaat sneuvelen bij het Europese Hof. Voor veehouders wordt het een heel belangrijk jaar, erop of eronder voor velen.
Sterkte in deze moeilijke tijd.
Tekst: Jan Cees Vogelaar
Beeld: Agrio