‘Nog regelmatig te veel onverteerde maïs in de mest’
Vooral bij fijn gekneusde en niet te droge snijmaïs zou er nu een goede benutting van het zetmeel moeten zijn, stelt de voercoöperatie. Toch blijkt dat niet altijd het geval. „We zeven het goud dat eigenlijk in de tank moest zitten.”
ABZ Diervoeding noemt verschillende oorzaken waarom het zetmeel onvoldoende verteerd kan zijn. Een daarvan is de eiwitvoorziening. „Eiwit is essentieel om de afbraak van zetmeel in de pens en de vertering van zetmeel in de darm te verbeteren.” Veel graskuilen van dit jaar bevatten een laag aandeel eiwit, wat in de praktijk niet altijd gecompenseerd wordt met eiwit uit krachtvoer.
Eiwitvoorziening
Maar niet alleen eiwit, ook het toepassen van andere zetmeelbronnen speelt een rol. „Stem de voorziening van zetmeel uit andere bronnen af op de eigen kwaliteit snijmaïs. Denk aan maïsmeel, tarwe en gerst in uw krachtvoer. Of aardappelvezels en aardappelsnippers in het basisrantsoen”, aldus het voerbedrijf.
Andere zetmeelbronnen
De vertering en verteringsnelheid van zetmeel tussen de verschillende grondstoffen en bijproducten verschillen namelijk van elkaar. De totale hoeveelheid beschikbare zetmeel kan wel op norm gevoerd worden, maar dan nog kan er onbalans zijn in het aanbod van zetmeel in de koe. Zo biedt de ene bron meer zetmeel in de pens, terwijl een andere grondstof juist meer zetmeel levert die in de darm beschikbaar komt. Dit moet afgestemd zijn op de beschikbare zetmeel in snijmaïs. In de praktijk betekent het dat als de snijmaïs nog niet zo lang geconserveerd is, er vaak aanvulling nodig is van zetmeel in de pens. Later in het seizoen komt het zetmeel uit maïs beter beschikbaar in de pens.
Keuze ras op verteerbaarheid zetmeel
Naast de eiwit en zetmeelvoorziening noemt ABZ nog het toevoegen van specifieke enzymen om de zetmeelvertering te verbeteren. Voor volgend jaar kunnen veehouders letten op de zetmeelverteerbaarheid van het maïsras wat ze kiezen. „Dent-rassen (te zien aan korrels met een deukje, red) hebben zachter zetmeel en dus makkelijker verteerbaar voor de koe. Ook het moment van oogsten speelt een belangrijke rol op de verteerbaarheid. „Kies bij de rassenkeuze voor het komende jaar voor de juiste FAO (getal die de vroegrijpheid aangeeft) zodat bij het juiste droge stofgehalte geoogst kan worden.”
Rekensommetje
Om te controleren of veehouders op het juiste moment geoogst hebben, kunnen ze het aandeel droge stof en het zetmeel met elkaar vergelijken. „Een goede snijmaïs heeft minimaal 10 keer het droge stof percentage aan zetmeel. Dit jaar is dit gemiddeld mooi gelukt, maar er zijn veel verschillen ook in dezelfde regio. Vaak heeft dit dan te maken met het kolfaandeel en de al dan niet geslaagde afrijping.”