7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn na enkele aanpassingen definitief
Dit artikel is verschenen op alfa.nl
Nederland is verplicht om elke vier jaar een actieprogramma Nitraatrichtlijn in te dienen bij de Europese Commissie, waarin wordt aangegeven hoe het mestbeleid bijdraagt aan verbetering van de waterkwaliteit. De minister heeft bij de publicatie van het ontwerp 7e AP aangegeven open te staan voor aanpassingen. De consultatie, overleg met sectorpartijen en Kamermoties hebben geleid tot enkele belangrijke wijzigingen . Daarmee zouden de meeste maatregelen beter toepasbaar zijn in de praktijk, en minder economische gevolgen hebben.
Rotatie met rustgewassen
Eén van de aanpassingen betreft de verplichte rotatie met rustgewassen op zand- en lössgronden. Omdat de impact op klei- en veengronden gering is, worden deze gronden hiervan uitgezonderd, evenals de biologische akkerbouw en langjarige teelten, zoals de bomenteelt, aspergeteelt en sommige sierteelten. Vanaf 2023 geldt de verplichting dat eenmaal per vier jaar een rustgewas geteeld moet worden. Vanaf 2027 wordt de eis aangescherpt naar één keer in de drie jaar.
Rustgewassen zijn met name grassen en granen, zoals winter- en zomertarwe, gerst, triticale, teff, spelt en quinoa. Gewassen met vergelijkbare effecten voor water- en bodemkwaliteit vallen hier ook onder, zoals bijvoorbeeld luzerne, klaver, diepwortelende sorghum, tagetes en vezelgewassen.
Verplichte inzaai vanggewas
Een andere belangrijke verplichting is de inzaai van een vanggewas op uiterlijk 1 oktober, per 2023 op 100% (i.p.v. 60%) van het areaal. Ook dit gaat alleen gelden op zand- en lössgronden. Wintergewassen worden uitgezonderd: gras, wintergranen, wintergroenten, bloembollen die in najaar worden gepoot, suikerbieten en mogelijk zetmeelaardappelen. Een verplichte inzaaidatum voor vanggewassen na mais blijft.
Voor niet-mais gewassen en niet-winterteelten geldt dat inzaai van een vanggewas per 1 oktober gestimuleerd wordt. Bij later inzaai, zal de gebruiksnorm voor het volgende jaar gekort worden. Bij inzaai na 1 november, of geen inzaai, geldt de maximale korting. Het vanggewas dient tot minimaal 1 februari te blijven staan.
Grondgebonden melkvee- en zoogkoeienhouderij
De voorgenomen eisen voor een aandeel (permanent) grasland op graasdierbedrijven gaan alleen gelden voor bedrijven met melkvee of zoog- en weidekoeien. De koppeling tussen grondgebondenheid en (permanent) graslandareaal wordt nog nader uitgewerkt. Hiermee wordt deels invulling gegeven aan spoor 1 van het toekomstige mestbeleid en het uitgangspunt van 100% grondgebondenheid op melk- en rundveebedrijven. De huidige wet Verantwoorde en grondgebondengroei melkveehouderij komt dan te vervallen.
Ruimte voor maatwerk
In afstemming met de sector wordt in de komende periode een gewerkt aan een maatwerkaanpak. Boeren krijgen dan mogelijk de keuze om maatwerkmaatregelen toe te passen als alternatief voor de generieke maatregelen uit het 7e AP. In de tweede helft van 2022 neemt de minister hierover een besluit.
Ingangsdatum nieuwe regels
Het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn gaat per 1 januari 2022 in. Echter, de eerste wijzigingen in de regelgeving gelden pas vanaf 2023. In 2027 wordt een aantal maatregelen verder aangescherpt. Vragen? Je kunt altijd terecht bij één van de Alfa-adviseurs bij jou in de buurt!
Kijk op onze speciale pagina met alle actualiteiten op het gebied van het mestbeleid.
Tekst: Jeroen van den Hengel