Broedsucces grutto 65 procent in 2021

Met enkele honderden tellers is in 527 gebieden op een oppervlakte van 133.223 hectare het aantal grutto's geteld. Daarbij werden eind april ruim 11.500 gruttoparen geteld en eind mei ruim 8000 gruttoparen met (deels bijna vliegvlugge) kuikens. Daarmee werd het broedsucces vastgesteld op 65 procent, wat matig tot voldoende betekent.

Positief zijn met name de resultaten in de provincie Fryslan, waar dit jaar een ruime voldoende gehaald is met het broedsucces. Voor gebieden die een voldoende broedsucces scoren kan de gruttopopulatie op peil worden gehouden, mits dat langjarig aan de orde is. Gemiddeld over alle getelde gebieden was het broedsucces in ons land een stuk beter dan in 2020. Dat is de conclusie van LandschappenNL over het broedseizoen 2021.

Uitvoering tellingen

Om het broedsucces van de grutto te bepalen wordt eind april het aantal gruttoparen geteld en eind mei het aantal gruttogezinnen met (deels bijna vliegvlugge) kuikens. De verhouding tussen het aantal gruttoparen en het aantal gruttogezinnen geeft het Bruto Territoriaal Succes (BTS) aan. Het BTS-percentage is indicatief voor het broedsucces van de grutto. BTS-tellingen geven geen exact inzicht in het aantal vliegvlug geworden gruttokuikens, maar een globale indicatie van het broedsucces.

Landschappen NL heeft alleen de correct uitgevoerde tellingen meegenomen in haar conclusie.

Reactie op onderzoek Algemene Rekenkamer

Eerder deze maand publiceerde de Algemene Rekenkamer een onderzoeksrapport naar de effectiviteit van weidevogelbeleid. Hierin constateerde de Algemene Rekenkamer dat het weidevogelbeleid niet effectief is omdat er niet meer grutto's in Nederland zijn gekomen en het aantal zelfs is gedaald.

De conclusies van het rapport sluiten voor een deel aan bij de conclusie van LandschappenNL. De organisatie vindt de conclusie van het rapport echter te ver gaan. Ze onderschijven wel dat in het agrarisch natuurbeheer nog steeds voor het grootste deel ingezet wordt op nestbescherming en niet op verdergaande maatregelen als kruidenrijk grasland en de vernatting van percelen. Voor een effectieve weidevogelbescherming zal daar volgens Landschappen NL meer op ingezet moeten worden.

Wel zien ze in de tellingen die uitgevoerd worden en de communicatie hierover met de collectieven dat er steeds meer verdergaande maatregelen worden genomen. LandschappenNL hoopt en verwacht dat er de komende jaren een profesionaliseringsslag gemaakt zal worden in agrarisch natuurbeheer waardoor de grutto op termijn meer kans heeft om te overleven op landelijk gebied.