Op zoek naar gezondheid en geluk
De belangrijkste beeldhouwers uit de Nederlandse agrarische geschiedenis waren de leden van de Staatscommissie tot onderzoek van de landbouw. In een periode van 1886 tot 1891 kwamen zij met verschillende adviezen die tot in de 21e eeuw de agrarische sector hebben gevormd. Op basis van hun adviezen werd onder meer landbouwonderwijs gesubsidieerd, kwamen er proefstations en kwam er een vorm van landbouwkrediet. De commissie had een sterke visie voor de Nederlandse landbouw op basis van onderscheidend vermogen, innovatie en open grenzen.
Op dit moment is er eigenlijk geen duidelijke visie voor de landbouw in Nederland. De sector is druk met zichzelf en vooral bang om ergens iets te verliezen. Het is tekenend dat vertegenwoordigers van de sector vooral blij waren om wat er niet in het coalitieakkoord staat (geen halvering van de veestapel, geen onteigening). Ze hadden eigenlijk geen punten die er wel in hadden moeten staan. Als je zelf niet weet wat je wilt, dan krijg je ook nooit wat je wilt. De sector zit met een donut in de handen maar ziet alleen het gat.
De overheid is geen haar beter. Door veel te praten over kringlooplandbouw proberen politici te verhullen dat ze ouderwets sectoraal beleid voeren. Waar landen om ons heen de stap hebben gezet van landbouwbeleid naar voedselbeleid, zijn we als Nederland blijven steken in discussies over dieren, over mest en over planten. Daarom gaat een landbouwakkoord niets oplossen. De overheid zet een vage visie neer en visieloze sectorpartijen stribbelen mee in de uitwerking. Bij zowel de overheid als sectorpartijen ontbreekt het vervolgens aan uitvoeringskracht om iets te doen.
Nieuwe Staatscommissie nodig
Wat we nodig hebben is een nieuwe Staatscommissie die de adviezen uit het einde van de 19e eeuw eens goed afstoft. Eigenlijk is dit antieke beeld namelijk nog steeds ontzettend mooi. We moeten ons vooral blijven richten op onderscheidend vermogen, innovatie en open grenzen. We hebben alleen nieuwe wegen nodig om hieraan invulling te geven. Nieuwe instituten, nieuwe instrumenten en nieuwe ideeën. Die gaat een landbouwakkoord ons niet brengen. Gevestigde belangen zijn immers het grootste obstakel voor vernieuwing.
De nieuwe richting van de Nederlandse landbouw is al lang bekend. We leven in een verstedelijkte delta waar we veel functies op weinig grond combineren. We willen graag gezond voedsel eten en in een prettige omgeving leven. Deze vraag speelt niet alleen hier, maar over de hele wereld. Nergens ter wereld is zo’n sterk agrarisch cluster als hier in Nederland, dus we hebben een enorme kans om iets betekenen voor mensen hier en mensen elders. Voor welvaart maar vooral ook voor welzijn. We hebben alleen last van de wet van de remmende voorsprong.
Als je in een familiebedrijf de vorige generatie opvolgt, dan is er één les die je je moet inprenten: onderneem alsof je de eerste generatie bent. Niet op de winkel passen en niet enkel iets doen omdat je ouders het zo deden. Kijk wat je in je handen hebt en begin opnieuw. Zo geldt dat ook voor de Nederlandse agrarische sector. We hebben als Nederland goud in handen met onze boeren, onze ketenpartijen, ons onderwijs, ons onderzoek en (jawel) onze overheid. Het is tijd om op te staan en onze handen te laten wapperen.
Duidelijke keuzes
We zullen ons als sector veel duidelijker moeten richten op het produceren van gezondheid en geluk. Daar horen de nodige keuzes bij. Landbouwbeleid is passé. We gaan voortaan werken vanuit voedselbeleid en omgevingsbeleid. We starten niet meer bij de boer, maar we beginnen bij de burger en de consument. Een nieuwe aanpak is spannend maar noodzakelijk. We kunnen de toekomst met vertrouwen tegemoet treden, want één ding is duidelijk: als je op zoek gaat naar gezondheid en geluk, dan kom je uit bij de Nederlandse land- en tuinbouw.
Gelukkig biedt het coalitieakkoord alle ruimte voor een nieuwe aanpak. De sector moet de ruimte echter wel durven pakken en niet naar het gat in de donut blijven staren. De overheid zou er wijs aan doen om een nieuwe Staatscommissie in te stellen en stap voor stap haar adviezen te implementeren. De zoektocht naar gezondheid en geluk zijn daarbij leidend. We maken geen nieuw beeld van de landbouw, maar we gebruiken de landbouw om andere beelden te maken. We moeten de landbouw niet zien als een stuk steen maar gebruiken als een beitel.
Tekst: André Hoogendijk
André Hoogendijk is directeur van BO Akkerbouw. Hiervoor was hij werkzaam bij de KAVB. André is opgeleid als historicus en als landbouwkundige.
Beeld: BO Akkerbouw