LTO pakt verantwoording nieuwe Mestwet op

Staatssecretaris Dijksma zet met de brief de lijn van het vorige kabinet door en legt de verantwoordelijkheid voor het realiseren van de doelen van mestbeleid bij de sector.
Stevige opdracht
“We worden uitgedaagd om zo snel mogelijk met concrete plannen voor mestverwerking te komen. Dat is een stevige opdracht en die gaan we niet uit de weg. Maar de overheid zal óók op meerdere fronten actie moeten nemen, zoals de status van kunstmestvervangers en de nieuwe derogatie. Dan kan het bedrijfsleven alle energie stoppen in de oplossing van dit vraagstuk.”
Vrijblijvendheid voorbij
Uit meerdere passages van de brief blijkt, dat de tijd van vrijblijvendheid en praten voorbij is. Als de veehouderij en de daarmee verweven ketenpartijen het vraagstuk niet tijdig oplossen, dan zal de overheid ingrijpen. “Redden we het als veehouderij niet, dan zijn we ook niet van de dierrechten (bepalend voor het aantal dieren van een veehouder). Kortom, we zullen aan de bak moeten”, aldus Huijbers. “Het is niet alleen een knellend vraagstuk voor de veehouders. We zullen dat samen met alle partijen in de keten moeten doen. Voerleveranciers, slachterijen en zuivelverwerkers zijn met ons verantwoordelijk voor de oplossingen.”
Duurzaamheid doorzetten
De voorgestelde wijziging van de Meststoffenwet biedt ook kansen. Door mest te verwerken tot mest op maat, zouden de kosten voor mineralen voor de akkerbouw en tuinbouw lager kunnen worden, zal de uitstoot van broeikasgassen verminderen en kan bijvoorbeeld groen gas geproduceerd worden. “Dat zijn de kansen die we zeker benutten. Het gaat per saldo toch om een waardevolle grondstof, die voor veel meer toepassingen benut gaat worden”, zegt Huijbers.
Tekst: LTO Nederland