Regeneratieve landbouw kan economisch gezien uit
Aan het onderzoek deden 13 melkveehouders mee. Een deel van de boeren kwam uit West-Nederland in de buurt van het Groene Hart, en het andere deel kwam uit de noordelijke provincies Groningen, Friesland en Drenthe. Ook werkten de boeren met verschillende grondsoorten veen, zand en klein. De bedrijven werden geselecteerd voor het onderzoek omdat ze proberen aan regeneratieve landbouw te doen waarbij ze zo min mogelijk gebruik maken van input van buitenaf. Het grootste deel van de deelnemers (negen melkveehouders) is biologisch, maar er deden ook twee gangbare melkveehouders mee aan het onderzoek en ook twee biologisch-dynamische melkveehouders deden mee.
Beter saldo per 100 kilgram melk
Voor het onderzoek hebben de deelnemende melkveehouders hun volledige financiele boekhouding beschikbaar gesteld voor een analyse waarbij gekeken werd naar zaken als saldo, bedrijfseconomische bedrijfsresultaat, inkomen per onbetaalde arbeidsjaareenheid en de winst.
Bij het saldo op bedrijfsniveau behaalde de referentiegroep (een gemiddelde groep Nederlandse melkveehouders) een beter resultaat. Wanneer men echter ging kijken naar het saldo per 100 kilogram melk, presteerde de meeste boeren uit het onderzoek juist een beter resultaat. Wat betekent dat de boeren die werken met zo min mogelijk input per kilogram melk meer verdienen, ondanks dat ze over het hele bedrijf een iets lager resultaat behalen.
Hoger inkomen
In het onderzoek is ook specifiek gekeken naar het inkomen per onbetaalde arbeidsjaareenheid. Dit kengetal geeft aan wat een boer uiteindelijk onder aan de streep overhoudt van zijn melkveebedrijf. Dit is ook een kengetal waar Wageningen University en Researsch mee rekent, waardoor er een mooie vergelijking kon worden gemaakt tussen de onderzoeksgroep en de gemiddelde Nederlandse Melkveehouder. Maar liefst elf van de 13 bedrijven presteerde daarbij beter dan de gemiddelde Nederlandse melkveehouder en nog eens vier daarvan halen een hoger inkomen per onbetaalde arbeidsjaareenheid dan 80 procent van de Nederlandse melkveehouders.
Dit hogere inkomen wordt niet gerealiseerd doordat deze boeren meer subsidie krijgen dan gangbare melkveehouders. Er zijn zeker boeren in de groep die slim gebruik maken van natuurbeheerpakketten, maar ook zonder die pakketten presteerden ze net zo goed of beter dan de referentiegroep.
‘De kunst van het weglaten’
Een van de deelnemers van de onderzoeksgroep is melkveehouder Peter Oosterhof uit Foxwolde (DR). Hij gooide een paar jaar geleden het roer om en schakelde van een relatief intensief ganbaar melkveebedrijf om naar een natuurinclusief biologisch melkveebedrijf. „Ik merkte dat ik voor mijn gangbare melkveebedrijf alleen maar oplossingen aan het kopen was van de agroindustrie. Antibiotica voor zieke koeien, dipmiddel tegen infecties, bolussen voor rond het afkalven, kunstmest voor meer gras. Daar wilde ik vanaf. Ik ben ervan overtuigd je meer kunt verdienen door de kunst van het weglaten te beheersen. Dat gaat niet van de een op de andere dag. Je moet wel een koe gaan houden die ook zonder al die input kan, en hetzelfde geld voor grasland, maar ik pluk daar nu wel de vruchten van.” Met zijn nieuwe bedrijfsvoering behaalt Oosterhof een hoger inkomen per onbetaalde arbeidsjaareenheid dan 80 procent van de Nederlandse melkveehouders.
Positief over verdienvermogen
Deze studie lijkt dus een positief eerste beeld te geven van het verdienvermogen van regeneratieve melkveehouderij. Door de beperkte omvang van de steekproef is hiermee niet te concluderen dat het ook echt lonender is. Deze studie laat vooral zien dat er een economisch perspectief is voor natuurinclusieve bedrijven.
De initiatiefnemers van het onderzoek hebben een invulsheet opgesteld waarmee boeren zelf aan de slag kunnen met de methodiek uit het project. Die is te downloaden op de website van Wij.land. Op die pagina is ook een samenvatting te vinden van de resultaten met bijbehorende tabellen. In die samenvatting vertellen drie deelnemende boeren over hoe ze werken aan regeneratieve landbouw en welke financiele resultaten dit hen oplevert.
Partners
Dit project is uitgevoerd door De Natuurverdubbelaars, in samenwerking met Alan Accountants & Adviseurs en in opdracht van Stichting Wij.land, Living Lab Fryslân, RVO, Deltaplan Biodiversiteitsherstel en Vogelbescherming Nederland.