Eiwitgehalte snijmais gedaald

In de eerste 3.000 monsters van snijmaïskuilen komt de gemiddelde VEM-waarde uit op 994 (zie tabel). Dat is 13 punten hoger dan vorig jaar. Het zetmeelgehalte steeg met 8 gram naar 357 g/kg ds. Gemiddeld zijn de snijmaïskuilen daarmee een goed vertrekpunt voor een prima melkproductie.
Vroege oogst
Kanttekening bij deze eerste gemiddelde cijfers is dat het relatief veel vroeggehakselde snijmaïskuilen betreft. Kuilen die later zijn gemaakt en bemonsterd, kunnen het gemiddelde beïnvloeden. Opvallend in de snijmaïskuilen van dit jaar is het lage eiwitgehalte; ruw eiwit-totaal is dit jaar met 66 g/kg ds 10 gram lager dan vorig jaar. De NH3-fractie komt uit op 5,9. De daling van het eiwitgehalte is vooral een seizoenseffect.
Teruglopende bemesting
De graskuilen van dit jaar bevatten eveneens weinig eiwit. Deze lage eiwitgehaltes in zowel maïs- als graskuilen zijn hoofdzakelijk het gevolg van het relatief natte weer in het groeiseizoen in combinatie met teruglopende N-bemestingen. In het jaar 2007 resulteerde een vergelijkbaar weerpatroon in eveneens lage eiwitgehaltes in gras- en maïskuilen.
Tekst: BLGG AgroXpertus