Meer vers gras en toch een laag ureum
De deelnemers aan het project hielden de veranderingen in het ureum in de tankmelk nauwlettend in de gaten waardoor ze snel konden bijsturen met de hoeveelheid eiwit en energie in het rantsoen. Elke deelnemer mocht op eigen wijze het rantsoen bijsturen. Dit deden ze bijvoorbeeld door te beschikken over eiwitrijk en eiwitarm krachtvoer of te schuiven in het aandeel maïs en gras in het rantsoen.
Het is de groep in Oos-Nederland gelukt om het ureum in 2021 met één punt te verlagen van 20,2 naar 19,2. In West-Nederland daalde het ureum nog meer van 22,7 in 2020 naar 21,2 in 2021. Over het gehele jaar 2021 gekeken blijft het ureum voor beide groepen vanaf februari onder het niveau van 2020. Alleen in de september komt het ureum van 2021 wee op hetzelfde niveau van 2020 in de groep van Oost-Nederland.
Meer vers gras
Naast een laag ureum was het streven van de deelnemers om de koeien meer vers gras te laten opnemen. In de groep in het oosten is dit bij de meesten gelukt door onder andere een groter weideplatform toe te passen. Dat maakt een laag ureum een extra prestatie omdat vers gras lastiger te managen is. Er wordt geschat dat de melkkoeien zo'n tien tot twintig procent meer vers gras hebben opgenomen.
De groep in het westen had meer moeite met het verhogen van het aandeel vers gras. Hier werd door veel bedrijven al veel geweid en dat was juist dit jaar met de natte meimaand erg lastig. Daarnaast is er soms voor gekozen om in de zomer en het najaar wat minder te weiden om zo meer eiwit te kunnen inkuilen en de eiwitarme 1e snede naast weidegras te kunnen voeren.
Sturen op ureum
Uit deze eerste resultaten valt te concluderen dat het door actief te sturen en anticiperen op het ureum in de tankmelk mogelijk is om het ureum te verlagen. Dit geldt zowel voor de deelnemers met extensieve bedrijfven met veel weidegang als intensievere bedrijven die meer voedermiddelen aankopen.