Zó voorkom je met ‘natuurinclusief boeren’ stalaanpassingen in Brabant
De puntenlijst is door het Louis Bolk Instituut opgesteld en sluit aan bij de Brabantse Biodiversiteitsmonitor.
Biologisch niet noodzakelijk
Bij een score van minimaal 1000 punten legt de provincie Noord-Brabant geen verplichte stalaanpassingen die de stikstofuitstoot reduceren op per 1 januari 2024. De overlap met biologische bedrijfsvoering is groot, bijvoorbeeld lage veebezetting (<2 GVE per hectare) en ruime weidegang (>720 uur), maar niet noodzakelijk. Inclusief meer dan 80 procent blijvend grasland, meer dan 70 procent eiwit van eigen land en stoppen met glyfosaat is het mogelijk de minimale score van 1000 punten te behalen, zeker als ook agrarisch natuurbeheer onderdeel uitmaakt van de bedrijfsvoering. Ook zonder volledig biologisch te gaan boeren.
Brabant 15 procent biologisch
Wie bovendien ook geen kunstmest meer strooit, geen chemische gewasbeschermingsmiddelen meer gebruikt en een eiwitarm rantsoen met minder dan 15 procent ruw eiwit voert, is zeker van de vereiste minimale puntenscore. De maximale score is 2500 punten, inclusief meer dan 50 procent kruidenrijk grasland, groen-blauwe diensten en meer dan 25 procent agrarisch natuurbeheer.
Maar dan is er ook geen onderscheid meer met biologische bedrijfsvoering. Dat is niet vreemd, want de provincie Noord-Brabant streeft naar 15 procent biologische melkveebedrijven (en 500 bedrijven die natuurinclusief boeren). De uitzonderingsregeling op de verplichte stalaanpassingen per 1 januari 2024 moet melkveehouders stimuleren de stap naar natuurinclusief al dan niet biologisch te maken.