‘Nooit meer dan één aspect in voerrantsoen gelijktijdig wijzigen’
Het lukt Kurstjens redelijk goed om zoveel mogelijk voederbestanddelen van de eigen percelen te halen. Naast gras, maïs, luzerne en voederbieten teelt hij nu sinds dit jaar ook veldbonen. De zeven hectare luzerne heeft Kurstjens zo afgestemd, dat hij iedere dag één baal luzerne in de voermengwagen kan deponeren. Hij is erg te spreken over de luzerne. „Het is een eiwit- en structuurrijk bestanddeel in het rantsoen. Bijkomend voordeel is dat dit gewas goed bestand is tegen droogte. Hier op de droge zandgronden is dat zeker ook een belangrijk aspect.” Dit jaar heeft hij vier keer luzerne kunnen oogsten. „Per saldo levert dit mij minimaal 12 ton droge stof per hectare op. En dat zonder het zaaien van kunstmest. Bovendien telt het mee in de vergroeningseisen van het GLB.”
Voor het derde opeenvolgende jaar teelt hij ook voederbieten. Het nadeel van dit voor koeien smakelijke gewas vindt Kurstjens het selecteren. „De koeien halen de bietenstukjes er direct uit. Vreten ze te veel bieten, dan zie ik dat terug in dunne mest. Echter in combinatie met de maïs in het rantsoen valt dit wel mee.”
Door de bieten nog beter te mengen, probeert hij het selecteren tegen te gaan. Verder heeft hij dit jaar een kuil gemaakt van diverse lagen. Op de bodem sojahullen, met daar overheen gesnipperde voederbieten en vervolgens een pak snijmaïs. Op deze wijze denkt Kurstjens het voer dat uiteindelijk voor het voerhek komt nog beter te kunnen sturen.
Experimenteren
Kurstjens durft best te experimenteren op zijn bedrijf. Zo is hij dit jaar gestart met de teelt van vijf hectare veldbonen. Verder heeft hij één hectare maïs gecombineerd met stokbonen. „Het experimenteren komt enerzijds door het ruime bouwplan. Anderzijds ben ik steeds op zoek naar mogelijkheden gericht op kostprijsverlaging of het verbeteren van de gehaltes. Rode draad in mijn bedrijfsvisie is niet het streven naar een steeds hogere melkproductie, maar gezonde koeien die lang meegaan.”
Over de teelt van veldbonen heeft Kurstjens langer nagedacht. Begin dit jaar ging de kogel uiteindelijk door de kerk en liet hij zijn loonwerker medio maart vijf hectare veldbonen inzaaien. Wegens gebrek aan specifieke teeltkennis schakelde hij tijdens het groeiseizoen zowel de gewasbeschermingsspecialist van zijn loonwerker in als een teeltbegeleider van zaadleverancier LG. Inmiddels weet hij dat vooral schimmelziekten, met name chocoladevlekken en roest, een belangrijke bedreiging vormen voor veldbonen. Qua insecten is het van belang om bladrandkevers, bonenkevers en luizen onder controle te houden.
Door de regelmatige regenval afgelopen zomer heeft hij de veldbonen slecht één keer hoeven te beregenen. „Het gevaar is dat als de veldbonen signalen van een vochttekort vertonen je eigenlijk al te laat bent met beregenen.” Medio augustus oogstte zijn loonwerker met de combine de veldbonen. Vervolgens zijn de bonen met een hamermolen geplet en in een witte slurfsilo opgeslagen.
Lees verder in de Special: Voeding, die afgelopen weekend samen met de krant Stal & Akker op de mat viel. Nog geen abonnee? Vraag dan hier een abonnement of gratis proefnummer aan.