7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn kan mestmarkt ernstig verstoren
Dat zijn de belangrijkste bevindingen van WEcR. Wageningse onderzoekers hebben de verschillende economische factoren die van invloed zijn op de inkomensvorming als gevolg van het ontwerp 7e Actieprogramma Nitraat op een rij gezet, in opdracht van demissionair LNV minister Carola Schouten.
Teeltvrije zones
Het invoeren van bredere teeltvrije zones leidt tot een afname van het beschikbare gewasareaal en de daarmee samenhangende mestplaatsingsruimte. Hierdoor zal de druk op de mestmarkt toenemen, wat met name voor de varkenshouderij kan leiden tot hogere mestafzetkosten. Voor akkerbouwers verwachten de onderzoekers een tegengesteld effect, namelijk hogere opbrengsten voor het aanbieden van mestplaatsing. Melkveehouders verliezen met invoeren van teeltvrije zones een deel van hun areaal, waardoor zij meer grond moeten verwerven om te kunnen blijven voldoen aan de verplichtingen horende bij een verantwoorde en grondgebonden groei van de sector. Wat dit voor individuele bedrijven betekent, is afhankelijk van de aanwezigheid van waterlopen op het bedrijf. En de bevoegdheid van waterbeheerders om, indien lokale omstandigheden het toestaan, de teeltvrije zones te versmallen.
Derogatie
Lopende het opstellen van het 7e Actieprogramma werkt minister Schouten in Europa aan het verlengen van derogatie voor 2022. Het wegvallen van derogatie betekent dat op alle landbouwgrond in Nederland een stikstofgebruiksnorm van 170 kilo per hectare geldt. Met derogatie ligt de stikstofgebruiksnorm voor zand- en lössgronden in Limburg, Noord-Brabant, Overijssel, Gelderland en Utrecht op 230 kilo per hectare en voor de rest van Nederland op 250 kilo per hectare. WEcR verwacht toenemende druk op de mestmarkt bij een stikstofgebruiksnorm van 170 kilo per hectare op alle landbouwgronden. Bedrijven, die nu nog deelnemen aan derogatie zullen hun bemesting aan moeten passen, om te voorzien in de stikstofbehoefte van de gewassen. Met de huidige normen, zal dat leiden tot een forse toename van het gebruik van kunstmest. Tegelijkertijd moet een aantal melkveehouders opzoek naar kanalen om de mest die overblijft af te zetten. Omdat de nationale plaatsingsruimte voor stikstof uit dierlijke mest onveranderd blijft, heeft dit direct invloed op de mestmarkt. Veel akkerbouwers hebben, vanwege het organisch stofgehalte, een voorkeur voor rundveemest. Dit bemoeilijkt de afzet van varkensmest naar de akkerbouw.
Mestbewerking
WEcR verwacht een toename van de mestexport naar verder gelegen afzetmarkten. Om het volume te beperken en het transport betaalbaar te houden is het bewerken van mest, alvorens het te exporteren, noodzakelijk. Mest verwerking en het omzetten van dierlijke mest in kunstmestvervangers gaat een grotere rol spelen. De Europese Commissie komt waarschijnlijk binnenkort met een regelgeving die het mogelijk maakt bewerkte dierlijke mest in te zetten als kunstmestvervanger. WEcR gaat ervan dat op dat moment de belangstelling voor mestverwerking zal toenemen. De momenteel beschikbare verwerkingscapaciteit is echter niet toereikend om het volledige mestoverschot te verwerken.
Regelingen
In haar brief verwijst Schouten ook naar lopende en aankomende regelingen om veehouderijen op te kopen. Een exacte inschatting van de effecten van de verschillende regelingen op de mestmarkt zijn moeilijk te voorspellen. Wel verwacht Schouten dat de gezamenlijke regelingen op lange termijn de druk op de mestmarkt zal doen afnemen.
Milieu-effecten
Derogatie is niet alleen van invloed op de mestmarkt, maar heeft ook een positief effect op de waterkwaliteit, het klimaat en de agrobiodiversiteit. Daar staat tegenover dat een hogere dierlijke mestgift leidt tot een hogere ammoniakemissie. WEcR verwacht dat bij het wegvallen van de derogatie een deel van het grasland wordt omgezet in bouwland. En dat heeft een negatief effect op de waterkwaliteit, het klimaat en de agrobiodiversiteit. Schouten sprak op 15 september met de Europese Commissie over het behoud van derogatie. Tijdens dit gesprek is het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn aangemerkt als de basis voor het verlenging van de derogatie.
Overleg
In een toelichtende Tweede Kamer brief erkent Schouten dat de maatregelen een stevige economische impact hebben. Maar de grote opgave om de kwaliteit van grondwater en oppervlaktewater te verbeteren zal onmiskenbaar economische gevolgen hebben, schrijft ze. Tegelijkertijd is Schouten er veel aan gelegen om de economische gevolgen niet groter te laten zijn dan noodzakelijk om de doelen te bereiken. Schouten zegt er open voor te staan om aanpassingen in het ontwerp 7e Actieprogramma Nitraat aan te brengen. Zoals toegezegd aan de Tweede Kamer is de demissionaire minister in overleg met primaire sectorpartijen en ketenpartijen om te verkennen of alternatieven met minder economische gevolgen maar met gelijkblijvend of groter effect op de waterkwaliteit en passend binnen randvoorwaarden mogelijk zijn.
Tekst: Hermien van der Aa
Woont en werkt op een melkveebedrijf in Hernen met als neventakken educatie en zorglandbouw. Sinds 2020 parttime redacteur melkvee bij Agrio, waar ze hoofdzakelijk schrijft voor de website melkvee.nl, het vakblad Melkvee en de regiobladen
Tekst: Erik Colenbrander
Ervaren freelance vakjournalist (52), opgeleid als ingenieur melkveehouderij en van jongs af aan gefascineerd door de boerenwereld en in het bijzonder de melkveehouderij en het weer. Met veel plezier richt ik me de laatste jaren ook op de akkerbouw, in het kader van een 'leven lang leren'.
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Tweede Kamer