Koe zoekt schaap met vijf poten

Veel melk vraagt om de juiste maïs in het rantsoen

Oogstflexibele maïsrassen met hoge verteerbaarheid en voederwaarde, een uitkomst of must?

Stay young rassen hebben een specifiek afrijpingspatroon waardoor er een iets langere tijd is waarin u kunt oogsten. Powercell rassen van Syngenta — Stay young rassen hebben een specifiek afrijpingspatroon waardoor er een iets langere tijd is waarin u kunt oogsten Beeld: Jacquelijne van den Berg

Met de toenemende melkgift bij melkvee groeien ook de eisen voor de ruwvoederkwaliteit. De eerste vereiste voor hoge prestaties bij herkauwers is een goede energievoorziening. Daarbij staat ruwvoer ruwvoeder met een hoge en gebalanceerde energie-inhoud centraal. Soms is het prettig als je wat flexibiliteit hebt in het oogsten van je maïs, liefst ook nog een ras dat droogtetolerant is, zoveel hebben de zomers van 2018, 2019 en 2020 ons wel geleerd. Maar dan natuurlijk wel zonder kwaliteitsverlies en passend in elk rantsoen én met een goede bewaring. Een heel gepuzzel. Het schaap met de vijf poten?

Je hoort wel over “stay young”- maïsrassen, kunnen deze rassen een oplossing bieden?

We spreken over “stay young” als er sprake is van een specifiek afrijpingspatroon. De kolf bereikt immers al vroeg een hoog drogestofgehalte. En door de plantgezondheid en droogtetolerantie van deze rassen blijft het drogestofgehalte van de stengels en bladeren langer stabiel. Deze gaan dus niet plots versneld afrijpen. Ook de verteerbaarheid gaat minder achteruit dan bij rassen met een ander afrijpingspatroon. Dit alles noemen we "stay young". Gevolg: oogstflexibiliteit. Het gewas kan over een iets langere periode worden geoogst zonder dat de voederkwaliteit sterk achteruit gaat. En het is ook positief voor het inkuilen inkuilproces (goed kunnen aanrijden) en de bewaring (minder kans op broei).

Gaat dit dan niet ten koste van de voederwaarde?

Door strenge genetische selectie heeft Syngenta een groeiend aantal stay young-rassen geselecteerd. Deze rassen onderscheiden zich van andere rassen door hun zeer hoge drogestof- en VEM-opbrengsten met volop aandacht voor kwaliteit als VEM en zetmeel. Dit zijn onze zogenaamde Powercell™ rassen. Inmiddels is er een ruim gamma van deze rassen beschikbaar variërend van FAO 180 tot en met FAO 240). Powercell-rassen zijn smakelijk doordat de plant dus langer gezond blijft en dat is mooi meegenomen. En uw koeien zijn er nog eens dol op ook!

De zeer hoge voederwaarde is vooral het resultaat van een opmerkelijk goede celwandverteerbaarheid waardoor veel extra energie vrijkomt. Deze rassen zorgen gemiddeld voor een 5 % hogere drogestofopbrengst en een 20 tot 40 VEM /kg drogestof extra ten opzichte van andere rassen. De vroege kolfrijpheid zorgt voor een betere zetmeelkwaliteit.

Hierdoor heeft u dus meer melk per hectare én per kg drogestof.

Powercell™-hybriden combineren belangrijke eigenschappen voor een winstgevende ruwvoer/melkproductie:

Hoogste energieproducties per hectare, meer winst op het veld
Gezondere, stevigere “stay young” planten voor meer zekerheid en oogstflexibiliteit
De beste voederwaarde, extra celwandverteerbaarheid, hogere voeropname en meer melk uit ruwvoer.
Gebalanceerde energie uit kolf én plant; gezondere dieren en een hogere levensproductie.

Kortom: een beter saldo per hectare én per koe.

Voor het komend maïsseizoen verwachten we opname van een groot aantal nieuwe Powercell™-rassen op de Nederlandse Aanbevelende Rassenlijst: SY Hummer, SY Benco, SY Dakini, SY Nomad, SY Silverbull, SY Feronia en SY Brenton. Deze rassen zijn minstens drie jaar onderzocht.