Hoe voorkomt u gezondheids- en productieproblemen bij kalveropfok?
De actieve immuniteit (eigen afweer) van kalveren die biest hebben opgenomen begint pas op een leeftijd van 4 tot 7 weken
In de periode rondom de droogstand en het afkalven krijgt de koe met veel stressmomenten te maken, waaronder wisseling van groep en rantsoen. Wanneer een koe tijdens de laatste fase van de dracht te maken krijgt met stress, kan dit gevolgen hebben voor de ontwikkeling van het kalf. De laatste fase van de dracht is een erg belangrijke fase voor de ontwikkeling en groei van het kalf. Deze fase wordt gekenmerkt door verbeterde spiergroei en vetafzetting, welke bijdragen aan een snelle gewichtstoename van de foetus en dus het kalf.
Waarom zijn antistoffen in de biestmelk zo belangrijk?
Kalveren hebben antistoffen (IgG) nodig om zich te kunnen beschermen. Een kalf kan in de eerste levensweken zelf nauwelijks antistoffen aanmaken en is in deze periode volledig afhankelijk van de afweerstoffen die onder andere in de biestmelk zitten (WUR, 2017). De kwaliteit van de biest is voor een kalf cruciaal om in de eerste weken het natuurlijke afweermechanisme te versterken. Krijgt een kalf niet de juiste hoeveelheid en kwaliteit biest, dan heeft dat grote invloed op de weerstand en dus ook op de kans voor het ontstaan van problemen. “Het opnemen van de antistoffen door het kalf wordt passieve immuniteit genoemd. De actieve immuniteit (eigen afweer) van kalveren die biest hebben opgenomen begint pas op een leeftijd van 4 tot 7 weken”, aldus Vetvice (2006).
Hoe krijgt u de beste kwaliteit biest?
Voor het opbouwen van afweerstoffen is de kwaliteit van de biest, de temperatuur van de melk en de omgeving van het kalf van belang. “Het voeren uit schone emmers of flessen is één van de randvoorwaarden”, aldus AHV Technisch Specialist Edith Galama.
“De meest voorkomende oorzaak van een bacteriële verontreiniging is dat de materialen niet schoon zijn. Na winning vindt nog meer groei van het aantal bacteriën plaats naarmate de biest langer blijft staan.” Als er veel bacteriën in de biest zitten, kunnen kalveren hieruit minder antistoffen in het bloed opnemen. Dit komt doordat de Ig’s zich aan de bacteriën binden, aldus van der Gaast (Boerderij, 2016).
“Het is belangrijk dat het kalf melk krijgt van een gezonde koe en dat de melk tijdens het voeren de juiste temperatuur heeft: 41 graden Celsius. Normaal gesproken gaat de melk tijdens het drinken rechtstreeks naar de lebmaag van het kalf. Is de temperatuur van de melk niet goed, dan werkt de slokdarmreflex van het kalf ook niet goed, wat ervoor zorgt dat de melk in de pens van het dier terecht komt in plaats van in de lebmaag. Dit verstoort de vertering van de melk en tevens kan het dan gaan rotten (gasvorming). Deze kalveren worden ook wel ‘pensdrinkers’ of ‘kleischijters’ genoemd”, aldus Edith Galama.
Gevolgen van een slechte kalveropfok op de ontwikkeling als melkkoe?
De eerste weken van een kalf zijn van grote invloed op de groei en vatbaarheid voor problemen. Een minder goede opstart als kalf zorgt ervoor dat het dier later als melkkoe een lagere melkproductie zal realiseren en tevens vatbaarder zal zijn voor gezondheidsproblemen. Dierenarts Dick de Lange van DAP Horst benoemd in een artikel van Melkveebedrijf (2014) wat de daadwerkelijke schade is bij problemen rondom het opstarten van de kalveren. Hij geeft aan dat volgens zijn berekening de schade pér probleem in de eerste lactatie 500 kilogram melk is.
Problemen welke ontstaan zijn bij het kalf kunnen later flinke gezondheids- en economische gevolgen geven voor de melkkoe. Stel: uw kalf heeft in de eerste 30 dagen te maken gehad met een probleem, dan kan het dier later als vaars in haar eerste lactatie 500kg melk minder geven dan ze in potentie zou geven. Met een gemiddelde melkprijs van bijvoorbeeld €0,35 per liter, loopt u per opgefokte vaars €175,- aan inkomsten mis en dan hebben we het nog geen eens over de extra kosten die het met zich meebrengt. Bij een koppel van 100 koeien en een vervangingspercentage van 25% kan dit oplopen tot een melkproductieschade* van meer dan €4.000,-
Kalveren ondersteunen in de opstart
AHV Benelux is gericht op het ondersteunen van melkveehouders op het gebied van diergezondheid. Met innovatieve Quorom Sensing oplossingen draagt AHV bij aan de gezondheid, bedrijfsresultaten en arbeidsplezier van een melkveehouder.
AHV Technisch Specialist Edith Galama: “De Calf Start van AHV bevat onder andere afweerstoffen van geënte koeien. Door de Calf Start aan de (biest)melk toe te voegen, zorg je ervoor dat er een extra hoog antilichamen titer in de melk terecht komt. De Calf Start zorgt voor een betere groei en spijsvertering, waardoor het kalf beter door een immuniteitsdip of stressmoment komt.”
Melkveehouders die AHV-oplossingen inzetten voor kalveropstart
Melkveebedrijf Vermeeren zet de oplossingen van AHV in voor de kalveropstart. “Wij zetten de oplossingen van AHV voornamelijk in voor het optimaliseren van de kalvergezondheid. Sinds wij de AHV Calf Start en AHV Respi gebruiken, merken wij dat de gezondheid van de darmen en longen bij de kalfjes is verbeterd. Er zijn simpelweg minder darmproblemen en de kalveren starten beter op. De oplossingen van AHV zijn tevens erg prettig in gebruik en vaak is één keer toedienen al voldoende.”
Melkveehouders Peter en Jolanda Bos uit Nieuwkoop zetten de oplossingen van AHV ook in voor de kalveropstart. “Vanaf dag nul en gedurende de eerste weken zetten we AHV producten in voor onze kalfjes en dat werkt heel goed: de resultaten zijn erg naar onze zin. Met de AHV Calf Start kunnen we gemakkelijk én gericht sturen. De betrokkenheid van onze AHV Specialist en de ondersteuning vanuit de dierenarts van AHV vinden we erg fijn. Daar leren wij met z’n allen van, en zó kom je verder!”
Wilt u, net als bovenstaande melkveehouders, gemakkelijk en gericht op kalvergezondheid kunnen sturen? Neem dan contact op met de AHV Specialist in uw regio voor advies op maat