WUR oogst ultravroege snijmaïs in Friesland
Dergelijke ultravroege rassen kenmerken zich door een snelle ontwikkeling, een vroege bloei en een snelle afrijping. Het gewas blijft gemiddeld wel wat korter dan latere maïs. „Het zijn volwaardige maïsplanten. De planten zijn wat kleiner, maar er zit relatief wel veel kolf op. Daardoor heb je per hectare circa 20 procent minder opbrengst, maar wel een hoog zetmeelgehalte en idem voederwaarde”, schat Groten in. „Wij noemen het ook wel 'kort-seizoen-krachtvoer-maïs'."
“Maar de kolven zijn wel gewoon rijp. De maïs had een gemiddeld drogestofgehalte van 32 procent en het zetmeelgehalte is ook goed.” Van alle elf rassen, die in 3 herhalingen met elkaar vergeleken worden, zijn monsters opgestuurd naar het Eurofins-lab in Wageningen, voor bepaling van de voederwaarde en de kwaliteit.
20 en 18 weken
Bij de ultra-vroege mais worden zowel rassen ontwikkeld die met 20 weken oogstrijp zijn, als 18-weken-maïs. Groten: „De 20-weken-rassen zaai je doorgaans rond 1 mei en dan kun je ze half september oogsten, vroeg genoeg om er nog een vanggewas achteraan te zaaien.” Hiermee voldoen telers aan de verplichting vóór 1 oktober een vanggewas in te zaaien.
De 18-weekse maïs kent een nóg specifieker teeltdoel, volgens Groten: die kan bijvoorbeeld worden ingezet voor een dubbelteelt. Bijvoorbeeld ultravroege mais gevolgd dooreen nateelt van een gecombineerde (eiwit)teelt van rogge met winterharde veldbonen of erwten.
Hakselaar
Vroeg oogsten geeft ook meer garantie dat de grond nog droog genoeg is om met groot materieel maïs te kunnen oogsten zonder de bodem kapot te rijden. De kans is overigens groot dat de hakselaar die deze week z'n tanden zette in de proefveldjes van Langezwaag, de allereerste was van Nederland. Want elders in het land loopt de ontwikkeling van de maïs dit jaar zeker een à twee weken achter op het langjarig gemiddelde, volgens Groten.
Dat is het gevolg van de kou en de nattigheid in april en mei. Juni was het weer mooi, waardoor de maïs de achterstand enigszins heeft kunnen in lopen, maar juli en augustus waren relatief koud en bewolkt. Al met al geen ideaal groeiseizoen dus voor de doorsnee maïs. “Gelukkig hadden we afgelopen week en deze week redelijk goed weer voor de maïs.”