RFC: 'afwijken van prijssystematiek kan niet'
Woordvoerder Jan-Willem ter Avest beantwoordt daarom nog maar eens veel vaker gestelde vragen:
Hadden jullie de prijs niet met een paar cent kunnen verhogen, nu de voerkosten voor melkveehouders zo hoog zijn? Het had onder de boeren veel onrust kunnen wegnemen?
Nee, dan zou de systematiek niet meer kloppen. De systematiek is voor een periode van drie jaar door de leden vastgesteld. Mocht een correctie noodzakelijk zijn dan kan een eventuele correctie op de inschatting van de melkprijzen in een volgende maand worden doorgevoerd.
Hoe wordt de garantieprijs samengesteld? Op de site stellen jullie dat RFC naar zuivelverwerkende bedrijven in het buitenland kijken, maar die bedrijven kijken toch net zo goed naar wat RFC doet? Als iedereen naar elkaar blijft kijken, komt niemand ertoe om een prijs vast te stellen.
Maandelijks wordt de garantieprijs ingeschat aan de hand van de ontwikkeling van de eerder gepubliceerde melkprijzen van de referentiebedrijven. Een eventuele correctie op de inschatting van de melkprijzen kan in een volgende maand worden doorgevoerd. Een eventuele jaarcorrectie voor de garantieprijs kan tegelijkertijd met de jaarlijkse uitbetaling van de prestatietoeslag worden verrekend. De garantieprijs geldt per 100 kilo melk, bij 4,41 procent vet en 3,47 procent eiwit. De garantieprijs is het bedrag per 100 kilogram melk dat FrieslandCampina gegarandeerd uitbetaalt aan de leden-melkveehouders.
We baseren de garantieprijs op:
• de gemiddelde melkprijs voor Duitsland, de melkprijs van Arla Foods in Denemarken, de melkprijzen van Bel Leerdammer, Cono Kaasmakers en DOC Kaas in Nederland en de melkprijs van Milcobel in België (Het gaat om de gemiddelde jaarprijzen, inclusief nabetaling en reservering op naam. Deze prijzen voor boerderijmelk zijn beeldbepalend voor het betreffende land);
• voor de berekening van de garantieprijs wegen we deze melkprijzen voor de hoeveelheid melk die in het hele betreffende land wordt verwerkt (In zijn totaliteit gaat het om zo’n 45 miljard kilogram melk);
• daarbij wordt uitgegaan van het verloop van de afgelopen maanden en de verwachtingen die er zijn voor het verloop in de eerstkomende tijd, op basis van de prijsontwikkelingen in de zuivelmarkt;
• maandelijks bestaat de garantieprijs uit de verwachte garantieprijs in de betreffende maand en een eventuele verrekening van inschattingsverschillen uit de voorgaande maanden;
FrieslandCampina is de 1e zuivelonderneming die de garantieprijs bekend maakt, m.a.w. wij weten dus niet waarmee de andere ondernemingen gaan komen. FrieslandCampina heeft bovendien door de systematiek (vastgesteld door de leden voor een periode van drie jaar) geen invloed op de garantieprijs.
Alleen op de prestatietoeslag en ledenobligaties (het vermogen op naam) heeft de onderneming invloed.
Dus met andere woorden: hoe meer winst de onderneming maakt, hoe hoger de prestatietoeslag voor de leden.
Maandelijks ontvangen de leden-melkveehouders melkgeld voor de geleverde melk. Het melkgeld dat de leden-melkveehouders per 100 kilo melk ontvangen is de garantieprijs berekend op de bedrijfseigen vet- en eiwitgehalten vermeerderd met toeslagen (zoals kwantumtoeslag en seizoenstoeslag) en verminderd met inhoudingen (zoals negatieve grondprijs, financiering van de regelingen, vaste kosten en seizoensheffing). De bedragen zijn exclusief btw. Deze is onafhankelijk van het resultaat van FrieslandCampina.
Prestatietoeslag
De hoogte van de prestatietoeslag is afhankelijk van:
• de financiële resultaten van FrieslandCampina
• het vastgestelde reserveringsbeleid.
30% van de nettowinst van de onderneming (op basis van de garantieprijs en na aftrek van de vergoeding op ledenobligaties, ledencertificaten, perpetuele obligatielening en winst toe te rekenen aan de deelnemingen) wordt aan de leden-melkveehouders uitbetaald als prestatietoeslag.
De prestatietoeslag wordt jaarlijks na vaststelling van de jaarrekening uitbetaald naar rato van de waarde van de geleverde melk. De prestatietoeslag wordt berekend op basis van de waarde van de in het voorgaande boekjaar geleverde melk.
Daarbij wordt geen rekening gehouden met coöperatieve regelingen, zoals de seizoensregeling, kwantumtoeslag, de weidegangtoeslag en de vergoedingen voor biologische melk, Campinamelk of Landliebemelk.
Bij de halfjaarcijfers maken we alleen een pro forma prestatietoeslag en een pro forma reservering ledenobligaties bekend. De werkelijke prestatietoeslag wordt dus uitgekeerd in het volgend jaar na bekendmaking van de jaarcijfers (voor 2011 in 2012, voor 2012 dus in 2013, enz.).
Uitgifte ledenobligatie-vast
Elk jaar worden uit het resultaat van de onderneming ledenobligaties-vast uitgegeven aan de leden (reservering op naam). De hoogte van de uitkering van ledenobligaties-vast is afhankelijk van de financiële resultaten van FrieslandCampina en het vastgestelde reserveringsbeleid. Van de nettowinst van de onderneming, op basis van de garantieprijs en na aftrek van de vergoeding op ledenobligaties, ledencertificaten, perpetuele obligatielening en winst toe te rekenen aan de deelnemingen wordt 20% procent aan de leden-melkveehouders uitgegeven in de vorm van ledenobligaties-vast.
De uitgifte ledenobligaties-vast wordt berekend op basis van de waarde van de in het voorgaande boekjaar geleverde melk. Daarbij wordt geen rekening gehouden met coöperatieve regelingen, zoals de seizoensregeling, kwantumtoeslag, de weidegangtoeslag en de vergoedingen voor biologische melk, Campinamelk of Landliebemelk.
Wat is de relatie tussen de garantiemelkprijs en de prijzen voor zuivel, die al maanden in de lift zitten?
De noteringen geven slechts een indicatie over de prijsontwikkeling op dat moment. Het kan zijn dat zuivelondernemingen contracten met afnemers hebben afgesloten voor een bepaalde tijd. Het kan dus zijn dat de prijs die daadwerkelijk wordt betaald aan de leden afwijkt van noteringsprijzen, die overigens maar voor een paar producten gelden (boter, melkpoeder, foliekaas, weipoeder).
Tekst: Wim van Gruisen
Zoon van een Zuid-Limburgse pluimveehouder met eigen slachterij, geschoold als econoom. Sinds 2011 in dienst van Agrio, waar hij artikelen schrijft voor de regio- en vakbladen en de Agrio-websites. Zijn focus lag aanvankelijk op landbouweconomie, tegenwoordig vooral op de Haagse en Brusselse politiek.
Tekst: Erik Colenbrander
Ervaren freelance vakjournalist (52), opgeleid als ingenieur melkveehouderij en van jongs af aan gefascineerd door de boerenwereld en in het bijzonder de melkveehouderij en het weer. Met veel plezier richt ik me de laatste jaren ook op de akkerbouw, in het kader van een 'leven lang leren'.