'Zomerkuilen 2021 absoluut dieptepunt'
Dit meldt Eurofins Agro. Het ruw eiwitgehalte ligt ruim 20 gram per kilogram droge stof lager dan het gemiddelde van vorig jaar. Met de al dramatische eiwitgehaltes van de voorjaarskuilen, zijn melkveehouders afhankelijk van goede najaarssnedes.
Weinig mineralen
De voederwaarde van de zomerkuilen is met gemiddeld 883 VEM wel vergelijkbaar met het langjarig gemiddelde. Vorig jaar lag de VEM alleen 10 punten hoger. De vertering is met een verteringscoëfficiënt van 75,3 voldoende. Dit betekent dat de ruwe celstof goed kan worden verteerd. Door het lage eiwitgehalte zitten er wel minder belangrijke mineralen in, zo meldt Eurofins. Kalium en fosfor blijken juist weer aan de hoge kant.
Boterzuur
Het laboratorium waarschuwt ook voor boterzuur. Met een droge stofgehalte van 42,5 procent zijn de zomerkuilen natter dan voorgaande jaren. Het suikergehalte blijft met 68 gram per kilo droge stof wat achter. In combinatie met hogere gehaltes ruwe celstof, verloopt de conservering daardoor wat trager. In deze omstandigheden krijgen boterzuurbacteriën kans zich te ontwikkelen. Het boterzuurgehalte ligt met 1,9 gram per dan ook 0,4 gram hoger dan het langjarig gemiddelde.