Column: Reduceren boeren ondermijnt belangrijkste prioriteit toekomst
Te simpel voor politici? Maar als vandaag de winkelschappen leeg zijn, is gisteren de regering gevallen en breken er onlusten uit. Dan krabt menig politici zich met spijt achter de oren over het beleid dat zijn voormalige partijgenoten hebben gevoerd. De Covid-10 crisis heeft nog eens nadrukkelijk laten zien, dat onze voedselvoorziening kwetsbaar is. Boeren die efficiënt boeren zijn nodig. Straks meer dan ooit. Als de wereldbevolking naar 8 miljard is gegroeid.
Minder voedselproductie EU
Maar dit besef is bij de politiek nog nauwelijks doorgedrongen. Op Europees niveau moet de Farm to Fork strategie er doorheen gedrukt worden, maar uit een recentelijke beoordeling naar de gevolgen van deze strategie blijkt dat de voedselproductie met 5 tot 15 procent vermindert met daarbij stijgende voedselprijzen en een negatieve impact op het boereninkomen. De Farm to Fork strategie kan dan wel gunstig zijn voor biodiversiteit en klimaat, het is ongunstig voor onze voedselzekerheid en boerenperspectief.
In Nederland buitelen politici en zogenaamde landbouwdeskundigen, met een klimaat- en natuurbril op, over elkaar heen en wijzen dat de Nederlandse landbouw drastisch moet veranderen of liever gezegd moet verminderen. Op veel plekken in Nederland zou geen plaats meer zijn voor de landbouw, en vooral de veehouderij. De landbouw moet meer biologisch worden. Met andere woorden: Deze politici zorgen ervoor dat Nederland in toekomst aanzienlijk minder voedsel gaat produceren.
WNF eco-modernistisch geworden
De Nederlandse en ook Europese politici lopen echter drastisch achter de feiten aan door niet voedselzekerheid als prioriteit te zien. Het Wereldnatuurfonds bracht in mei een rapport uit waarin het stelt dat klimaat- en natuurmaatregelen niet de voedselzekerheid uit het oog moeten verliezen en dat sectoren als de melkveehouderij belangrijk blijven en in staat zijn om een niveau van zero-emissie te bereiken.
Het WNF stelt zelfs dat het eten van dierlijke producten een belangrijke bijdrage levert aan de voedselzekerheid, want teveel gebieden zijn niet geschikt voor gewassenteelt en recycling van voedselrestromen zorgt voor meer efficiëntie. Het standpunt van WNF is inmiddels dus eco-modernistisch geworden: De landbouw moet efficiënter produceren. Meer voedsel van minder landbouwgrond. En waar kan dit beter dan in een vruchtbaar land als Nederland.
Voedselzekerheid boven klimaat
Het is niet alleen WNF dat waarschuwt. Ook Oxfam/Novib pleitte recentelijk dat de klimaatstrategie niet koste mag gaan van de voedselzekerheid. De strategie om bossen te planten tegen de klimaatverandering gaat volgens de NGO ten koste van landbouwgrond en vergroot zo voedseltekorten. De hoeveelheid grond die nodig zou zijn voor al dat nieuwe bos, is meer dan alle wereldwijd beschikbare landbouwgrond. 'Veel daarvan bevindt zich in ontwikkelingslanden. Door klimaatverandering gaat al veel vruchtbare landbouwgrond verloren. Per minuut sterven er nu waarschijnlijk 11 personen door ernstige voedseltekorten. Het massaal planten van bomen op landbouwgrond kan er daarbovenop voor zorgen dat de wereldwijde voedselprijzen tegen 2050 met 80 procent stijgen. Vooral de armste en kwetsbaarste mensen, zoals boeren, boerinnen en inheemse volken, worden getroffen. Zij lopen het risico dat hun kostbare land wordt afgepakt.'
Wereldwijde honger blijft bestaan
Een duidelijke boodschap van Oxfam/Novib waar tot op heden de Nederlandse politici nauwelijks een boodschap aan hebben. Dat zal moeten veranderen. Afgelopen maand presenteerde WUR een nieuw rapport over de voedselbehoefte in de toekomst. Eerdere berekeningen gingen nog uit van een verdubbeling van de vraag naar voedsel in de komende dertig jaar door groei wereldbevolking en welvaart. Volgens de WUR meta-analyse van 57 studies komt dit evenwel een stuk lager uit met een stijging ergens tussen de 35 en 50 procent. De noodzaak voor meer voedsel blijft navenant, want zelfs met deze (realistische) cijfers wordt de voedselzekerheid niet voor iedereen gehaald.
De WUR pleit ook dat die stijging van het aanbod het beste kan plaatsvinden in gebieden die zich het beste lenen voor landbouw. De stijgende vraag naar voedsel, hoewel minder hoog dan eerst voorzien, kan ook negatieve effecten hebben op het milieu en leiden tot verlies van biodiversiteit. Om die gevolgen te beperken kan de voedselproductie het beste toenemen in daarvoor geschikte gebieden. Mede-auteur van de WUR-studie Yashar Saghai van de TU Twente zegt zelfs: „De studie geeft niet aan waar dat het beste kan. Maar Nederland beschikt in elk geval over de capaciteit en knowhow om leider te worden in duurzame intensivering, agro-ecologie en circulaire landbouw”.
Nederland produceert te weinig voedsel
Er zijn inmiddels dus veel geluiden die waarschuwen dat de voedselproductie niet ondermijnd moet worden en dat dit zelfs nadelige gevolgen heeft voor natuur en biodiversiteit. Maar in Nederland leven we in een bubbel en we zijn verwend tot op het bot. Voedsel is een vanzelfsprekendheid geworden; een vergeten onderwerp na jaren van welvaart en volle buiken. En vanuit die verwendheid kunnen we luxe problemen aanpakken, zoals biodiversiteit en natuur, maken we ons zorgen over klimaat en milieu en denkt nagenoeg niemand na over voedselzekerheid. Nederland produceert immers zoveel voedsel, op wat wereldwijd een postzegel is, dat we de tweede exporteur van de wereld zijn.
Dat is een volledige misconceptie van de werkelijkheid. Nederland heeft 1,8 miljoen hectare landbouwgrond, maar voor alleen al de voedselconsumptie van de Nederlander is er 3,34 miljoen hectare nodig. De Nederlandse boeren kunnen dus niet genoeg produceren om het Nederlandse volk te voeden. We zijn afhankelijk van de import en dat blijkt ook uit alle CBS-cijfers. We hebben dus meer boeren of landbouwgrond nodig en niet minder. In Nederland wonen thans zo’n 17 miljoen mensen, maar prognoses geven aan dat dit in 2050 tot 21,8 miljoen kan oplopen als immigratie en geboortes hoog blijven. We hebben dus veel meer voedsel, boeren en landbouwgrond nodig.
Geopolitiek machtsinstrument
Als de Nederlandse politiek nu de beslissing neemt om de Nederlandse landbouw te verkleinen, kan dit dus desastreuze gevolgen hebben voor de voedselzekerheid van onze kinderen en kleinkinderen. Wellicht nog grotere consequenties dan het recent gepubliceerde nachtmerriescenario van het intentionele klimaatbureau IPCC. Immers, als we de boer weggepest hebben dan komen ze niet meer terug en zullen we absoluut geconfronteerd worden met voedselonzekerheid. Dan zijn we overgeleverd aan het buitenland en in tijden van schaarste wordt voedsel ineens een geopolitiek machtsinstrument en loopt Nederland de kans zijn onafhankelijkheid te verliezen. We zullen dan voedsel moeten accepteren dat wellicht onveiliger is en niet voldoet aan onze huidige duurzaamheids- en dierenwelzijneisen. Bovendien zal het voedsel aanmerkelijk duurder worden. Het boerenbestand nu te decimeren, betekent dus a-sociale politiek.
De linkse politiek heeft met haar pleidooi van minder landbouw daarmee definitief het sociale karakter ingewisseld voor ‘groen’. Zonder boeren ook geen export van kennis, terwijl juist de Nederlandse landbouw voorop loopt in milieu- en klimaatmaatregelen. We kunnen de wereld de weg wijzen en doen dat nu al. Sterker nog: De landbouw is in staat om alle uitdagingen het hoofd te bieden. Er is geen halvering of vermindering van het aantal boeren nodig. Nederland heeft hen daarentegen nu en in de toekomst keihard nodig. Heren en dames politici: Bezint daarom eer ge begint. Spijt komt namelijk altijd na berouw, want als de Nederlandse boer van de Nederlandse aardbodem is verdwenen komen ze nooit meer terug en verdampt alle waardevolle kennis.
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: Ruth van Schriek
Bronnen: WUR, WNF, Oxfam, Novib, CBS, PBL