
Het praktijkverhaal van familie Doornenbal
Fotoserie: CO2-uitstoot verlagen met CFP-voeders

100 zwartbonte Holstein Friesian-melkkoeien
Op de oudste boerderij van de provincie Utrecht, De Wulperhorster Bunt, in Doorn, houden Rinus (49) en Jolanda (50) Doornenbal bijna 100 zwartbonte Holstein Friesian-melkkoeien plus bijbehorend jongvee. Naast haar fulltimebaan als docent Engels helpt Jolanda op de boerderij en als het beter uitkomt kookt Rinus. Zijn vader van 80 helpt onder andere elke morgen met melken en vier avonden per week melkt een zzp-er. Van de 55 hectare land is behalve vier hectare klei alles droogtegevoelig zand. Afgelopen jaar realiseerden 97 koeien in 365 dagen een rollend jaargemiddelde van 9.198 kilogram melk met 4,44 procent vet en 3,58 procent eiwit.
Aanpassingen in bedrijfsvoering
De twee cent bonus per kilogram melk die PlanetProof oplevert zijn niet allemaal winst, aldus Rinus. “PlanetProof vraagt veel extra administratie en nogal wat aanpassingen in de bedrijfsvoering.” Het bedrijf moet onder meer voor de onderdelen klimaat, biodiversiteit en diergezondheid minimaal het Nederlands gemiddelde scoren en met een onderdeel uitblinken. Met CO2-uitstoot zat Doornenbal net onder het Nederlands gemiddelde van 1.200 gram per kilogram melk. Nadat Doornenbal overging op Carbon Footprint-voer van AR daalde de CO2-uitstoot in 2020 tot gemiddeld 994 gram per kilogram melk.
Minder wisselteelt
Door de eis van minimaal 40 procent blijvend grasland kan Doornenbal nu minder wisselteelt van gras en snijmais toepassen. Het bedrijf teelt nu maximaal 2,5 hectare snijmais waar dat in het verleden ongeveer 7 hectare was. “We moeten nu snijmais aankopen”, maakt Rinus duidelijk. Jaarrond krijgen de koeien een rantsoen van 70 tot 80 procent gras, 20 tot 30 procent snijmais en maximaal acht kilogram krachtvoer, inclusief drie kilogram geplette gerst. “Geplette gerst bevat veel energie maar verteert rustig en goed en gaat daardoor pensverzuring tegen”, geeft Rinus aan.
"Ik vind vooral gehaltes en ureumgetal belangrijk en Jeroen kijkt welke brok daar het beste bij past, ook voor een lage CO2-uitstoot.”
Blokken voor voerhek
Als de bodem het toelaat gaan de koeien al begin april naar buiten. Afgelopen jaar weidden ze 163 dagen overdag. In de weideperiode krijgen ze ’s nachts in de stal snijmais, krachtvoer en gerst en zo nodig voordroogkuil. Snijmais en voordroogkuil worden verstrekt via een Weelink-voerhek waar blokken ruwvoer voor worden gezet. In de melkstal krijgen de koeien een halve kilogram brok en in de twee krachtvoerboxen gemengde brok en gerst. De koeien krijgen gemengd CFP Productiebrok Extra en CFP Optibrok Eiwit Prima. Welke en hoeveel brok de koeien krijgen adviseert AR-specialist rundvee Jeroen van Veldhuizen. Hij bezoekt het bedrijf na elke melkcontrole. Rinus: “Ik vind vooral gehaltes en ureumgetal belangrijk en Jeroen kijkt welke brok daar het beste bij past, ook voor een lage CO2-uitstoot.” Het ureumgetal was het afgelopen jaar gemiddeld 20.
Lage voerkosten
Afgelopen jaar waren per 100 kilogram melk de melkopbrengsten 37,71 euro en de krachtvoerkosten 7,05 euro. De gemiddelde krachtvoergift was 24 kilogram per 100 kilogram melk. Rinus: “Ruwvoer is de basis voor een goed rantsoen en lage voerkosten. Voor goede gehaltes heb je goed gras en goede mais nodig met voldoende energie. Goed conserveren zodat de koeien het voer goed opnemen is met een Weelink-voerhek belangrijk want ze kunnen het voer selecteren.” Voor een goede smaak en minder stengels maait Doornenbal het gras relatief jong. De eerste en tweede snede worden gehakseld, krijgen een conserveermiddel en worden over elkaar heen gekuild. Latere sneden worden in balen geperst. “Zomers gaat de graskuil dicht en voeren we balen. Die zijn altijd vers en de koeien eten ze graag.”
Waar zitten de verschillen bij de familie Doornenbal?
De CO2-emissie op bedrijfsniveau is in 2020 gedaald ten opzichte van 2019. Een verschil is de allocatiefactor. Er zijn in 2020 meer koeien (vlees) verkocht dan in 2019, daardoor wordt meer CO2 aan vlees toegerekend. Verder is de melkproductie behoorlijk toegenomen van 8.731 liter in 2019 naar 9.295 liter per koe in 2020. Er is meer beweid en er is CFP-voer gevoerd.
Meer weten of advies nodig?
Wilt u meer weten over het voeren van CFP-voeders? Neem dan vrijblijvend contact op met verkoopleider rundvee Richard ter Beek of laat uw contactgegevens achter via het contactformulier.