Maximaal 16 procent ruw eiwit in rantsoen wisselend ontvangen
In haar brief aan de Tweede Kamer stelde Schouten dat: „In de melkveehouderij wordt over het algemeen meer eiwit gevoerd dan nodig is. Het overschot aan eiwit wordt omgezet in ammoniak, waardoor de totale ammoniakemissie toeneemt.” Zij stelt dan ook voor het ruweiwitgehalte in het rantsoen van melkkoeien stapsgewijs te verlagen naar maximaal 160 gram per kilogram droge stof op sectorniveau. Een voorstel dat wisselende reacties oproept bij onze lezers.
Niet mogelijk
Van de bijna 600 veehouders die hun stem uitbrachten, gaf 57 procent aan problemen te verwachten wanneer de eiwit norm naar beneden gaat. 43 procent verwacht goed uit de voeten te kunnen met een norm van 160 gr ruw eiwit.
Zo merkt een melkveehouder op dat het stellen van een sectordoel dat stapsgewijs wordt ingevoerd zeker kansen biedt voor de sector. „Een betere benutting van het eiwit leidt tot minder verliezen en minder kosten”, licht hij toe. Een andere veehouder daarentegen maakt zich zorgen over het op peil houden van de productie met een beperkte eiwitgift. Tevens geeft hij aan dat FrieslandCampina melkveehouders afrekent op het eiwitgehalte van de melk. „Lagere gehaltes leiden tot een lagere melkprijs en dat kan grote gevolgen hebben voor het verdienmodel van de boer”, legt deze melkveehouder uit.
Tegenstelling
Een aantal boeren brengt de tegenstelling tussen veel weiden en een lager eiwit naar voren. Het voeren van eiwitrijke gras in het weideseizoen vraagt om een besparing op het ruw eiwitgehalte in de krachtvoerbrok tijdens de stalperiode. Deze melkveehouders vragen zich af of met een dergelijk laag eiwitgehalte de productie jaarrond op niveau blijft. Een andere veehouder meldt: „Het is een uitdaging voor een volledig grasrantsoen en 200 dagen weidegang in het Groene Hart!” of de boer daarmee aan wil geven dat het onmogelijk is, maakt hij niet echt duidelijk.
Andere oplossingen
Tenslotte is er een groep veehouders die liever in zouden zetten op andere manieren om de uitstoot van stikstof en ammoniak terug te dringen. Twee veehouders stellen dat het gebruik van het ureumgehalte de mogelijkheid biedt boeren met een laag ureumgehalte te belonen. Ieder getal beneden de 22 zou tot extra opbrengsten moeten leiden voor de boer en extra stikstof voor bijvoorbeeld de bouw. Een andere veehouder stelt voor op alle bedrijven NH3 te gaan meten, zodat er een beter inzicht ontstaat in de daadwerkelijke uitstoot.
Nieuwe kabinet
In haar brief aan de Tweede Kamer geeft Schouten tenslotte aan dat het aan het nieuwe kabinet is definitieve vast te stellen welke maatregelen zij zinvol acht om de ammoniakuitstoot te reduceren.