Overheid moet ontstane schade fosfaatrechten vergoeden
Het betreft twee zaken waarbij de veehouder een schadevergoeding krijgt toegewezen voor gederfde inkomsten. In beide gevallen erkent de overheid de geleden schade en maakt geen bezwaar tegen de door de gedupeerden opgestelde berekeningen.
Fosfaatrechten ingetrokken
In de eerste zaak trok het ministerie van LNV een deel van de eerder verstrekte fosfaatrechten in na een herzieningsbesluit. De veehouder kreeg 164 kilo fosfaat toegewezen en verkocht deze, in maart 2019, voor 180 euro per kilo. Bij het afronden van de deal bleek de boer echter niet over 164, maar over 87 kilo fosfaat te beschikken. De koopovereenkomst werd aangepast en de boer maakte met succes bezwaar tegen het herzieningsbesluit. De overige 77 kilo fosfaat verkocht hij, in oktober 2019, voor 140 euro per kilo. Het afromingspercentage steeg in deze periode van 10 naar 20 procent. De erfgenamen van de inmiddels overleden veehouder vroegen een schadevergoeding gelijk aan de gederfde inkomsten. Dit verzoek werd toegewezen door het CBb, het ministerie van LNV is veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van 7.502 euro, inclusief proceskosten en griffierecht.
Te weinig rechten
In een tweede zaak wees de overheid in eerste instantie te weinig fosfaatrechten (583 kilo) toe aan een jongvee-opfokker. Het bezwaar van de boer tegen de vaststelling van het aantal fosfaatrechten werd door het ministerie van LNV in november 2018, ongegrond verklaard. In mei 2020 kwam het ministerie hier op terug en stelde de hoeveelheid rechten alsnog naar boven bij (886 kilo). In december 2019 besloot de veehouder in kwestie de toegewezen rechten te verkopen, omdat hij met deze hoeveelheid geen rendabel bedrijf kon runnen. Ten tijde van de toewijzing van de extra rechten was de prijs van een kilo fosfaat inmiddels met 24 euro per kilo gedaald. Ook in deze zaak vraagt de getroffen veehouder een schadevergoeding gelijk aan de gederfde inkomsten. Het CBb stelde de veehouder in het gelijk en veroordeelde de overheid tot het betalen van een schadevergoeding van 7.871,60 euro inclusief proceskosten en griffierecht.
De maximale schadevergoeding die het CBb kan toewijzen, bedraagt 25.000 euro per zaak. Voor een hogere schadevergoeding moeten getroffen veehouders een procedure aanspannen via de civiele rechter.