Veel stieren met kramperigheid en strekpoten op KI-stations

Bovine spastic paresis (BSP) en bovine spastic syndrome (BSS) zijn twee erfelijke progressieve zenuwziekten bij rundvee, die vermoedelijk aan elkaar gelinkt zijn. In een recente Duitse wetenschappelijke publicatie werden de genetische achtergronden van aangetaste KI-stieren onderzocht, uiteraard om de aandoeningen met behulp van genomics in de toekomst te kunnen traceren. Dat blijkt echter nog niet zo eenvoudig. Dieren die aan de aandoeningen lijden, hebben geregeld voorkomende spasmen, voornamelijk aan de achterpoten, gepaard gaand met ernstige pijnsymptomen en verminderde kracht, waardoor dieren voortijdig worden afgevoerd. Uiteraard is daarbij ook het dierenwelzijn in het geding en daarom zouden dieren met de aandoeningen moeten worden uitgesloten van de fokkerij, aldus de publicatie.
BSP staat beter bekend als strekpoot en BSS als kramperigheid. BSP kan al bij kalveren optreden, maar er is ook een late vorm die zich pas openbaart op drie- tot zevenjarige leeftijd. Het gaat om een overstrekking van de achterpoot als gevolg van een verhoogde spierspanning of permanente spasmen van vooral de dij- en/of kuitspier. „De aanvallen duren lang en worden in de loop van de tijd erger en ze kunnen aan een of aan beide achterpoten optreden. En het is pijnlijk.” Dat zegt de Duitse professor Bertram Brenig van de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit van Göttingen, die medeverantwoordelijk is voor de genoemde publicatie.
Aantal gevallen onderschat
BSS treft volwassen dieren vanaf een leeftijd van vier jaar, de tonisch-clonische krampen (spieren verstijven eerst om vervolgens afwisselend te verkrampen en te ontspannen) treden met tussenpozen op en duren een tot vijf minuten. Tussen de aanvallen beweegt het dier zich normaal. Het treedt vooral op bij de achterpoten, maar ook andere spieren kunnen worden aangetast, aldus Brenig. Hij geeft aan dat de aandoeningen volgens de literatuur bij minder dan 1 procent van de dieren voorkomen en dat het aantal gevallen de laatste jaren toeneemt. „Dit lijkt echter een onderschatting. In 2019 identificeerden we binnen vijf maanden bijna vijftig getroffen stieren op de Duitse KI-stations.” In Duitsland wordt inmiddels opgeroepen om dieren met verschijnselen te melden, zodat er genetisch onderzoek kan worden gedaan.
Lees ook het uitgebreide achtergrondverhaal in de juli-editie van het vakblad Melkvee. (klik hier om te abonneren).
Tekst: Anne Hiemstra
Beeld: Frederik Krull