Column: Waar is de mol?
‘Wie is de Mol?’ is een tv-programma dat zich al jaren mag verheugen in een grote populariteit. Veel gezinnen zijn niet voor de tv weg te slaan om de naderde ontknoping van het programma mee te maken. Een soortgelijke gedachte kwam bij me naar voren bij het horen en lezen van onderzoeken en deskundigen omtrent ammoniak. De emissie van ammoniak wordt uitgedrukt in mol/ha, waarbij gezocht wordt naar oplossingen om die emissie te laten dalen.
Ook hier verdringen zich allerlei partijen om te kijken waar reductie mogelijk is en liefst hoe die reductie bij een andere sector gerealiseerd kan worden. Midden in dit ‘strijdgewoel’ is het goed om met beide benen op de grond te blijven staan en uit te gaan van de kracht van de melkveehouderij, zijnde het verwerken van laagwaardig voer met weinig ruw eiwit tot een product met een zeer hoge biologische eiwitwaarde: melk en vlees.
In het kader van het project Doorontwikkeling Kringlooplandbouw in Oost-Utrecht zijn een aantal bedrijven en hun kringloopwijzers doorgerekend met het Aerius-programma, waarmee diezelfde overheid ook vergunningen verleent. En wat blijkt:
- Het verlagen van het ruweiwitgehalte in het rantsoen geeft een forse daling van de emissie van ammoniak, zowel rond het bedrijf alsook op grote afstand op veel andere gebieden. Hiermee is de som fors groter dan het geheel der delen; ofwel 1+1=3.
- Er zijn al verschillende bedrijven in de praktijk die met hun dagelijkse bedrijfsvoering meer ammoniak reduceren dan met een emissiearme vloer.
- Er is een zeer aannemelijke kans dat de potentie van stikstofreductie via het verlagen van het ruweiwitgehalte in het rantsoen veel groter is dan waar nu in de modellen mee gerekend wordt door het Planbureau voor de Leefomgeving.
Wat zijn hierbij de succesfactoren:
- Zorg voor een laag ureumniveau in de melk van 15-20.
- Beperk de aanvoer van eiwitrijke producten en krachtvoeders.
- Benut weidegang zoveel mogelijk of ga meer weiden.
- Durf de kunstmestgift versneld af te bouwen gedurende het weideseizoen.
- Benut je eigen (ruw)voer beter, ofwel je eiwit van eigen land.
De reductie van ammoniak vereist een grote mate van maatwerk. Te veel wordt gesuggereerd dat emissiearme technieken zoals stalsystemen de oplossing zijn, maar indien de input van stikstof niet verlaagd wordt, is het een verschuiven van de ammoniakemissie. Per bedrijf zal gekeken moeten worden waar de mol(len) is. Vanuit daar kunnen, in de juiste volgorde en op een eenvoudige manier, stappen gezet worden.
Pas als dat niet (meer) mogelijk is, dan pas komt een duur emissiearm systeem in beeld, maar niet eerder dan dat. Alleen op deze manier blijft het mogelijk om kosteneffectief ammoniak te reduceren en een rendabele melkveehouderij te behouden en voorkomen we een modelmatige melkveehouderij die op papier perfect functioneert, maar die feitelijk aan het infuus van de periferie van de toeleverende industrie ligt.
De auteur is melkveehouder in Spakenburg (UT) en mede-eigenaar van adviesbureau K&G Advies
Tekst: Wim van de Geest
Beeld: Wim van de Geest