9 op de 10 melkveehouders voert snijmaïs

De enquête bevatte vragen over de productie, de aanschaf en het gebruik van ruw- en krachtvoer onder Nederlandse melkveehouders. De samenstelling van het rantsoen is niet in alle delen van Nederland vergelijkbaar. In het zuiden voeren boeren meer bijproducten dan in het noorden, midden en oosten van Nederland.

Ruwvoer

Op 98 procent van de bedrijven bestaat het rantsoen voor minimaal 30 procent uit ruwvoer. En op driekwart van de bedrijven is het aandeel ruwvoer 60 procent of meer. Bij kleinere bedrijven is het aandeel ruwvoer vaak hoger dan bij grotere bedrijven. Het aandeel ruwvoer bij boeren in het noorden van land komt niet beneden de 40 procent. In het zuiden, midden en oosten van het land is een hele kleine groep melkveehouders, 3 procent waar het aandeel ruwvoer slechts 0 tot 30 procent bedraagt. Alle melkveehouders telen een deel van het gebruikte ruwvoer zelf en 20 procent koopt extra ruwvoer aan. In het zuiden, midden en het oosten van het land kopen meer boeren ruwvoer dan in het noorden.

Krachtvoer

De koeien krijgen verschillende vormen van krachtvoer aangeboden. Mengvoerbrokken worden het vaakst gevoerd, 91 procent van de bedrijven maakt daar gebruik van. Daarnaast voert 28 procent van de bedrijven granen en 18 procent van de bedrijven aardappelrestanten bij. Maïs en peulvruchten worden slechts beperkt gebruikt. Zelf krachtvoer telen is minder gebruikelijk dan zelf ruwvoer telen blijkt uit de enquete, 6 procent van de boeren teelt een deel van het krachtvoer zelf. Agrifirm wordt het vaakst genoemd als krachtvoerleverancier. In het zuiden van het land betrekt bijna de helft van de deelnemende boeren de brokken van deze fabrikant.

De boeren verwachten over het algemeen, 75 procent, weinig verandering in de verhouding waarin zij ruwvoer en krachtvoer voeren. Bijna een kwart van de deelnemende melkveehouders verwacht dat het aandeel ruwvoer in het rantsoen op termijn toeneemt. Slechts 3 procent van de deelnemende boeren verwacht in de toekomst het aandeel krachtvoer te verhogen.

Advies

Over het samenstellen van het rantsoen laat 98 procent van de bedrijven zich adviseren door een veevoederadviseur. In het zuiden ligt dit percentage zelf op 100 procent. Boeren uit het noorden van het land maken altijd gebruik van de diensten van voerleverancier, terwijl in het zuiden 11 procent van de melkveehouders elders advies inwint. Ook de dierenarts vervult op 45 procent van de bedrijven nog een rol bij het samenstellen van het rantsoen. Op kleine bedrijven ligt dit percentage wat hoger dan op grote bedrijven.

Melk

Een krappe meerderheid, 51 procent van de melkveehouders verwacht de komende drie jaar te groeien in melkvolume. In het noorden, midden en oosten van het land ligt dit percentage op respectievelijk 58 en 61 procent. In het zuiden van het land verwacht 38 procent van de boeren te groeien in melkvolume. Kleinere boeren hebben net wat meer groeiambities dan grote bedrijven, respectievelijk 54 en 47,5 procent van de bedrijven verwacht groei in de komende drie jaar. De groeiverwachting tussen regio’s zijn eveneens behoorlijk. In het zuiden denkt 62 procent van de boeren dat de melkproductie stabiel blijft, terwijl in het midden en oosten van land juist 61 procent van de melkveehouders denkt nog te groeien in volume.

De melkprijs verandert volgens 57 procent van de boeren weinig in 2021. 40 procent van de boeren verwacht dit jaar wel een hogere prijs en 3 procent denkt dat de prijs dit jaar zakt. Erg tevreden zijn de meeste veehouders niet over de prijs, 80 procent van de boeren is ontevreden over de prijs die zij ontvangen voor de melk. In het midden en oosten van het land ligt dit percentage zelfs op 91 procent.

NosNutri is een Europees platform voor boeren en aan de agrarische sector gelieerde bedrijven. Het platform verzamelt informatie over de behoeften van de primaire agrarische sector, om bedrijven die werkzaam zijn in deze sector inzicht te geven in de ontwikkelingen in de sector.