Perspulp en mestinjectie verlagen emissie
Eiwitrijke rantsoenen, mogelijk met een flink aandeel gras en graskuil, zullen een verhogende invloed op de ammoniakemissie hebben.
30 procent minder
Deze adviezen zijn gebaseerd op de ervaringen die de Koeien&Kansen bedrijven op doen. Zij streven ernaar om de ‘eigen’ ammoniakemissie van 2006 gemiddeld met 30 procent te reduceren, vooral via voeding. Dit betekent dat de emissie per 1000 kg melk gemiddeld niet boven de 3,2 kg mag zijn. In 2011 is de gemiddelde ammoniakemissie op 3,4 kg per ton melk bepaald bij de K&K-bedrijven.
Gemiddeld 4,4
De ammoniakemissie op de Koeien&Kansen bedrijven is bepaald met BEA het rekenprogramma dat via de BEX de totale ammoniakale stikstof (TAN) in de mest bepaalt en vervolgens de ammoniakemissie in de stal, via beweiding en mesttoediening.Gemiddeld bedraagt deze circa 3,4 kg per ton melk, terwijl een gemiddeld melkveebedrijf in 2009 op circa 4,4 kg ammoniakemissie per ton melk zat.
Intensief
Een flink stuk minder op de Koeien&Kansen-bedrijven, en De Marke, in 2011 dus. Een aantal intensieve bedrijven (> 19.000 kg melk per ha) scoren lage emissies per ton melk. De Marke is niet intensief, maar voert eiwitarm en heeft een emissiearme stal. Daardoor realiseert dit bedrijf toch een behoorlijk lage emissie per ton melk.
Doel niet bereikt
Maar met 3,4 kg per ton melk is het doel van 3,2 kg nog niet bereikt. Een nauwkeurige en eiwitarme voeding is de eerste stap om het doel te bereiken. Daarna komen andere maatregelen bij mesttoediening, stal en beweiding aan de orde. Een goed resultaat van de BEA begint bij een goed resultaat van de BEX.
Tekst: Erik Colenbrander
Ervaren freelance vakjournalist (52), opgeleid als ingenieur melkveehouderij en van jongs af aan gefascineerd door de boerenwereld en in het bijzonder de melkveehouderij en het weer. Met veel plezier richt ik me de laatste jaren ook op de akkerbouw, in het kader van een 'leven lang leren'.
Tekst: Netwerk Verantwoorde Veehouderij