Omslag in voerstrategie bij Albring zorgt voor forse krachtvoerbesparing

Topkuil beleeft dit jaar haar 10-jarig jubileum. In een serie blikt Melkvee.nl terug met de initiatiefnemers en winnaars van een aantal edities van Topkuil.
Ruim in het ruwvoer zitten en dan toch relatief veel eiwitrijk krachtvoer aankopen, dat moest anders zo dacht de familie Albring, bestaande uit Harm en Karin en de kinderen Henk, Marieke en Cees. Ze besloten alle snijmaïs in te kuilen als maïskolvenschroot (MKS), waarbij de maïs net onder de kolf wordt gehakseld en de stengel op het land achterblijft. „Doordat je in kilo’s minder voert dan bij snijmaïs maar wel veel geconcentreerder, kunnen we meer gras kwijt in de koe. Dit heeft als voordeel dat we meer eigen eiwit kunnen voeren en minder eiwitrijk krachtvoer aan hoeven te kopen”, vertelt Harm.
Voederbieten
Daarnaast deed ook de voederbiet intrede op het bedrijf. De voederbieten verbouwen ze zelf op 4,5 hectare. De opbrengst is al snel 20 ton droge stof van een hectare. Tot aan het vroege voorjaar worden de bieten vers gevoerd. De rest komt met de MKS in de kuil en zodoende kunnen ze vrijwel jaarrond voerderbieten voeren „Daarmee besparen we nog eens een heel aandeel krachtvoer uit. We voeren alleen in de melkstal nog 2 tot 2,5 kilo krachtvoer.”
De omslag in het voeren heeft ook zijn weerslag op het grasmanagement. „Door de MKS en de voederbieten is het rantsoen behoorlijk geconcentreerd wat betreft de energievoorziening. En omdat we minimaal eiwit willen aankopen, streven we naar een mooie hoeveelheid eiwit in de kuil, toch zeker wel rond de 180 gram per kilo droge stof.”
Eigen opraapwagen
In het verleden werd al het gras door de loonwerker ingekuild. Een paar jaar gelden kocht de familie zelf een opraapwagen. „Dan heb je het ideale inkuilmoment zelf in de hand en ben je van niemand afhankelijk. Tegelijk biedt het de mogelijkheid om in het najaar te gaan stalvoeren.”
Albring investeerde ook in meerder sleufsilo’s. Dit geeft flexibiliteit. „We hebben de eerste snede in drie silo’s tegelijk ingekuild. Daar bovenop kuilen we de andere sneden. Zo kun je gras van mindere kwaliteit compenseren met gras van betere kwaliteit. Een inkuilmiddel gebruiken we nooit en voegt voor ons niet veel toe. Als je goed inkuilt dan krijgt broei geen kans.” In de zomerperiode maakt de familie veel hooi. Het jongvee krijgt namelijk tot 7 à 8 maand alleen maar hooi en krachtvoer.
Topkuilcompetitie
De kuil waarmee Albring in 2014 won, pakte in de praktijk niet helemaal gunstig uit. Mede daarom werd destijds de formule van de competitie aangepast. De familie stuurt de kuil steevast in. „We blijven het een mooie competitie vinden al vinden we de bepaling van wat een Topkuil is wel een discussiepunt.”
Video
De video hieronder werd in 2014 gemaakt tijdens de jurydag van Topkuil. In deze video legt Harm Albring zijn graslandmanagement en inkuilstrategie uit.