Nieuwe Kamer maakt kennis met de onmogelijkheden van de fosfaatrechtenproblematiek
Twee weken nadat de Kamer een petitie had ontvangen van honderdvijftig melkveehouders die door het stelsel nog steeds in de problemen zitten, debatteerden ze met de minister om oplossingen voor deze boeren. Maar de ruimte daarvoor is er niet, antwoordde ze.
Ze vertelde hoe de invoering van het rechtenstelsel bij het begin van haar ministerschap tot stand was gekomenen hoe zij in haar begindagen als minister met het dossier geconfronteerd werd. "Ik heb alles ondersteboven gekeerd en me tot de dag van vandaag gevraagd of ik bepaalde groepen tegemoet kon komen", vertelde ze. Maar de vraag is dan telkens: ten koste van wie dan?"
Ideeën niet haalbaar
De ideeën die Kamerleden opperden, bleken door de minister al bekeken en niet haalbaar te zijn. Thom van Campen (VVD) stelde voor dat minister Schouten in Brussel zou gaan praten om de derogatie niet van de fosfaatproblemen af te laten hangen - de minister vertelde dat ze dat al gedaan had, maar dat Brussel eerst van Nederland concrete resultaten verlangde.
De VVD'er stelde ook voor om een speelruimte tussen de sectorale fosfaatplafonds te hanteren om toch wat te betekenen voor de knelgevallen. Als een sector onder het plafond blijft, kan die surplusruimte naar een andere sector worden overgeheveld. Maar, vertelde Schouten, hoeveel fosfaat een sector heeft geproduceerd wordt pas achteraf vastgesteld. En bovendien zet een dergelijk mechanisme de solidariteit tussen sectoren onder druk.
Derk Boswijk (CDA) stelde dat Nederland ondertussen onder het fosfaatplafond zat, en vroeg of die ruimte niet ingezet kon worden. Of dat de ruimte die ontstaat door warme saneringen niet gebruikt kon worden. Schouten antwoordde dat het fosfaatplafond niet het enige plafond is waar rekening mee gehouden moet worden. "We zitten nog dicht bij het fosfaatplafond", legde ze uit, "en we hebben ook nog issues met het stikstofplafond." Als de overheid te royaal rechten zou uitgeven, stelde ze, dan is er het risico dat je weer boven die plafonds uitkomt, zodat je weer pijnlijke ingrepen moet doen. Te meer omdat er nog een aantal zaken onder de rechter zitten, en rechterlijke uitspraken kunnen ertoe leiden dat de overheid rechten moet toekennen aan individuele boeren. Daar is ook nog ruimte voor nodig.
Generieke korting
Een dergelijk antwoord kreeg Roelof Bisschop ook toen hij voorstelde om via ontheffingen fosfaatruimte te vergunnen aan knelgevallen. Bovendien, zei de minister, is die mogelijkheid al in de wet geregeld: die ontheffingen worden verleend via de fosfaatbank, en dat alleen aan jonge, grondgebonden boeren. En lang niet alle knelgevallen vallen in die categorie. Bovendien zou dan bepaald moeten worden wie een knelgeval is en wie niet, vertelde ze. Op basis van individuele gevallen rechten toekennen zou leiden tot willekeur.
Daarnaast speelt nog dat als een groep meer rechten krijgt, of op een andere wijze fosfaatruimte krijgt toegewezen, de hele sector zal moeten worden gekort om dat mogelijk te maken. Laura Bromet wilde weten om hoeveel korting dat zal gaan. "Als dat betekent dat iedere melkveehouder een koe moet inleveren, is dat nog wel te overzien", dacht ze. Maar minister Schouten hielp haar uit de droom. Tachtig procent van de melkveehouders had in uitbreiding geïnvesteerd na de afschaffing van het melkquotum, vertelde ze. Dat betekent niet automatisch dat al die boeren ook knelgevallen zijn, maar een aanzienlijk deel van hen is wel geraakt door de fosfaatreductie en de invoering van fosfaatrechten. Om hen allemaal te compenseren zou tot een aanzienlijke krimp leiden.
Landbouwakkoord
Bovendien, zei ze, kan de fosfaatuitstoot niet enkel op zichzelf worden bekeken. Meer rechten zullen leiden tot meer productie, en dat leidt ook tot het opzoeken van andere marges, zoals die van stikstof. De manier om een robuuste sector te krijgen, vertelde ze, is om verder van die grenzen af te zitten. „Als je meer van de rand weg bent, hoeven we ook niet steeds in te grijpen." Daar moet Nederland in de toekomst aan werken, vond ze. En een landbouwakkoord zou daar een goede stap in zijn. Dat is ook een manier om het probleem niet enkel bij de boer neer te leggen, maar bij het hele systeem, inclusief de banken.