Melkveesector presenteert eigen aanpak voor oplossen stikstofproblemen

De ketenpartijen omschrijven de melkveehouderij als een belangrijke sector met een positieve landschappelijke aanwezigheid en een grote economische betekenis. Zij onderschrijven het belang van een goede oplossing voor de huidige maatschappelijke problemen op het gebied van klimaatverandering en stikstofuitstoot.
Blijvers
Het voorstel van de coalitie richt zich met name op de melkveehouders die hun bedrijf voort willen zetten. Naast het versneld toepassen van emissiearme stalsystemen zet de coalitie ook in op het extensiveren van de melkveehouderij. Een nieuw op te richten grondfonds en het herverkavelen van landbouwgronden kan daar een belangrijke bijdrage aanleveren, aldus de coalitiepartijen. Tenslotte vragen zij van de melkveehouders aanpassingen in het management op het gebied van voerefficiëntie, het verdund uitrijden van mest en weidegang. De Wageningen Universiteit (WUR) becijferde dat het voorstel een eenmalige bijdrage van de overheid vraagt van 1,3 miljard euro. Dit bedrag is noodzakelijk voor het nemen van niet-productieve ammoniak-reductiemaatregelen zoals stalinvesteringen, wateropslag en het aankopen van grond.
De WUR noemde de gedane voorstellen realistisch wanneer het gaat om aansluiting bij de dagelijkse praktijk, maar ambituers als het gaat over de gestelde termijn voor het invoeren van de maatregelen. Met het doorvoeren van de voorgestelde maatregelen kan de ammoniakuitstoot, ten opzicht van 2018, met 28 procent worden teruggebracht, blijkt uit de berekeningen van de WUR. Zij rekende de voorgestelde maatregelen door op bedrijfsniveau, om zo inzichtelijk te maken wat de maatregelen betekenen voor de verschillende bedrijfstypen. Melkveehouders hebben de vrijheid maatregelen te kiezen die het beste passen bij zijn of haar bedrijfsvoering
Vlot trekken stikstofdossier
Het pakket aan maatregelen biedt volgens Wil Meulenbroeks, voorzitter van LTO-vakgroep Melkveehouderij, perspectief en is goed onderbouwd. „Onze leden hebben behoefte aan concrete mogelijkheden die toekomst bieden. Dat blijkt steeds weer uit gesprekken met onze leden en bestuurders. Dit pakket bevat doorgerekende maatregelen, die nu al beschikbaar zijn. Ze stellen de blijvers in onze sector in staat een bijdrage te leveren aan het vlot trekken van het stikstofdossier.
Volgens Marije Klever, bestuurslid van het NAJK, biedt het pakket ook jonge boeren mogelijkheden hun bedrijf te ontwikkelen. Zij benoemt daarbij wel dat de problematiek van de PAS-melders eerst moet worden opgelost. „Reductie van stikstof kan pas plaatsvinden als je bedrijf legaal is”, aldus Klever.
Oscar Meuffels, directeur van de NZO, vult aan: „Ketenpartijen zullen melkveehouders zoveel mogelijk ondersteunen bij het doorvoeren van reductiemaatregelen. Maar zuivelondernemingen zullen in geen geval dwingende of verplichtende maatregelen nemen om de uitstoot van stikstof op melkveebedrijven terug te brengen.”
Marijn Dekkers, sectormanager Melkveehouderij bij Rabobank, stelt dat dit initiatief ondernemers in staat stelt hun bedrijf toekomstbestendig in te richten. „Met dit voorstel brengen we samen met onze partners in beeld wat nu al mogelijk is. Daarmee geven we een impuls aan een vitale en toekomstbestendige sector”, aldus Dekkers.
Eerste reacties
De overkoepelende besturen van de betrokken organisaties reageren positief op het opgesteld plan. Sjaak van de Tak, voorzitter van LTO-Nederland, ziet mogelijkheden het onlangs door LTO Nederland gepresenteerde ‘Duurzaam Evenwicht’ in samenspraak met de leden in te passen in het voorstel van de coalitie. Roy Meijer ziet in het plan aanknopingspunten om te bouwen aan een toekomst voor de jonge boer. Hein Schumacher, voorzitter van de NZO, laat weten dat de leden van NZO gebaat zijn bij een vitale melkveehouderij. „Uitvoering van het plan is daarom van belang voor zowel onze leden als voor de hele keten”, aldus Schumacher. Volgens Carin van Huët, directeur Food en Agri van Rabobank, is de land- en tuinbouw onmisbaar voor de kwaliteit van leven in Nederland. „Hiervoor hebben we een veerkrachtige melkveehouderij nodig. Een sector waar melkveehouders toekomst hebben en die tegemoet komt aan de maatschappelijke wensen”, licht van Huët toe.
Lees hier de volledige notitie ‘Naar een vitale, emissiearme melkveehouderij met toekomst’.