Maïs zaaien met de maïsstrokenfrees
Afgelopen jaar, 2011, zaaide Rijk Baltus voor het eerst maïs met de strokenfrees. Zijn doelen waren:
- minder grondbewerking;
- meer organische-stofbehoud;
- mest toedienen op de plek waar de plant staat;
- minder pok op de aardappels in het jaar na de maïs.
Kortom een hogere efficiëntie was het streven.
Keiharde grond
Helaas was 2011 geen gemakkelijk maïsjaar. In het begin heel droog en rond augustus/september heel nat. Ook de mesttoediening begin mei verliep niet optimaal. De grond was zo hard dat de mest niet op de diepte van 10 tot 12 cm in de grond te krijgen was. Hierdoor werd de grond (zware klei) ook niet een beetje losgebroken, iets wat deze grond (laag organische-stofgehalte en vijf keer gemaaid) nodig heeft. Rijk is zuinig op z’n organische stof en wil die graag verhogen.
Minder snelle mineralen
Meer organische-stofbehoud betekent tevens investeren in de bodem en dus op korte termijn minder voedingstoffen beschikbaar voor de plant. “Dat hebben we gezien in de periode dat de plant maximaal groeide, de koppen van de maïs kleurde toen geel. Dus ik moet dit jaar meer gaan bemesten wat eigenlijk niet past in een (te) strenge mestwet. Die organische-stofopbouw moet ik immers compenseren”, geeft Rijk aan.
14 ton drogestof
Uiteindelijk was het maïsgewas niet erg hoog, maar had die wel een goede kolf. Maar door de nattigheid kreeg de maïs last van ‘eyespot’ waardoor hij van boven naar beneden afstierf. Hierdoor rijpten de kolven niet volledig af en bleef het zetmeel op 317 g hangen. De droge-opbrengst was met 14 ton wat onder de maat voor Rijk. “Maar met een grassnede van vier ton droge stof ervoor is de totale opbrengst van het perceel wel goed.” De oogst op 31 oktober verliep zonder insporing en het perceel ploegde daarna nog als grasland.