CRV-voorzitter melkt ‘gewoon lekkere gezonde boerenkoeien’
In het weidse landschap van Oost-Groningen, pal op de Duitse grens, ligt het melkveebedrijf van de firma Duursma. Hier streken de ouders van Wietse Duursma (41) in 1996 neer. Ze lieten het familiebedrijf in Waskemeer (FR) achter, waar generaties Duursma hadden geboerd. „Mijn vader zocht uitdaging, die wilde graag een volgende stap zetten. Hij had Canada op het oog, maar dat vond mijn moeder te ver”, blikt hij terug. In Bellingwolde vonden ze een betaalbare plek op goede zandgrond.
Ruwvoerefficiëntie
25 jaar later vallen de 46 bakken op het bedrijf op, die de individuele voeropname registreren. Wietse Duursma draait sinds eind 2019 mee in het onderzoek van CRV naar de berekening van voerefficiëntie. Jaarlijks worden hier van zo’n 220 dieren data verzameld van de voer- en wateropname. Ook het gewicht en de gezondheid van de dieren worden geregistreerd. „Wat voor mij heel opvallend is, is dat koeien die hier goed scoren op voerefficiëntie, ook juist uit een kilo ruwvoer veel melk maken. Als je echt op voerefficiëntie gaat selecteren, boek je dus vooral vooruitgang op ruwvoerefficiëntie. Dat is mooi, want we willen geen krachtvoerjunkies fokken.”
‘Lekker vierkant en een spiertje erop’
Het vee dat bij de voorzitter van ’s lands grootste veeverbeteringsorganisatie in de stal loopt, is niet opvallend qua exterieur. „Gewoon lekkere gezonde boerenkoeien”, vindt de melkveehouder. „Mijn fokdoel is ook niet heel bijzonder of anders dan bij de meeste melkveehouders. Ik wil gezonde dieren waar je geen werk van hebt en die goed produceren. Mijn favoriete koe is niet te groot, lekker vierkant en heeft een spiertje erop. 84 punten is meer dan genoeg, zolang de koe maar functioneel is.”
aAa en genomics
Duursma bemoeit zich naar eigen zeggen zes keer per jaar met de fokkerij. „Dat regel ik op hoofdlijnen, vrij economisch en strategisch. Bij elke nieuwe indexdraai selecteer ik stieren die ik in het SAP zet en drie keer per jaar komt aAa-analyseur Marcel Verboom het jongvee coderen. Vanwege het voerefficiëntie-onderzoek gebruik ik tegenwoordig vooral veel nieuwe jonge genomicsstieren, zodat die zo snel mogelijk een fokwaarde voor voerefficiëntie kunnen krijgen.”
Best hoge gehalten
De veehouder laat ook van al het jongvee de genomics bepalen. „En ik laat aardig wat embryo’s inplaatsen, voor een deel van eigen dieren die ik spoel en voor een deel van CRV, waarbij de goede dieren dan later teruggekocht kunnen worden door CRV. Maar eigenlijk is het economische doel hier overal gewoon leidend. Vroeger fokten we vooral op productie; tegenwoordig ligt de focus meer op gezondheid en levensduur. Ik heb in een normaal jaar meer dan genoeg aan 20 procent vervanging. We hebben melkziekte uitgebannen, de koeien starten goed op. En ondanks dat we drie keer daags melken, hebben we best hoge gehalten, met 4,30 procent vet en 3,60 procent eiwit, bij 10.600 kilo melk.”
Lees ook de uitgebreide reportage over het bedrijf van de familie Duursma in het vakblad Melkvee dat op donderdag 20 of vrijdag 21 mei bij de abonnees in de bus is gevallen (of klik hier voor een proefnummer of om abonnee te worden).