Nederlandse melkproductie blijft achter bij vorig jaar

Op Europees niveau nam de melkaanvoer in Duitsland, Frankrijk en Nederland het meest af. Ierland noteerde daarentegen een forse groei. De melkaanvoer van de belangrijkste zuivel exporterende landen wereldwijd nam in januari en februari 2021 met 1,2 procent toe vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder. Met name in Nieuw-Zeeland (+7 procent), Argentinië (+6 procent) en Uruguay (+9 procent) groeide de melkproductie fors.

Dynamiek

De lagere melkproductie zorgde in Nederland vanaf de start van 2021 voor meer dynamiek op de zuivelmark. De snelle stijging van de boterprijs tot medio maart werd echter in de tweede helft van maart en de maand april voor een deel weer te niet gedaan door een achterblijvende vraag. De noteringen voor mager melkpoeder stegen na een rustig begin naar 251 euro per 100 kilo eind april. De notering voor vol melkpoeder liep de eerste drie maanden van het jaar hard op, maar deed de laatste maand een stapje terug.

Middenmoot

Internationaal gezien staat Nederland in de middenmoot. Nieuw-Zeeland realiseerde in april zowel de hoogste boternotering, 481 euro per 100 kilo, als de hoogste notering voor mager melkpoeder, 282 euro per 100 kilo. Nederland noteerde in dezelfde periode een boterprijs van 403 euro per 100 kilo en een prijs voor mager melkpoeder van 252 euro per 100 kilo. Het Verenigd Konikrijk (VK) lijkt weinig last te hebben van de definitieve uittreding uit de EU per 1 januari van dit jaar. In april noteerde het VK een boterprijs van 435 euro per 100 kilo en mager melkpoeder bracht 249 euro per 100 kilo op.