Duitse regering beperkt macht investeerders op grondmarkt

Bijna zestig procent van het Duitse landbouwareaal is in handen van investeerders die niet uit de agrarische sector afkomstig zijn. Dat is één van de redenen waarom de grondprijs en pachtprijs in Duitsland snel stijgt. Familiebedrijven en jonge boeren kunnen de concurrentie op de grondmarkt met de mega ondernemingen niet aan, schrijft de Duitse landbouwminister Julia Klöckner in een brief aan de deelstaten in Duitsland. Daarin stelt ze elf maatregelen voor die de macht van de Duitse investeerders op de markt voor landbouwgrond moeten beperken.
Verdubbelde grond-en pachtprijzen
De prijzen van landbouwgrond zijn tussen 2005 en 2019 met meer dan 200 procent gestegen. Ook de pachtprijzen zouden zijn verdubbeld. „Dat betekent minder geld voor investeringen in dierenwelzijn, klimaatbescherming of biodiversiteit. En een aanzienlijk deel van de Europese GLB betalingen gaat naar de verhuurder”, schrijft Klöckner. Naar schatting 50 tot 80 procent van de GLB betalingen gaat naar overwegend niet landbouwgerelateerde grondeigenaren. Jaarlijks minstens 2,4 miljard euro. Al jaren wordt hierover in Duitsland gediscussieerd.
Verlaging speculatiedrempel
Nu komt de Duitse regering dus met concrete maatregelen. In de brief aan de deelstaten bepleit Klöckner dat de deelstaten moeten nagaan of fulltime boeren voorrang kunnen krijgen op de grondmarkt, boven overnames door investeerders. Daarnaast moet het niet openbaar maken van pachtcontracten als administratief misdrijf worden bestraft, om ongelimiteerde pachtprijs opdrijving tegen te gaan. De invoering van een speculatiedrempel, die momenteel alleen geldt voor koopcontracten die 50 procent boven de marktprijs liggen, moet worden verlaagd. Als een te prijzen voorbeeld noemt Klöckner effectieve veranderingen die de Zuid-Duitse deelstaat Baden-Württemberg al heeft doorgevoerd.
Ontwijking overdrachtsbelasting
De meeste voorstellen zijn gericht aan de verantwoordelijken in de Duitse deelstaten, maar sommige maatregelen zijn een verantwoordelijkheid van het federale ministerie van Financiën in de hoofdstad Berlijn. Dan gaat het om constructies waarbij grond niet rechtstreeks worden verkocht, maar in de vorm van aandelen in een vennootschap (“share deals”) wordt verhandeld. Dergelijke transacties zijn in Duitsland tot dusverre vaak vrijgesteld van overdrachtsbelasting. Daar moet verandering in komen, zegt Klöckner.
Door de lage rente is landbouwgrond "een speelbal geworden voor niet-agrarische investeerders", aldus Klöckner in de brief aan de Duitse deelstaten. „Dat maakt investeerders rijk, maar onze landelijke regio’s dreigen er door te verarmen.”

Tekst: Erik Colenbrander
Ervaren freelance vakjournalist (52), opgeleid als ingenieur melkveehouderij en van jongs af aan gefascineerd door de boerenwereld en in het bijzonder de melkveehouderij en het weer. Met veel plezier richt ik me de laatste jaren ook op de akkerbouw, in het kader van een 'leven lang leren'.
Beeld: Ellen Meinen
Bronnen: BMEL, Frankfurter Allgemeine Zeitung