Gras-klaver vraagt intensiever graslandmanagement en aangepaste bemesting
![](http://d3ncyx4db87lab.cloudfront.net/03/99/309/img_2941.-detail.jpg)
Hogere opbrengst
De huidige generatie gras-klavermengsels kunnen bij de huidige bemestingsniveaus meer droge stof opleveren dan gangbaar grasland, zo laat zowel onderzoek als praktijk zien. Met de steeds strengere bemestingsnormen is elke ton droge stof extra meegenomen. Bovendien is het ruweiwit- en DVE-gehalte van gras-klaver vaak hoger. Gras-klaverpercelen zijn geschikt voor maaien en rantsoenbeweiding, Door de aanwezigheid van rode klaver zijn ze minder gevoelig voor droogte. Verder zijn ze later in het seizoen minder gevoelig voor kroonroest.
Mengsel rode en witte klaver
Witte klaver meezaaien is noodzakelijk voor een uniform perceel. Witte klaver kan zich namelijk verspreiden zodat plekken met een matige stand worden ingevuld. Rode klaver kan dit niet. Optimaal is een grasklaverperceel met ongeveer 70% rode klaver en 30% witte klaver. In totaal is er circa 7 tot 10 kg zaaizaad nodig per ha. Om een perceel goed in balans te houden, is het belangrijk lichte sneden (< 2 ton ds) af te wisselen met zwaardere sneden (>3,5 ton ds).
Afwijkende stikstofbemesting
De stikstofbemesting (N) van een grasklaverperceel wijkt af van een normaal grasperceel. Voor een grasklaverperceel met 30% klaver wordt geadviseerd om de eerste snede te bemesten op basis van het gebruik (maaien of weiden) en van het stikstofleverende vermogen (NLV-waarde) van de bodem.
Vanaf de tweede snede is het N-advies 0 om zodoende de ontwikkeling van de klaver niet te remmen. De benodigde stikstof voor deze en volgende sneden moet in principe uit de stikstofbinding van de klaver komen. Het klaveraandeel en de verdeling over het perceel zijn dan ook essentieel. Een gras-klaver perceel met een klaveraandeel van ongeveer 30 % kan dezelfde graskwaliteit leveren als een grasperceel dat op jaarbasis met 250 kg N wordt bemest.
Als voor de overige sneden toch organische mest wordt toegediend voor de fosfaat en kali, geef dan op jaarbasis niet meer dan 200 kg werkzame N uit zowel organische mest als kunstmest. Dit komt het aandeel witte klaver ten goede.
Het aangepaste bemestingadvies levert per saldo een besparing op van circa 120 tot 150 kg N uit kunstmest per hectare. Deze hoeveelheid stikstof kan elders op het bedrijf worden ingezet.
Fosfaat, kali en zwavel
Het fosfaatbemestingsadvies (P2O5) voor de eerste snede van een grasklaverperceel is wat lager dan voor een perceel met alleen gras. Door de lagere gift ontwikkelt het gras zich langzamer en krijgt de klaver in de eerste snede meer bescherming. Het kali-bemestingsadvies is voor grasklaver hetzelfde als voor een gewoon grasperceel. Wees zeker op zandgronden, vanwege de kans op uitspoeling, extra attent op de kali-hoeveelheid, om te voorkomen de klaver wegvalt. Op gronden met een (vrij) laag zwavelleverend vermogen (SLV < 11) is zwavelbemesting van 30 tot 40 kg S, verdeeld over de eerste twee sneden, aan te bevelen. De aanvoer vanuit de drijfmest en de depositie vanuit de lucht is namelijk onvoldoende om de afvoer te compenseren.
Regelmatige aandacht voor de pH
Klaver doet het goed op kalkrijke kleigronden. Voor een goede groei is op deze gronden een pH nodig van 6 en hoger. Voor zandgronden geldt dat deze niet te droog mogen zijn en een pH hebben van 5,5. Is deze lager, voer dan een bekalking uit. Veengronden zijn meestal te zuur en de hoge stikstofmineralisatie in veen belemmert de groei van klaver. Ook is het niet realistisch een veengrond naar het gewenste pH-niveau van 5,5 te brengen.
Een voldoende hoge pH is noodzakelijk voor de stikstofbinding van klaver. Bij een lagere pH zijn er minder (stikstofbindende) rhizobiumbacteriën en de bacteriën die overblijven zijn van minder efficiënte rhizobiumstammen. Verder is de pH belangrijk voor de beschikbaarheid van fosfaat en van calcium uit kalkmeststoffen die groei van klaver stimuleren.
Tekst: OCI, NutriNorm.nl