Hoge levensproducties in stal Teus van Dijk
Hoewel hij al jarenlang bijzonder succesvol is in het keuringscircuit, wekt Teus van Dijk nog altijd de indruk dat niet alles in het teken staat van die successen. Hij haalt geen speciale voorbrengers uit het buitenland, voert een eenvoudig rantsoen en houdt zijn topkoeien gewoon in de koppel. „Ik heb er ook geen tijd voor”, aldus Van Dijk, die met zijn gezin een quotum van ruim zeven ton vol melkt. „Bovendien wil ik de tijd er niet in steken. Ik heb ook andere hobby’s.” Van Dijk blijkt een fanatiek schaatser en wielrenner (zie kader).
Ongepolijste koeien in Hollandse stal
Landelijke bekendheid kreeg Teus van Dijk met de overwinning van de onbekende Geertje 289 op de NRM van 1998. Een dochter van een eigen stier. „Dat was inderdaad onze grote doorbraak. Maar daarvoor deden we ook altijd al mee aan keuringen”, vertelt Van Dijk, die pas in 1995 op de huidige locatie ging boeren.
Tot die tijd lag zijn bedrijf een kilometer verderop, tussen de doorgaande weg en het riviertje de Giessen. Daar molk Van Dijk samen met zijn vader Teus van Dijk sr. zeventig koeien in een Hollandse stal. „We hadden zware, wat ongepolijste koeien”, herinnert de veehouder zich.
„We molken de koeien in een doorloopwagen en hadden plannen om aan de andere kant van de weg te gaan bouwen. Mijn moeder wilde niet naar achteren, naar de polder waarin we nu zitten, en mijn vader ook niet. We hadden al puin aan de andere kant van de weg liggen, toen het toch nog anders ging. Ik kon er namelijk niet meer van slapen. De huidige plek lag te midden van onze weilanden en de buurman was bovendien gestopt.”
„Het was een gouden kans, die we uiteindelijk hebben gepakt. Voor mijn vader, die nu op 77-jarige leeftijd nog altijd ’s ochtends en ’s avonds mee melkt, was het bijzonder zwaar. Mijn moeder overleed namelijk later dat jaar. Mijn vader verkocht dus zijn boerderij en verloor zijn vrouw in één jaar tijd.”
Drie generaties honderdtonners
Van de ‘zware en ongepolijste’ koeien die Van Dijk op de grupstal had staan, waren de moeder en grootmoeder van Geertje 289 duidelijke voorbeelden. De veehouder noemt Knight-dochter Geertje 259 zelfs het Belgisch trekpaard onder de koeien. Met haar robuuste voorkomen bleek ze de perfecte partner voor eigen stier Slingeman 63, welke paring resulteerde in Geertje 289. „Slingeman 63 was een heel beste stier.
Hij was groot en had upstanding en ook was hij iets smal. Het was een mooie aAa-paring”, aldus Teus van Dijk, die zijn koeien overigens niet door een gekwalificeerd aAa-analist laat coderen, maar gebruikmaakt van het Semex-stieradviesprogramma. „Maar dat is niet leidend”, benadrukt de fokker. Zowel Geertje 259 als haar moeder Geertje 211 (v. Super Rocket) produceerde meer dan100.000 kgmelk, waarmee Van Dijk op een gegeven moment drie generaties honderdtonners op zijn bedrijf had.
Van het drietal is alleen Geertje 289 nog aanwezig. De koe is in januari 16 jaar geworden en inmiddels de oudste koe op het bedrijf en de enige die nog op de oude locatie is geboren. Nog dagelijks werkt de met 94 punten ingeschreven oud-NRM en oud-HHH-kampioene aan haar levenstotaal, waarbij ze bij de meest recente melkcontrole nog33,2 kgmelk produceerde. „Nog één controle en dan heeft ze de175.000 kgmelk vol”, aldus haar eigenaar.
Afgescheurde kruisband
In 2005 leek het einde van Geertje’s carrière in zicht, toen er een kruisband bleek te zijn afgescheurd. Van Dijk hield zijn oogappel langdurig in een strobox en hoopte, zoals het toen leek tegen beter weten in, dat de ernstig kreupele koe toch zou herstellen. En het onwaarschijnlijke gebeurde. De spieren rond de gewraakte plek namen de functie over, zodat de koe na verloop van tijd toch weer probleemloos kon functioneren. Zo kon het dat Geertje tien jaar na haar NRM-overwinning, in 2008 nogmaals deelnam aan de NRM.
Bijna twee jaar later is duidelijk dat nóg een NRM-deelname er niet meer in zit. „Ze wordt wat stram. Ze heeft wat last van artrose in haar knieën en ik heb het idee dat nu haar andere achterpoot aan slijtage onderhevig is”, aldus Van Dijk, die de koe apart in een strobox huisvest. Geertje gaat tweemaal daags als laatste door de melkstal en laat nog altijd niet met zich sollen. „Dat merk je wel als je haar een halster wilt omdoen”, lacht de veehouder. Omwille van haar lichamelijke gesteldheid maakt de veehouder de 16-jarige koe niet meer drachtig.
„Misschien dat we haar nog eens gaan spoelen.” Voorlopig zal de verder nog correcte en nog altijd fraai geuierde koe echter wel doorproduceren. „Geertje blijft altijd melk geven. Ik kan me niet herinneren dat ze ooit met minder dan twintig liter melk per dag is drooggezet. Groeien deed ze daarbij overigens wel.”
Stouwdamshof Teus
In het verleden is Geertje 289 al vaker gespoeld, met stieren als Lucky Leo, Storm, Titanic en Damion, waarvan ook dochters op het bedrijf lopen. Uit de spoeling met Titanic gingen embryo’s naar Gerrit van ’t Hof in Oosterwolde (Ov.), die er de stier Stouwdamshof Teus uit fokte. Teus werd twee jaar geleden ingezet bij KI Samen en wacht nog op zijn eerste index.
„Ik verwacht dat de stier in eerste instantie een modale productie zal vererven, Geertje was ook laatrijp”, aldus Teus van Dijk. Geertje 289 startte als vaars met een lactatiewaarde van 96, maar wist zich elk jaar te verbeteren. In haar voorlaatste lactatie wist ze tot 141 te reiken, terwijl ze in haar huidige lijst op 124 staat. In oktober 2008 kalfde de koe voor het laatst af en na 518 productiedagen staat haar teller alweer op24.392 kgmelk.
Geertje’s laatste kalving resulteerde in een tweeling stierkalveren van Goldwyn. Beide stieren zijn vertrokken naar KI Samen, die in januari de eerste, Profile, inzette en in maart ook de tweede, New Gold. „In de nafok van Geertje zie ik vaak nog iets terug van haar grof gebouwde moeder. Voor het beste resultaat kun je het beste een extreme stier gebruiken en er dan nog eens een extreme stier op zetten. We hebben twee kleindochters van haar van Rubens en dat zijn excellente koeien. Ook een extreme stier als Goldwyn zal daarom goed op Geertje passen.”
Succesvolle Wilhelmina’s
De andere succesvolle koefamilie in stal Van Dijk is de Wilhelmina-familie. Niet geheel onverwant aan de Geertjes zo blijkt, aangezien Slingeman 63, de vader van Geertje 289, uit de Wilhelmina’s stamt. Slingeman 63 is een zoon van Do-Oc uit een Marlin-moeder. Deze Wilhelmina 179 is tevens de grootmoeder van Jolt-dochter Wilhelmina 311 (A90, mv. Ideal), die succesvol was op keuringen en de moeder is van Stormatic-zoon Slingeman’s Image, die op de stierenkaart van KI Samen staat.
De bekendste Wilhelmina’s zijn Juror-docher Wilhelmina 358 en Allen-dochter Wilhelmina 369. Wilhelmina 358 was al twee keer reservekampioene op de NRM en werd in 2007 algemeen kampioene op de HHH-show. „Eerder dat jaar waren we haar bijna kwijtgeraakt aan blauwtong, nadat ze een tweeling had gebaard en de nageboorte er niet was afgekomen. Bij menig veehouder had ze aan de weg gelegen, we hadden een veeartsrekening van 2.000 euro”, weet Van Dijk nog. „Toen ze uiteindelijk herstelde, hebben we haar meegenomen naar Hoornaar, waar ze net naast de prijzen greep. Maar later op de HHH-show was het wel raak.”
Vanuit het niets
Haar één jaar jongere halfzus, Wilhelmina 369, eiste twee jaar geleden vanuit het niets de overwinning op de NRM op. „Als vaars haalde ze op haar gemak een productie van40 litermelk per dag, maar ze was eigenlijk niet scherp genoeg voor de keuring. Als tweedekalfs bracht ze een dode tweeling en verprutste haar lijst en weer een jaar later ging de HHH-show niet door vanwege blauwtong”, verklaart Van Dijk. Dat het niet bij één overwinning hoeft te blijven, bleek begin dit jaar op de Zuid-Hollandse Wintershow in Noordeloos, waar de Allen-dochter kampioene werd, voor halfzus Wilhelmina 358.
„De Allen kan er op de NRM goed voor staan”, denkt Van Dijk. „Ze heeft in december gekalfd en produceerde ten tijde van haar kampioenschap in Noordeloos78 kgmelk per dag.” Om de enorme koe scherp te houden voor de NRM melkt Van Dijk haar, samen met haar Juror-halfzus, tot die tijd driemaal daags. „’s Morgens met de koppel mee, ’s middags om half vier en ’s avonds met het afvoeren nog een keer. Maar na de NRM stop ik er wel mee.”
„De Juror heeft in mei een jaar gekalfd en is nu waarschijnlijk drachtig. Op de NRM zal ze dus vermoedelijk niet in topvorm zijn.” De op 27 april 2001 geboren Wilhelmina 358 maakt een 305-dagenlijst van17.925 kgmelk met 3,19 procent vet en 3,06 procent eiwit en produceerde in haar leven al meer dan90.000 kgmelk. Wilhelmina 369 is geboren op 4 mei 2002 en berekend op18.810 kgmelk met 2,94 procent vet en 3,04 procent eiwit in 305 dagen.
„Bij driemaal daags melken verdunt de melk gewoon”, verklaart de veehouder de lage gehaltes. Hij wijst op het latere deel van de vorige lactatie van Wilhelmina 369, waarin ze nog steeds ruim meer dan30 kgmelk per dag produceerde, maar dan wel met ruim 4 procent eiwit.
Klossen van klauwen
Dat ook de Wilhelmina’s over veel levensduur beschikken, blijkt dat de achtjarige Allen-dochter en de negenjarige Juror-dochter in de excellente Wilhelmina 342 (v. James) nog een oudere halfzus hebben. Sterker nog, hun tevens excellente en ruim dertienjarige moeder Wilhelmina 296 (Lucky Leo x Ideal) is ook nog altijd aanwezig. De koe produceerde al ruim130.000 kgmelk en is nog altijd klokgaaf. „De beste fokkoe van Nederland”, lacht Van Dijk. „Welke koe heeft nog meer twee dochters, die beide kampioen van Nederland zijn geweest?”
„Wilhelmina 296 is een koe met dikke klossen van klauwen. Zelfs paringen met stieren als Juror en Allen leiden nog tot dochters met goede benen en klauwen”, stelt de fokker. „Met haar fenomenale klauwen kan ze nog jaren mee, maar dan moet ze nu wel drachtig worden.”
Ook hier blijkt de levensduur niet uit de lucht te komen vallen. De Ideal-moeder van Wilhelmina 296 produceerde tien ton vet en eiwit en ook de Tops-grootmoeder werd oud. „Laatrijpheid is heel belangrijk”, oordeelt Van Dijk. „Koeien moeten elk jaar beter worden. De indexfokkerij heeft veel vroegrijpheid gebracht, de exterieurfokkerij is laatrijper.”
Tweelingen
Tot dusver was de vruchtbaarheid van Wilhelmina 296 uitstekend. Ze bracht elk jaar een kalf, waarvan verreweg de meeste vrouwelijk. Teus van Dijk herinnert het zich moeiteloos, net zoals hij ook alle andere afstammingen in zijn veestapel moeiteloos opsomt. „Naast de drie genoemde dochters, hebben we nog een Roy-dochter gehad van 87 punten en een volle zus van Wilhelmina 358, die fraai, maar wel wat degelijker van bouw is. Ook hebben we een Damion-dochter van 87 punten, die moet worden gemerkertest en nog een tweeling van September Storm.”
Met Wilhelmina 358 en Wilhelmina 369 was Van Dijk minder gelukkig wat betreft vrouwelijke nakomelingen. Van de Allen melkt hij alleen en Champion-dochter en van de Juror alleen een Shottle-tweeling. Het is opvallend hoe vaak Van Dijk het woord ‘tweeling’ in de mond neemt en dat blijkt niet zonder reden. „Van vroeger uit hebben we jaarlijks wel zes tot zeven tweelingen. Nu alleen al zitten er drie stellen tweelingvaarskalfjes.”
Naast de Damion-dochter wil CRV acht andere koeien van Van Dijk laten merkertesten. „Ik heb natuurlijk wat ander bloed”, verklaart Van Dijk. „Ik heb O Man niet gebruikt en ook Shottle gebruik ik nauwelijks. Ik let niet sterk op eiwit, maar probeer extreem negatieve stieren wel uit te sluiten. En O Man fokt mij wat te dik. Het is mijn type koeien niet, maar misschien komt er wel een zoon van door die ze wat ranker geeft, zoals misschien Cricket van CRV.”
Van Dijk zegt al jaren geen CRV-stieren meer te gebruiken, maar heeft opvallend genoeg wel twee Marker-dochters met bijna100.000 kgmelk. „Hun moeders waren ook honderdtonners”, verklaart Van Dijk, wiens bedrijf al zestien honderdtonners voortbracht. „De bovenste tien koeien van het melkcontroleformulier zijn al over de100.000 kgmelk of zijn hard op weg die kant op.”
Invloed van CB Allen
Teus van Dijk let in de fokkerij heel sterk op exterieur en daarnaast ook op de bloedvoering. „Ik gebruik graag Durham-bloed, met stieren als Damion en Zenith.” Van Zenith heeft Van Dijk via Storm een kleindochter van Geertje 289, die onlangs als vaars met 88 punten werd ingeschreven en ook gaat worden gemerkertest. De dertien vaarzen die onlangs werden gekeurd, werden ingeschreven met gemiddeld 86,1 punten, waarbij de kleinste 1,52 en de grootste1,58 meterwas. „De inspecteur vertelde me dat hij de module voor robuustheid moest aanpassen, omdat mijn koeien zo groot zijn”, aldus Van Dijk.
De veehouder heeft negen koeien aangemeld voor de NRM, met als vaders Allen (3x), Rubens (2x), Lee, James, Juror en Leduc. Dat CB Allen de meeste invloed heeft is niet zonder reden. „Veel stieren geven tegenwoordig te lichte koeien”, vindt Van Dijk, „daarom gebruik ik veel Allen-zonen en ik heb ook Allen zelf nog steeds in het vat.” Teus van Dijk houdt van robuuste koeien en constateert op basis van de toenemende belangstelling voor inkruisen, dat dit voor veel veehouders geldt.
„Wat dat betreft had er met Geertje289 inde fokkerij meer kunnen worden gedaan. Alle Geertjes hebben een spiertje”, wijst de fokker naar een bijzonder robuuste en subliem geuierde Titanic-dochter van Geertje. „Ik had verwacht dat ze voor robuustheid ver over de 90 zou gaan, maar ze bleef steken op 87. Ze zal wel te robuust zijn”, oordeelt Van Dijk over de hoogproductieve volle zus van stier Teus.
BEDRIJFSGEGEVENS
Teus van Dijk runt samen met zijn vrouw Lia, zijn vier dochters en zijn vader Teus sr. een melkveebedrijf met ruim zeventig koeien. Van Dijk melkt in een 2 x 6 open tandem stal en heeft voorlopig geen uitbreidingsplannen. „Alles klopt precies met elkaar en de stal zit vol.”
Rollend jaargemiddelde:10.902 kgmelk met 3,94% vet en 3,45% eiwit, bij een gemiddelde leeftijd van vijf jaar en zeven maanden.
Quotum: ruim700.000 kgmelk.
Exterieur: gemiddeld 86,7 punten, de oudere koeien gemiddeld 87,8 punten, de veestapel telt zestien excellente koeien.
Stiergebruik: Baroque,Bolivia, Savard, Samuelo, Knowledge, Duplex, Sanchez, Survivor, Denzel en Allen.
Grondareaal:49 hectaregrasland in gebruik, waarvan42 hectarein eigendom.
Rantsoen: Van Dijk houdt het naar eigen zeggen graag simpel en voert kuilgras, bierbostel en gebroken maïs ongemengd aan het voerhek, soms aangevuld met soja en maïsmeel. In de stal is geen krachtvoercomputer en alleen in de melkstal krijgen de koeien brok. Dat gaat op gevoel door aan een touwtje te trekken. In de melkstal krijgen de koeien een mengsel van driekwart brok en een kwart pulpbrok. In de zomer wordt weidegang toegepast, waarvan in de maanden juni, juli en augustus volledig. Ook het jongvee wordt eenvoudig gevoerd met gras en brok van de melkkoeien. Wel voert Van Dijk zijn kalfjes lang door. De kalveren krijgen tot een leeftijd van vier maanden tweemaal daags twee liter koemelk.
Tekst: Anne Hiemstra
Beeld: Gerard Burgers