Melkprijs zeer volatiel
In 2007 stopte Europa met interventies in de melkprijs. Boeren merkten meteen de gevolgen van marktwerking: de prijs schoot omhoog. Waar de gemiddelde melkprijs per honderd kilo in 2006 nog rond de 28,25 euro lag, steeg die in 2007 tot 32,50 euro – de hoogste prijs in jaren. In 2008 bleek dat het nog hoger kon: de prijs steeg toen naar 35 euro, de hoogste prijs van deze eeuw. Boeren die zich al rijk rekenden kregen in 2009 echter lelijk het lid op de neus. Met 27,40 euro bereikte de prijs een diepterecord. Om het jaar daarna weer goed te herstellen.
Melk verkopen heeft tegenwoordig veel weg van een rit op de achtbaan. Na de afschaffing van het quotum zal het fluctueren van de melkprijs alleen nog maar erger worden. Dit heeft gevolgen voor de bedrijfsvoering van melkveehouders.
Verenigde Staten
In landen als de Verenigde Staten zijn prijsschommelingen al sinds jaar en dag realiteit. De fluctuaties zijn daar groter als wat we tot nu toe in de Europese Unie gewend zijn geweest. Amerikaanse boeren hebben geleerd daarmee om te gaan. Zijn de Verenigde Staten daarmee een voorbeeld voor Europa, en voor Nederland? „Voor wat betreft prijsontwikkelingen misschien wel”, zegt Henk van Dijk, economisch adviseur bij de GIBO accountants- en adviesgroep.
„Maar voor bedrijfsvoering zeker niet. De verschillen tussen Nederlandse en Amerikaanse bedrijven zijn te groot.” Zo bezitten boeren in de VS in het algemeen geen eigen land en zijn voerkosten een belangrijk deel van de totale bedrijfskosten.
„In Nederland is het aandeel voerkosten maar half zo groot als in de VS”, vertelt Van Dijk. „Hier hebben boeren veel vaste kosten, terwijl in de VS een groter deel van de kosten variabel is. Met variabele kosten zijn prijsschommelingen beter op te vangen.” Maar het veranderen van die verhouding is niet iets dat makkelijk gedaan kan worden.
Vaste kosten beheersen
„Wat Nederlandse boeren in ieder geval moeten doen”, zegt Van Dijk, „is zorgen voor een goede financiële buffer. Als ze willen uitbreiden, moeten ze zich afvragen wat het doel is, en wat de beste tijd is om die investering te doen. Ook zullen ze meer voor de lange termijn moeten plannen. Daarbij mogen ze nadenken of die plannen bestand zijn tegen een jaar als2009.”
Cor Bruns, directeur Agrarische Bedrijven bij de ING bank, is het helemaal eens met Van Dijk. „Je ziet dat Nederlandse melkveehouders veel investeringen hebben gedaan”, vertelt hij. „In grond, in gebouwen en in quotum. Maar daardoor hebben ze grote financieringslasten. Die zullen ze toch elk jaar moeten opbrengen, bij hoge en bij lage opbrengsten.”
Overleven door groeien
„Vroeger kon een bedrijf overleven door elk jaar te groeien, vervolgt Bruns. „In tijden met relatief stabiele prijzen kon dat ook. Als je zekerheid hebt over de toekomst, heb je een idee hoe je je financiering kunt betalen." Maar de schommelende prijzen maken de toekomst een stuk onzekerder. „Daarom moeten boeren nu niet meer automatisch elk jaar willen groeien”, meent Bruns.
„Je moet meer consolideren. Investeren doe je dan op zorgvuldig uitgekozen momenten. Naar dat tijdstip kun je dan toegroeien in je financiële planning.” Bruns merkt dat deze boodschap weerstand oproept bij boeren. „Die komt voort uit een gevoel van ‘ik moet elk jaar investeren’”, zegt hij. „Boeren hebben dat nu eenmaal altijd zo gedaan. Maar in deze tijden moet je rationeel investeren, en minder emotioneel.”
LTO-bestuurder Kees Romijn ziet ook dat melkveehouders in Nederland veel vaste kosten hebben. „In theorie is het goed om een groter aandeel variabele kosten te hebben”, zegt hij. „Daarmee kun je prijsschommelingen opvangen. Maar die omschakeling duurt jaren.”
Hij ziet het aandeel vaste kosten, en zeker financieringskosten, niet snel afnemen. „Grond is duur in Nederland. Arbeid ook. En je hoeft straks dan wel niet meer in melkquotum te investeren, maar daarvoor krijgen we investeringen in duurzaamheid terug.”
Kansen op de melkmarkt
Een gezond investeringsbeleid is voor Romijn maar de helft van het verhaal. „Melkveehouders moeten zich ook afvragen hoe zij straks hun melk gaan verkopen. Als de markt volatieler wordt, biedt dat ook meer kansen.” Hij voorziet dat er nieuwe mogelijkheden komen om melk te verhandelen. „Veilingen bijvoorbeeld. Ook kan ik me voorstellen dat er termijnmarkten gaan ontstaan.”
Hoe en waar ze melk willen verkopen, is straks dan ook een belangrijke beslissing voor boeren. „Je kunt op zekerheid spelen door contracten af te sluiten met coöperaties. Of je kunt je melk aanbieden op de spotmarkt en zo proberen dagwinst te boeken.”
Welke keuze boeren maken hangt af van hun situatie. „Bij hoge financiële lasten is het verstandig om minder op de spotmarkt actief te zijn. Die vaste kosten moet je af willen dekken met langlopende contracten; die geven zekerheid.” Wat ze ook doen, boeren zullen de markten meer moeten volgen. „Als je prijzen en marktontwikkelingen in de gaten houdt, ben je beter in staat om het goede moment te prikken om je melk te verkopen, of een contract af te sluiten.”