Houtvezels in ligboxen
Vrachtauto’s rijden vroeg in de morgen al af en aan. De wind raast tussen de gebouwen door. In de kantine staat gebak voor de 24 personeelsleden. De sfeer op kantoor is opperbest. De planner is druk. De telefoon rinkelt aan de andere kant van het gangetje. „Gutemorgen, Ben Tannemaat. Gestern hat sich einer gemeldet, ja. Ja, nächste Woche.”
Tannemaat regelt de inkoop. Hermien ten Barge zit tegenover hem, zij doet de verkoop. „Het meeste hout komt uit het Sauerland, de Eiffel en de Belgische Ardennen.” Het betreft vooral naaldhout, maar bij All-Round komen ook wel populieren en heel zelden ander loofhout als eiken en beuken in krulvorm binnen. In eerste instantie is het hout bedoeld voor de palletindustrie, en in mindere mate ook voor meubilair. Tannemaat:
„Dat hout wordt van het bos naar een van de vele zagerijen gebracht waarmee we werken. Van de zagerij krijgen wij vervolgens het restmateriaal, en dat is zaagsel.” In grote zagerijen in het buitenland gaat er met gemak120 meterhout per minuut doorheen. De meeste naaldbomen hebben een doorsnee van35 centimeter. Met andere woorden; van dik hout zaagt men planken.
Klebsiëlla
Tot voor kort werkten ze met het motto ‘als het maar van hout is’, maar dat gaat niet meer op. Tannemaat zegt tegenwoordig ook met compost te experimenteren (‘niet van gft’), en misschien komen er ooit nog papieren propjes in de boxen te liggen. „Stro blijft natuurlijk het goedkoopste voor de boer, maar dat is erg bewerkelijk.”
Tannemaat gaat voor aankoop van houtvezel en zaagsel het spul bekijken. Boeren willen het zaagsel zo fijn en zacht mogelijk, met name als zij het op matten of matrassen strooien, en in alle gevallen zonder schors. Dat laatste is nou net niet 100 procent te garanderen, want met grote beitels wordt die schors verwijderd, en afhankelijk van de grillige vorm van de boom blijft er wel eens een stukje zitten.”
„De schors zorgt namelijk voor meer kans op uierinfecties als mastitis. De veroorzaker die in schors voor kan komen (via bosgrond), de Klebsiëlla-bacterie, moet dus onschadelijk gemaakt worden. Om die reden behandelt het houtvezelbedrijf het zaagsel met een combinatie van zuren. Op het moment dat het zaagsel fijngemalen worden, spuit een zelf ontworpen machine het middel door het zaagsel. Het strooisel is dan vrij van de bacterie die mastitis veroorzaakt.
Zaagsel los gestort
Als het zaagsel fijngemalen is, blaast de machine het naar buiten, in containers. Chauffeurs trekken die containers op de wagen en brengen ze naar de boeren. Bij melkveehouders wordt het meestal los gestort, buiten of binnen. En als het stormt zoals op deze typische herfstdag, dan is dat lossen een extra leuke klus voor chauffeur Hans Konink. De melkveehouder kijkt toe vanuit de stal, die weet uit welke hoek de wind waait.
’s Middags komen prijswinnaars de kantine van het houtvezelbedrijf binnen. Zij melden zich voor hun op de beurs in Hardenberg gewonnen prijzen. Uiteraard is er weer koffie met gebak.