Ruitzaai heeft positief effect op de benutting van drijfmest
Vier jaar lang werden op dezelfde locatie drie verschillende teeltmethoden met elkaar vergeleken, de standaardmethode, drijfmestrijenbemesting en ruitzaai. Na vier jaar lag de droge stofopbrengst van de ruitzaaimethode 500 kilogram boven de standaard teeltmethode en 1.000 kilogram boven de drijfmestrijenbemesting. Kijkend naar de stikstofopbrengst zijn de verschillen aanmerkelijk kleiner, maar ook hier is de opbrengst het hoogst bij ruitzaai, 3 kilogram stikstof meer per hectare dan bij de standaardmethode. Bij het toepassen van drijfmestrijenbelasting lag de stikstofopbrengst 6 kilogram per hectare lager dan bij de standaardmethode.
Werkwijze
Zowel bij de ruitzaai als bij de standaardmethode werd de drijfmest één tot drie dagen voor het ploegen toegediend. Bij de drijfmestrijenbemesting gebeurde dit één tot zeven dagen na het ploegen. Voor het toedienen van de mest maakte de onderzoekers gebruik van een injecteur, de toegepaste dosering bedroeg 30 kuub per hectare. De plantafstand bij ruitzaai bedroeg in alle richtingen 37,5 centimeter. De rijafstand bij zowel de standaardmethode als de rijenbemesting bedroef 75 centimeter.
Binnen de verschillende teeltmethode werd ook nog onderscheid gemaakt tussen planttypen, plantdichtheid en stikstofbemestingsniveaus. Dit onderscheid had geen effect op de uitkomsten van de proef.
Vervolgonderzoek
Uit eerder onderzoek was juist naar voren gekomen dat een betere plaatsing van drijfmest in de maïsteelt door middel van drijfmestrijenbemesting resulteerde in een beteren benutting van de toegediende mineralen. In dat onderzoek werd echter zowel bij de standaard teeltmethode als bij de rijenbemesting de mest toegediend na de hoofdgrondbewerking. In deze vierjarige proef is de drijfmest bij de standaardmethode voor het ploegen uitgereden. Verder onderzoek is nodig om vast te kunnen stellen in hoeverre het moment van toedienen van de mest van invloed is op het verschil in opbrengst tussen de standaardmethode en de drijfmestrijenbemesting.
Het grote nadeel van het toepassen van de drijfmestrijenbemesting is dat er na de hoofdgrondbewerking nog zware machines het land op moeten voor het toedienen van de mest. Dit verhoogt het risico op bodemverdichting en structuurbederf.
De resultaten van het onderzoek zijn samengevat in een nieuwe facsheet.
Tekst: Hermien van der Aa
Woont en werkt op een melkveebedrijf in Hernen met als neventakken educatie en zorglandbouw. Sinds 2020 parttime redacteur melkvee bij Agrio, waar ze hoofdzakelijk schrijft voor de website melkvee.nl, het vakblad Melkvee en de regiobladen
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Verantwoorde Veehouderij