Dierenarts doet uitvindingen

Innovatie en ondernemen zijn altijd al zijn hobby geweest. Iets geks bedenken en kijken of er markt voor is. Zo richtte hij als student ‘Jansen en Jansen party-service’ op en had hij een klein fokkerijbedrijfje. „Toch ging het me nooit om de verkoop. Vooral het bedenken, maken en verbeteren vind ik leuk. Grote omzet is niet nodig om er voldoening uit te halen. Dat geldt nog steeds”

Koeienslipper

Jansens eerste vinding als dierenarts, de koeienslipper, kwam in 2008 op de markt en ging sindsdien een paar duizend keer over de toonbank. Zelfs op de Eurotier in Hannover vorige maand was de vinding te vinden.

Jansen bedacht het slippertje toen hij in Friesland werkte en op veel grote rundveebedrijven kwam. „Mortellaro en tussenklauwontsteking waren een flink probleem, terwijl het baden en intapen steeds een heel gedoe was. ‘Daar moet wat beters voor te verzinnen zijn’, dacht ik.”

„Mijn eerste ideeën bleken te omslachtig. Een grote schoen waar je de klauw in kunt zetten bijvoorbeeld, of een sok die je ver omhoog moest trekken. Uiteindelijk kwam de slipper boven drijven: een zacht en dik verband dat je tussen de twee klauwhelften door trekt, en vervolgens met klittenband vast zet. Het lijkt wel zo’n zomerse teenslipper voor mensen, vandaar de naam.”

De bedoeling is om op het verband CTC-spray te spuiten. Iedere keer als de koe haar poot optilt, komen de twee klauwhelften bij elkaar en wordt de spray vanzelf naar boven gedrukt, precies op de juist plek. „Het handigste is dat je er nieuwe spray op kunt spuiten zonder dat de slipper eerst af moet. Je hoeft hem alleen iets naar beneden te trekken”, legt Jansen uit.

Hoewel de slipper voor eenmalig gebruik is, weet de veearts best hoe het in de praktijk gaat: „Je ziet ze aan de waslijn hangen, om opnieuw te gebruiken. Ik snap dat wel; ze kosten nu nog 10 euro per stuk. Dat moet 2,50 euro worden, zodat het goed kan concurreren met een rolletje verband. Maar ik heb de verkoop uit handen gegeven, dus ik ben niet de enige die dat bepaalt.”

Kapstok en rekker

De koeienkapstok verkoopt Jansen wel in eigen beheer. „Ik ben dierenarts, geen nationale verkooporganisatie. Maar de kapstok wordt maar op kleine schaal verkocht. Het is vooral bedoeld voor dierenartsen of veehouders met een groot bedrijf.”

De kapstok kwam boven borrelen toen Jansen vier koeien achter elkaar een infuus gaf en zijn arm begon te protesteren: „Pfff, dat moet makkelijker kunnen.” Door een rekje op de rug van een koe te bevestigen en daar het infuus aan te hangen, wordt nu menig arm ontzien. AUV, een Nederlandse dierenartsengroothandel, nam een partij af en bij de RECA kregen veehouders de kapstok gratis bij bepaalde bestellingen.

Vorige maand introduceerde Jansen zijn nieuwste vinding; een koeienoprekker, bedoeld om bij geboortes de schede preventief op te rekken. „Ook in de praktijk ontstaan, toen ik weer een uitgescheurde vaars moest hechten.” Door het toetervormige apparaat in de schede te plaatsen en met een draaiende beweging voorzichtig te drukken, wordt de buitenste kringspier in de geboorteweg langzaam opgerekt. „Nu gebeurt het vaak met de armen, maar dat voelt onhandig en kost een hoop kracht. Bovendien is de druk dan niet overal gelijk.”

Serieus

Hoewel Jansen zijn vindingen met een uiterst serieus gezicht toelicht, wordt er door sommige mensen toch wat lacherig over gedaan, beaamt hij. „De meeste veehouders zijn enthousiast, maar sommigen vinden het gewoon niets. Zij willen alleen producten die bewezen en veelgebruikt zijn. Maar uiteindelijk duurde het ook jaren voordat eenvoudige vindingen als het uiernet –vroeger populair op de grupstal-, de peesklem of de geboortekrik gangbaar werden. Bovendien hoeft het van mij niet groots te worden. Ik vind het bedenken en ontwikkelingen gewoon mooi.”

Toch, vertelt dierenarts voorzichtig, zou hij het wel leuk vinden als één of twee van zijn vinding zouden doorbreken. „De slippers doen het wat dat betreft al niet slecht. Maar ik kan wel merken dat dit soort nieuwigheidjes het eerste is waar veehouders op bezuinigen als de melkprijzen laag zijn. Jammer maar begrijpelijk.”

Toekomst

Met de komst van een slipper, kapstok en oprekker is Jansen nog lang niet klaar met experimenteren. Twee nieuwe vindingen liggen al in het verschiet. „Zo bestaat de dubbeldroogzettherapie van Orbeseal, maar ik heb er nog een extra bescherming bij bedacht. Een ‘triple-therapie’ zou je kunnen zeggen. De eerste prototypes zijn klaar en het bedrijf dat de koeienslippers verkoopt, wil ze nu gaan testen. Voorlopig zeg ik er dus nog maar niet teveel over. Daarnaast denk ik over een hakbeschermer, om dikke hakken goed te behandelen maar ook te voorkomen.”

Jansens uiteindelijke doel is om de onderzoekstak van zijn dierenartsenpraktijk uit te kunnen breiden, een complete ‘koeienlijn’ te ontwikkelen en om individuele veehouders te helpen bij het ontwikkelen van hun eigen ideeën en vindingen. „Er zijn veel veehouders met slimme praktische ideeën, maar die niet de weg weten om zoiets volledig te ontwikkelen, subsidiepotjes te vinden en het misschien zelfs op de markt te zetten. Daar zou ik ze graag bij helpen. Want van slimme vindingen word ik nu eenmaal enthousiast.”