Nieuwe methode melkziektepreventie
„Iedereen weet dat voeding grote invloed heeft op melkziekte. Maar niemand kon tot nu toe meten wat rantsoenveranderingen werkelijk doen met een koe. Deze test biedt handvatten. Door af en toe het bloed van je droge koeien te onderzoeken, weet je precies wat ze doen met het rantsoen dat je aanbiedt en hoeveel risico op klinische, maar ook subklinische, melkziekte ze lopen. Op basis daarvan kun je hun voeding bijstellen of rantsoenwisselingen, zoals een andere kuil, opvangen.”
Calciumionen
Melkziekte is aan te tonen door het calciumgehalte in het bloed te meten. Voorheen kon alleen het totale gehalte bepaald worden. „Maar veel calciumdelen zitten nog vast aan andere stoffen in het bloed. Daar kan een koe niets mee”, legt Den Hertog uit. „Bij andere testen kan het daardoor lijken alsof ze genoeg calcium heeft, maar komt ze in werkelijkheid vrij beschikbaar calcium te kort. Juist die ‘geïoniseerde’ deeltjes kunnen we nu meten.”
Een druppeltje bloed wordt op een spanningsveld gelegd, waarna de geïoniseerde deeltjes gaan lopen en het apparaatje ze kan tellen. Op dezelfde manier kunnen de dierenartsen straks ook andere mineralen meten, als magnesium, natrium of kalium.
Naast nauwkeurigheid geeft de chip, ontwikkeld en mede-onderzocht door Blue4Green van de Universiteit Twente, een voordeel in tijd. „We kunnen de resultaten nu direct op de praktijk aflezen en er wordt een handcomputer ontwikkeld zodat het binnenkort zelfs naast de koe kan.”
Nauwkeurige aanpak
Tijdens het huidige onderzoek worden koeien twee weken voor het afkalven, de dag van afkalven zelf en twee weken daarna getest. „Gebleken is dat 50 tot 60 procent van de koeien melkziekte heeft zonder dat je het ziet. Ze kunnen prima opstaan, maar komen toch geïoniseerd calcium tekort. Daardoor hebben ze een grote kans op gezondheidsproblemen en komt de productie slecht op gang, wat een nadelig effect houdt op de hele lactatie.”
„Sommige veehouders geven koeien standaard een calciuminfuus om zulke problemen te voorkomen. Bij een koe die niet kan staan is dat nuttig, om haar in de benen te krijgen. Maar bij subklinische melkziekte heeft het geen zin. De koe heeft tijdens de droogstand al teveel calcium gekregen, waardoor een bepaald hormoon lui is geworden en het calcium niet meer wordt omzet in opneembare deeltjes. Door extra calcium toe te dienen via de bloedbaan, maak je dat bijschildklierhormoon nog luier.”
„Het is het dus belangrijk om precies te weten waar het calciumgebrek vandaan komt: speelde het tekort al in de droogstand, of heeft ze toen juist teveel calcium gekregen? Door op meerdere momenten te meten, is dat te achterhalen en kun je bepalen hoe je het probleem moet aanpakken. Ook bij andere ziektes waarbij mineralen een rol spelen, stelt de techniek ons straks in staat om betere diagnoses te stellen.”
Droogstand Management Programma
Het is het lastig om op de dag van afkalven zelf te meten, vinden de dierenartsen. „We denken daarom dat het in de praktijk vooral zal neerkomen op preventieve steekproeven. Door op slimme momenten bloed bij je droge koeien af te nemen, weet je precies hoe het zit met je voeding en kun je dit bijstellen.”
Hoeveel de chiptest straks kost, is nog niet duidelijk. Ook welk effect voedingsaanpassingen hebben, wordt nog onderzocht. Toch verwacht Den Hertog al wel dat veehouders interesse zullen hebben in het ‘Droogstand Management Programma’, zoals de praktijk het testprogramma zal noemen. „Die enkele koe die niet kan staan en een infuus nodig heeft, is niet zozeer het probleem. Ik denk dat de boer mee gaat doen, vanwege die 50 tot 60 procent koeien die onzichtbare melkziekte heeft. Dat kost de veehouder duizenden euro’s per jaar, terwijl het met de chip eenvoudig op te sporen en te voorkomen is.”
Tekst: José Bongen