Terugdringen van antibioticagebruik
Verreweg de meeste ervaring met antibioticavrij werken is te vinden in de biologische melkveehouderij. Zoals bij de Jerseymelkers Jan Dirk en Irene van de Voort uit Lunteren (Gld.), winnaars van de Ekoland Innovatieprijs 2011. De jury heeft dit biologische kaasbedrijf bekroond vanwege hun antibioticavrije bedrijfsvoering.
Volgens het juryrapport zijn zij erin geslaagd een rantsoen te ontwikkelen dat volledig in de pens verteert. Ze voeren diverse soorten geplette granen en eiwitbronnen als lupine, en afhankelijk van het suikergehalte in het weidegras is het rantsoen per halve dag bij te sturen. Met dit verse, enzymrijke voer houden ze de Jerseys gezond en vitaal. Een flinke schep kruidenpreparaat over het voer voorkomt kalverdiarree en wormproblemen, aldus de jury.
Knoflookextract
Maar het gros van de Nederlandse melkveehouders werkt niet met Jerseys en is evenmin biologisch. Op zoek naar ervaringen in de gangbare veehouderij stuit je al snel op melkveehouder Arnold van Veelen uit Biddinghuizen (Fl.). Samen met zijn broer melkt hij op twee bedrijven driehonderd koeien; de gemiddelde productie ligt rond de11.000 liter.
Van Veelen vertelt dat hij alleen nog bij hoge uitzondering antibiotica gebruikt sinds hij in 2007 is begonnen met het natuurlijke knoflookextract Allicine. Het wordt onder de naam Allimax als curatief middel ingezet, voornamelijk bij uierontsteking. Het werkt volgens de leverancier tegen virussen, schimmels, parasieten en bacteriën.
Van Veelen: „Dit preparaat is bacteriedodend, maar in tegenstelling tot antibiotica doodt het alleen de ziekmakende bacteriën. De goede bacteriën worden juist gestimuleerd.” Een voorwaarde is wel dat het op de correcte manier wordt toegepast: „Je moet een koe met uierontsteking gedurende tien dagen lang elke dag 50 cc in de bek ingeven en die kuur ook afmaken; niet te snel stoppen wanneer een koe opknapt.”
Minder herhaling
De Flevolandse veehouder heeft het antibioticagebruik nagenoeg volledig uitgebannen. Slechts in twee procent van de mastitisgevallen zet hij nog antibiotica in. Het tankmelkcelgetal is niet hoger dan voorheen. Droogzetters gebruikt hij nog wel, behalve bij koeien die weinig produceren. Van Veelen: „Na een behandeling met Allimax zie ik ook een stuk minder herhalingsgevallen dan na antibiotica.”
„Ik verkoop het preparaat zelf ook; ik kom veel bij boeren en ik zie regelmatig driespenen. Die hebben wij niet.” Inmiddels zijn er volgens Van Veelen al tweeduizend boeren die Allimax gebruiken. „Ook bij kalverdiarree werkt het heel goed.” Voordeel van het preparaat is ook dat je melk gewoon kunt blijven leveren. De kosten zijn 350 euro per drie liter en 500 euro voor vijf liter (ex. btw.).
DTS
Jaap Burema uit Zeerijp (Gr.) gebruikt hetzelfde knoflookpreparaat, dat echter nog onder de naam DTS wordt verkocht. Hij zet zijn 120 koeien (die 9.000 à9.500 litermelk geven) standaard droog met antibiotica, en sommige koeien ook nog met een teatsealer. Maar zodra de gangbare veehouder beginnende uierontsteking vermoedt, wordt het knoflookpreparaat ingezet. Hij gebruikt het sinds een paar jaar bij koeien waar hij een vlokje in de melk ziet, of die een iets dikker kwartier hebben, maar die nog geen koorts hebben.
Niet elke koe reageert even goed op DTS. Doorgaans werkt het bij twee van de drie koeien afdoende, ervaart Burema. Ook bij een speenbetrapping, wat bijna altijd leidt tot uierontsteking, geeft hij direct DTS. „Dat doodt de bacteriën die via de wond binnenkomen.”
Bij dieren met chronische problemen zoals hardnekkige aureus, vertrouwt de Groninger op antibiotica. Ook koeien met koorts krijgen meteen een pijnstiller met AB. „Maar dit jaar heb ik sinds januari nog maar een of twee koeien met antibiotica behandeld. Ik ga ervan uit dat ik in totaal een kwart minder antibiotica gebruik dan voorheen.”
Mastitisvaccin
Een fors deel van het antibioticagebruik in de veehouderij komt voor rekening van mastitisbehandelingen. Daar is dus al snel een slag te maken. Bijvoorbeeld met het mastitisvaccin Startvac. Dit biedt volgens fabrikant Hipra bescherming tegen Staphylococcus aureus, coagulase-negatieve stafylokokken en E.coli. Koeien worden geënt met geïnactiveerde varianten van deze bacteriën. Elke koe wordt drie keer gevaccineerd op 45 en 10 dagen voor de afkalfdatum en 52 dagen na het afkalven.
„Ik gebruik het nu meer dan een jaar. Niet zozeer om minder penicilline te gebruiken, maar om problemen te voorkomen”, zegt Helfriech Tiemens. De Drent melkt in Beilen met zes parttime medewerkers bijna tweehonderd melkkoeien, die rond de9.000 litergeven. Ziektepreventie staat hoog in het vaandel. Tiemens ent tegen BVD, IBR, rota- en coronavirussen en coli. „Ik werk met veel volk, dus ik wil zo min mogelijk gedoe.” De mastitisvaccinatie is hier onderdeel van. Tiemens past het standaard preventief toe bij alle koeien. „Als ze al een hoog celgetal hebben, helpt het niet meer.”
De kosten waard
Het vaccin werpt op zijn bedrijf absoluut vruchten af; het aantal gebruikte doses AB voor mastitisbestrijding is het afgelopen jaar gehalveerd. Stonden er over de periode september 2009 - september 2010 nog53 inde boeken, tussen oktober 2010 en september 2011 werden slechts 27 doses genoteerd.
De vaccinatie kost tien euro per spuit, dus dertig euro per koe. „Keer 185 melkkoeien is dat een hoop geld, maar het scheelt ook een hoop trammelant”, vindt de veehouder. „Zeker gezien het huidige antibioticabeleid is vaccineren die kosten wel waard. Ik ga er dan ook zeker mee door.”
Koeien droogzetten doet hij nog wel met antibiotica, in combinatie met Orbeseal. Selectief droogzetten, waarbij laagcelgetal koeien alleen met een teatsealer de droogstand in gaan, heeft hij wel geprobeerd, maar dat beviel niet. „Daardoor heb ik twee koeien moeten opruimen in de droogstand.”
Zonder droogzetters
Iemand die ervaring heeft met het radicaal stoppen met droogzetters, is Arie van Wijk. Sinds kort zoogkoeienhouder in Aduard, voorheen melkveehouder in Zuilichem. In 2003/2004 is hij ‘grof gestopt’ met antibiotica omdat hij op verzoek van Campina biologisch-dynamische melk ging leveren. Exit droogzetters. „Mijn methode was om de koeien geleidelijk droog te zetten, net zoals mijn vader en opa dat vroeger deden. Ik molk de koeien door tot ongeveer veertien dagen voor het afkalven. Tegen het einde melk je maar een keer per dag. Dan voel je al dat de uier wat dikker wordt, de voorfase van de biest. In het begin hebben ze met doormelken ook wat weinig biest.”
Het eerste jaar was geen onverdeeld succes. „We zaten op 4,5 ton melk. De productie zakte behoorlijk en we zaten met het celgetal ook continu tegen de 400 aan te klieren, terwijl we 150, 160 waren gewend. Het was erg lastig allemaal, maar het kan wel. Het hoge celgetal stabiliseert weer op den duur. En je moet ook zorgen dat de rest extra goed in orde is: een schoon ligbed met gehakseld stro, fokken op uiergezondheid en zorgen dat de koeien goed gezond blijven. Ik had ook koeien die tegen een stootje konden; ik was een van de voorlopers die met Fleckvieh hadden ingekruist. Als je echt met hoogproductieve Holsteins werkt, vraag ik me af of het zonder antibiotica kan.”
En: als de maatschappij c.q. de zuivelindustrie wil dat boeren minder antibiotica gebruiken, dan moeten ze ook accepteren dat koeien meer natuurlijke weerstand opbouwen en dus een hoger celgetal krijgen, vindt Van Wijk. „Je moet ook niet vergeten: droogzetters zijn er pas sinds de jaren zeventig. Voor die tijd werden celgetallen van 600, 650 ook geaccepteerd.”
Natuurlijke veehouderij
Een meer natuurlijke veehouderij is ook het motto van Gerard Keurentjes uit Rutten (Noordoostpolder). Keurentjes, in 2006-2007 ook initiatiefnemer van het Praktijknetwerk Antibioticumvrij, melkt 70 koeien met een gemiddelde productie van7.000 liter. Hij is pas sinds een jaar biologisch, maar al veel langer bezig met het in balans brengen van de totale kringloop van bodem, gras, melk en mest.
Keurentjes werkt al tien jaar antibioticavrij, met hulp van het natuurgeneeskundige middel Microbioticum. Dit mengsel van acht kruiden op alcoholbasis verhoogt de weerstand en stimuleert de aanmaak van witte bloedlichaampjes. „De koe reinigt zichzelf van binnenuit. Ik had als gangbare boer een tankmelkcelgetal van tegen de 400.000. Met behulp van Microbioticum zat dat na een maand op 150.000. Nou, toen was bij ons de knop wel om. Dat noem ik bewustwording; waar zijn we mee bezig met antibiotica? Je moet de natuurlijke processen benutten. Natuurlijke weerstand van de veestapel, daar draait alles om.\"
Microbioticum kost bij afname van minimaal5 literbijna 80 euro per liter; een kuur van 10 dagen kost net geen 25 euro per koe. „Wij zijn nu zo ver dat we antibiotica als alternatief beschouwen voor Microbioticum, in plaats van andersom.”
De natuur biedt zelf heel veel oplossingen voor ziekteproblemen, benadrukt Keurentjes. „Zo zit in de bast van wilgentakken de grondstof voor aspirine. Dat geef ik mijn koeien bij pijn en kreupelheid. In klimop zit een natuurlijk middel dat wormafdrijvend is. Mijn kalveren lopen buiten, zodra ze beginnen te hoesten, geef ik ze een paar dagen een handje klimop; ze glanzen fantastisch. Maar veeartsen leren dat niet meer. Er is een hele industrie, een hele lobby ontstaan die draait op antibiotica. Eigenlijk zou elke veearts eerst twee jaar natuurgeneeskunde moeten studeren.”
Homeopathie
Wim Beunk uit Westendorp (Gld.) is kortgeleden gestopt met melken. De 52-jarige veehouder heeft geen opvolger, maar wil zijn jarenlange ervaring met homeopathie graag delen. De Achterhoeker is in 1998 omgeschakeld naar biologisch, gebruikte geen droogzetters meer voor zijn 50 koeien (à7.000 liter) en was ook al langer homeopathisch bezig. Daarbij worden stoffen die ziekteverschijnselen opwekken, in zeer verdunde vorm via een neusspray aan zieke koeien toegediend om het natuurlijke afweermechanisme te prikkelen.
„Wetenschappers zeggen: er zit zo weinig werkzame stof meer in, het kan niet werken. Maar het werkt echt, al moet je het leren met vallen en opstaan. Je moet er veel tijd in steken, continu naar je koeien kijken, opletten of en hoe ze op een behandeling reageren. In het begin zijn er ook wel koeien gesneuveld, omdat ik te weinig ervaring had. Je krijgt er steeds meer gevoel voor.”
„Je moet er ook een gevoelig soort boer voor zijn. Ik was altijd enorm met de koeien begaan. Heb wel eens anderhalf uur in mijn pyjama op de deel gezeten bij een doodzieke koe met uierontsteking. Die gaf ik elk half uur een homeopathisch middel met arsenicum. Na drie doses stond ze weer op en ging ze vreten. Dan denk ik: yes! Dat hadden al die sceptici eens moeten zien.\"