Melkrobot met 3D-camera aan het werk in de praktijk
Dit mag gerust een veelbelovende vernieuwing worden genoemd die het onderscheidende principe, een robotarm die meerdere melkstanden achter elkaar kan bedienen, een flinke duw in de rug kan geven. De basis van de melkrobot stamt uit dezelfde tijd als de eerste commerciële melkrobots van Lely, maar sindsdien hebben beide typen melkrobot een onvergelijkbare ontwikkeling doorgemaakt.
De AMS Liberty (de voorganger van de Titan) had te kampen met problemen bij het aansluiten en juist voor een meerboxsysteem is snelheid en trefzekerheid van het grootste belang. Hoe sneller de robotarm naar een volgende stand kan, des te beter. In potentie kan de robotarm zelfs vijf melkstanden aan. In Scandinavië draaien twee proefprojecten. Hoe meer standen, des te meer ‘Milking Intelligence’ (MI) erbij komt kijken.
Praktijkervaring
GEA Farm Technologies heeft er lang mee gewacht sinds de introductie van de MIone melkrobot tijdens EuroTier 2008, maar nu is de tijd er rijp voor om de werking in de praktijk te laten zien. In Nederland draaien inmiddels een handvol systemen. Zo ook bij Jan Karel en Jolanda Seinhorst uit Doetinchem (Gld.).In een bestaande 2 + 2 ligboxenstal hebben ze een eenboxsysteem ingepast, dat kan worden uitgebreid met een extra box. En het gaat prima.
Het aantal koeien is nog relatief beperkt en ook is er gestuurd koeverkeer nodig naar de melkruimte, maar dat mag de pret niet drukken. De robot sluit snel aan en er zijn dagen dat Seinhorst geen enkele mislukte melkbeurt registreert. „Met het warme weer van de laatste weken is het een ander verhaal, maar ik heb al regelmatig dagen gehad dat er geen één melkbeurt misging. Het heeft ook te maken met de melkgift. Hoe meer uierspanning, des te makkelijker de robotarm aansluit.”
Stimulatiefase
Op het oog is er niets te zien van de driedimensionale camera, behalve het apparaatje zelf. Op een laptop kan de servicemonteur de werking van de camera wel in beeld brengen (zie foto). Wie bij de robot staat, ziet alleen een robotarm die één voor één tepelbekers aansluit. Het is secondenwerk. Niet dat de melkafgifte daarna ook direct begint, eerst vindt er in de aangesloten tepelbeker voorbehandeling plaats met water en lucht. Daarna volgt er een stimulatiefase.
Ook op de Titan-robot zit een standaard stimulatiefase ingebouwd maar GEA FarmTechnologies voegde er zeer geavanceerde elektronica aan toe, afkomstig van het bestaande StimoPuls-principe in melkstallen. Afhankelijk van het lactatiestadium en de snelheid van melkafgifte voert de elektronica gedurende kortere of langere tijd de pulsatieslag op tot 200 pulsaties per minuut. Een snel aanzwellend en weer wegzakkend roffelend geluid is het gevolg. Zodra de stimulatiefase voorbij is, begint het melken daadwerkelijk.
Het hele proces van het moment dat de koe de melkstand in komt tot het moment dat ze de melkstand weer verlaat, duurt gemiddeld ruim zes minuten. „Kijk”, wijst Seinhorst naar het computerscherm dat overzichtelijk bij de melkrobot is opgesteld. „De cijfers zien er goed uit. Ik denk dat de C21 datatechnologie van GEA WestfaliaSurge ook zorgt voor meer snelheid. Dit systeem werkt onder Windows. Het zorgt bijvoorbeeld voor accurate aansturing van de hekken.”
Bewuste keuze
Seinhorst heeft bewust voor de MIone robot van GEA WestfaliaSurge gekozen. Dealer MCO uit Lichtenvoorde (Gld.) was vroeger ook zijn melkwinningsleverancier. Dat speelde zeker een rol bij de keuze. Bij het opstarten van de melkrobot en het optimaliseren van de melkwinning verschijnen dezelfde gezichten op het erf van Seinhorst. Maar de belangrijkste reden om voor de MIone te kiezen, was de mogelijkheid om uit te breiden.
„Als ik in het quotumloze tijdperk meer wil gaan melken hoef ik geen grote investeringen te doen. De ruimte om een tweede melkstand te plaatsen is er al. Ik heb ook een gespiegelde melkrobot van SAC overwogen maar de ruimtelijke inpassing van dit meerboxysteem gaf de doorslag.”