Driehonderd koeien en toch volop vrijheid
De familie Van Dorp in Hazerswoude-Dorp nam in januari hun nieuwe stal voor ruim driehonderd koeien in gebruik. Tegelijkertijd moesten ze leren de vier Lely A4-melkrobots, drie mestrobots en de Juno automatische voerschuif te bedienen. In beide behandelstraten staat een luxe elektrische bekapbox, en zelfs hun voetenbad werkt geheel automatisch.
„We waren weinig gewend, zelfs geen voerautomaat. Maar net als mijn vader houd ik wel van techniek. Mijn tactiek: nooit een handleiding lezen, gewoon op de knopjes drukken!”, grijnst Van Dorp. De start leverde dan ook geen problemen op. Wie hem nu zijn robots ziet bedienen voor een demonstratie, denkt dat hij nooit anders heeft gedaan.
Visie
Als jongen had Arnold van Dorp (34) al een duidelijk toekomstbeeld: boer worden van een flinke koppel. Sinds hij in 1999 toetrad tot de maatschap van zijn ouders, groeide het bedrijf dan ook van 6 ton naar 1,3 miljoen kg quotum. Het einddoel, binnen een paar jaar te bereiken, is 2,6 miljoen.
„We hebben er thuis veel over gesproken: wat is nou onze visie? Wat is een omvang waar je in de toekomst mee uit de voeten kunt? Het begon met honderd koeien en werd uiteindelijk een stal voor driehonderd koeien, zodat je bewust een tweemansbedrijf hebt. Ik werk namelijk graag zelfstandig, maar volgens mij moet de boel niet afhankelijk zijn van één persoon. Af en toe een weekend weg of een middag met de kinderen naar het zwembad, moet kunnen.”
„We hebben onze toekomstvisie vastgesteld op 2,6 miljoen liter met twee volwaardige arbeidskrachten. Door de week werk je dan samen, in het weekend kan de stal door één persoon worden gerund, dankzij de robots.”
Vrijheid
Dat alles in Van Dorps stal is gemaakt op gemak en tijdsbesparing, heeft ook een andere reden. Naast zijn boerderij heeft hij een bedrijf in technische en agrarische dienstverlening, waar behoorlijk tijd in gaat zitten. „Dat begon toen ik van school kwam en er thuis te weinig werk was. Het liep zo goed, dat mijn vader is gaan helpen en we zelfs een werknemer hebben aangenomen.”
„We doen van alles: agrarisch loonwerk, stalinrichting, maar ook huizen verbouwen. Natuurlijk zouden we ermee kunnen stoppen, nu we naar driehonderd koeien gaan. Maar ik vind het heerlijk om tussen mensen te zijn, veel dingen mee te krijgen en er ook nog wat mee te verdienen. Naast koeien vind ik zoveel andere dingen leuk; ik ben geen vent om zeven dagen per week in de stal te zitten.”
Dat hij twee bedrijven heeft, legitimeert bovendien zijn Poolse werknemer, vertelt Van Dorp. „Puur voor de koeien is personeel natuurlijk overbodig. Maar dankzij het bedrijfje kan ik iemand aannemen en hem flexibel inzetten waar ik hem nodig heb. Dat geeft weer meer vrijheid.”
„We doen het werk nu op beide bedrijven met z’n drieën: mijn vader, onze werknemer Arek en ik. Dat is dus gemiddeld anderhalve VAK voor de dienstverlening en anderhalve VAK op de boerderij. Maar er zijn tijden dat we buitenshuis zo druk zijn, dat we amper in de stal komen. Dan moet alles wel doordraaien. Vandaar alle automatisering.”
Carrousel of robot
Opmerkelijk genoeg waren het juist zijn ouders die aandrongen op de komst van melkrobots. „Ik vond het de moeilijkste beslissing van alles. Welk melksysteem kies je? Dat robots kostprijsverhogend werken is algemeen bekend. Maar hetzelfde geldt voor personeel. Dus is een carrousel met twee melkers wel zoveel goedkoper?”
„Bovendien moet je goede mensen zien te vinden. Arek is een lust om mee te werken, maar dat moet je net treffen. En met feestdagen is je personeel naar huis. Ik wil dan niet mijn vrouw of mijn vader verplichten om te helpen.”
Vader knikt instemmend: „Ik heb tegen Arnold gezegd: na veertig jaar melken, vind ik het wel mooi geweest. Een robot doet het veel beter dan jij of ik; hij wordt nooit moe of kwaad en merkt met alle metingen veel meer op dan wij met ons blote oog kunnen zien.”
Lely A4
In de stal, hoog tegen de achtergevel, prijkt trots het logo van Lely. Links, rechts, voor, achter; waar je ook kijkt, je ontkomt niet aan de rode kleur. „We zijn wel een Lely-familie: mijn broertje werkt er als productontwikkelaar en mijn zwager melkt in Groningen met vier Lely’s. Dat heeft waarschijnlijk wel geholpen bij onze keus voor robots.”
Omdat Van Dorp toch de nodige automatisering wilde en met zijn nieuwe stal vlakbij Schiphol zit, konden ze een compleet assortiment – het nieuwste van het nieuwste – kopen voor een mooie totaalprijs. Regelmatig komen nu buitenlandse belangstellenden in de ‘showstal’ kijken. „Een A4 had anders niet per se gehoeven hoor, we hadden zelfs al gebouwd voor A3’s.”
„Het principe van de I-flow, waarbij koeien recht de box in- en uitlopen, wordt door die bouw een beetje om zeep geholpen. Ze moeten er alsnog schuin indraaien. Eigenlijk vraag ik me ook af of een koe die I-flow wel zo belangrijk vindt: ze staan loodrecht op de melkbox te wachten, terwijl ze er helemaal vanaf de zijkant in moeten lopen. Blijkbaar vinden ze dat loodrechte juist wel prettig.”
De nieuwe type melkrobot bevalt verder prima. „Het functioneert uitstekend. Maar ik heb natuurlijk geen vergelijkingsmateriaal. Een onverwacht neveneffect van robotmelken blijkt dat de dieren veel rustiger zijn. Mijn dochter van zes kan nu in haar eentje een koe ophalen. Dat had ik nooit gedacht.”
Automatisch voetenbad
Ook de uitgang van de melkrobot verloopt niet geheel volgens het I-flow principe. Als de koeien de robot uit lopen, worden ze direct door een selectiegang rechtsaf de roosters op gestuurd, of linksaf naar het strohok of de behandelruimte in gedirigeerd.
Dat gangetje terug naar de roosters herbergt nog een Lely-snufje. Met één druk op de knop geeft de veehouder een demonstratie van het automatische voetenbad Walkway. De bak die aan de zijkant van de stellage hangt, blijft even hangen achter wat opgedroogde mest, maar vlijt zich vervolgens rustig neer op de grond. Het vult zich direct met water en formaline, en amper een minuut later sjokt de eerste koe er al doorheen.
Een tweede druk op de knop zorgt dat de bak kantelt, automatisch wordt schoongespoten en zich weer opbergt. Elke week gebruikt Van Dorp de techniek. „We hebben last van Mortellaro, dus we moeten wel. Eerder was het zo’n gesleep dat we het veel te weinig deden. Nu stelt het niks meer voor. Ideaal.”
Drie mestrobots
Kijkend naar het automatische voetenbad, vallen plotseling de rubberen flappen in de roostervloer op. De zogenaamde Ecovloer is gekozen om ‘toekomstproof’ te zijn, legt Van Dorp uit. „We wilden graag roosters, omdat die schoner blijven dan een dichte vloer. Maar het leek me verstandig om strengere emissie-eisen voor te zijn. Het zou toch zonde zijn als je een mooie stal bouwt en over vijf jaar de vloer er weer uit kunt breken. Bovendien zorgt de combinatie van rubber en beton voor veel loopcomfort bij de koeien.”
De Discovery mestrobot die langs komt rijden, is sinds een paar weken uitgerust met een sproei-installatie, vertelt Van Dorp. „De eerste twee maanden hadden we een ‘gewone’, maar het water helpt echt. Aangedroogde mest is een bekend probleem in hoge, open stallen. Zeker bij de droge koeien, die dikke mest hebben door het strorantsoen. Nu wordt het beter schoon.”
Opmerkelijk is dat Van Dorp niet één, maar drie mestrobots bezit. „Dat heeft vooral met de stalindeling te maken. De melkrobots staan in het midden opgesteld en delen, samen met de voergang, de stal dus op in vier stukken. Drie daarvan hebben roosters die moeten worden schoongeschoven, het vierde deel bestaat uit strohokken en boxjes voor het jongvee. Het werd erg lastig om de mestrobot van het ene naar het andere deel te krijgen. Over de voergang leek ons niks: we willen altijd dwars door de stal kunnen rijden en geen smeerboel van een robot.”
Stalindeling
In het achterste deel van de stal lopen de huidige 156 melkkoeien. Ze zijn verdeeld over twee gelijke koppels, aan weerszijden van de voergang. Van Dorp werkt bewust niet met verschillende productiegroepen. „Ten eerste vind ik het voeren van verschillende rantsoenen te veel werk.”
„Ten tweede moet ik straks veel voer aankopen en loont het misschien om verschillende producten uit te proberen. Dan kan ik de ene helft als testgroep en de andere als controlegroep gebruiken. En ten derde benut je met gemengde groepen de capaciteit van je robots het beste. Anders heb je al snel te veel verse koeien op de ene of juist te weinig oudmelkten op de andere robot lopen.”
De twee koppels blijven altijd aan hun eigen kant van de voergang. Ze hebben er hun eigen robots, maar ook een eigen strohok en behandelstraat. „Zo hoef je nooit met koeien te slepen. Dat scheelt werk, maar zorgt ook voor rust in de koppel; je stopt geen vreemde koeien bij elkaar.”
Cosmix P
De droge koeien staan op de meest pontificale plek in de stal: rechts vooraan, direct bij de ingang. „De drogen worden vaak weggestopt in de oude stal. Maar ik wil ze juist kunnen zien en verwennen. De boxen zijn dan ook wat breder en ik maak ze twee keer per dag schoon.” De dieren hebben een eigen krachtvoerbox. Zo kunnen ze aan het eind van de droogstand met een beetje ‘lokbrok’ weer wennen aan een sneller rantsoen.
Zelfs hiervoor leverde Lely een gloednieuwe installatie: de Cosmix P laat een hek zakken, zodat andere koeien een etend dier niet kunnen wegstoten. Opnieuw heeft hij geen vergelijkingsmateriaal, vertelt Van Dorp, aangezien ze vroeger alleen in de melkput krachtvoer verstrekten. Maar het hek werkt prima en de koeien schrikken er niet van, is zijn ervaring.
Het vierde deel van de stal, links voorin, bestaat uit eenlingboxjes en strohokken voor de jongste kalveren. Het idee dat de kleintjes zo ziektekiemen oplopen van de volwassen dieren, kan hem niet storen. „Van mij hoeft het allemaal niet zo steriel. Wat dat betreft, moeten we oppassen dat we niet dezelfde kant opgaan als de intensieve veehouderij, vinden wij.”
„Volgens mij geeft het geen extra ziektes. En al was dat wel zo, laat ze maar eens wat oplopen, daar krijgen ze weerstand van. Alle dieren die extra aandacht nodig hebben, heb ik bewust bij elkaar onder één dak. Zo zie ik ze het vaakst en zijn de looplijnen het kortst. Vanuit het afkalfhok ben ik bijvoorbeeld direct bij de eenlinghokjes.”
Geen voerrobot
‘Gemak dient de mens’, is het motto van Van Dorp. Toch ontbreekt er één automatiseringsvorm in zijn stal: een voerrobot. „Eén keer per dag even voeren, bevalt me prima. Het duurt niet lang en ik kan het ’s ochtends vroeg al doen, dus ik ervaar het niet als belemmering.”
„Investeren in een voerrobot is vooral interessant als je er hobby aan hebt om allerlei rantsoenen samen te stellen en met verschillende groepen wilt werken. Bovendien heb ik misschien nog niet genoeg vertrouwen in die techniek. Het lijkt me typisch iets wat op zondagochtend stuk gaat, terwijl je er maar één van hebt en je smalle voergangen hebt gebouwd. Je bent dus direct onthand.”
Kostprijs
Toch knaagt, na een flinke rondleiding en een lang gesprek, nog steeds de vraag waarom iemand met een goedlopende neventak zo graag 1,3 miljoen liter per persoon wil melken en 6.500 euro per ligbox investeert. Van Dorp moet even zoeken naar een antwoord. „Tsja, het zal te maken hebben met ambitie. Als ik nu al wist dat ik nog dertig jaar lang tachtig koeien moest melken, was ik niet aan boeren begonnen. Ik heb uitdaging nodig.”
Als het gesprek even later op fokkerij komt, begin hij te lachen. „Weet je, ik ben geen koeienboer, maar een boer met koeien. Varkens of kippen waren ook prima geweest. Mijn passie ligt in de bedrijvigheid, het eigen baas zijn, de handel. Ik kan me voorstellen dat anderen genoeg uitdaging zien in het verhogen van de productie of van de levensduur, maar daar heb ik het geduld niet voor. Dan zoek ik het toch liever in de aantallen.”
De investering om 1,3 miljoen liter per persoon te melken, heeft naast ambitie ook te maken met kostprijs, vertelt Van Dorp. „Ik wil niet de hele maand hard werken en dan maar zien wat ik heb verdiend. Ik wil zoveel mogelijk invloed op de kostenkant en dat kan met deze aantallen. Mensen geloven vast niet dat ik een kostprijsboer ben, als ze deze stal zien.”
„Bereken eens wat je na tien jaar automatisering en goed materiaal hebt uitgespaard aan betaalde arbeid. Arbeid maakt het pas duur! Bovendien geloof ik wel in de filosofie dat dit geld oplevert door een betere gezondheid, levensduur en productie van de koeien.”
„Daarnaast is de investering in mijn stal tegelijkertijd een investering in mijn andere bedrijf: het zorgt ervoor dat ik behoorlijke neveninkomsten kan draaien. Mensen zullen zich vast afvragen: ‘waar doet ‘ie het allemaal van?’ Ik moet eerlijk zeggen dat ik juist door mijn tweede bedrijf een behoorlijke ‘credibility’ heb opgebouwd bij de bank.”
Toekomst
Dat de kostprijs nu, met 156 koeien op 307 boxen, te hoog is, staat buiten kijf. Investeren in quotum staat dan ook zeker op Van Dorps planning. „Eigenlijk moet de stal binnen drie jaar vol, met 260 melkgevende koeien. In de toekomst zouden we de drogen zelfs nog kunnen uitbesteden en een vijfde robot kunnen plaatsen.”
„We hebben gerekend met een melkprijs van dertig cent, dus dat klopt aardig. De quotumprijs hebben we variabel gehouden. Tot 1 april hielden we de rem er op. We gaven onszelf drie maanden de tijd om orde op zaken te stellen. Nu gaan we lekker doormelken en zorgen dat de cashflow op gang komt. Op basis daarvan zullen we in het najaar beslissen of we kopen of leasen.”
„Zoals het er nu uitziet, gaan we dit jaar wel naar de 1,8 miljoen. Of het uit kan? Misschien niet. Toch is het wel verstandig, gezien eventuele toekomstige rechten. Iedereen heeft in het verleden wel eens te duur quotum gekocht. En toch zijn we allemaal blij dat we het hebben.”
Bedrijfsgegevens
Arnold van Dorp (34) uit Hazerswoude-Dorp melkt in maatschap met zijn ouders Henk (61) en Rita (59). Werknemer Arek staat hen bij. In januari namen ze hun nieuwe stal met 307 boxen, vier melkrobots en gebouwd volgens de Maatlat Duurzame Veehouderij, in gebruik.
Naast de boerderij runt de familie een bedrijf in technische en agrarische dienstverlening. Echtgenote Carola probeert burgers actief bij het bedrijf te betrekken, onder andere via www.melkveehouderijvandorp.nl
„In het Groene Hart word je als veehouder op je vingers gekeken. We merken dat er vragen ontstaan over een ‘megastal’. We hoeven niks te verdedigen, maar we moeten wel uitleg geven om verkeerde beeldvorming tegen te gaan.”
Vee: ruim 150 melkgevend, plus bijbehorend droog.
Productie: 9.500 kg, 4.2 vet, 3.35 eiwit.
Melksysteem: Lely A4.
Fokkerij: SAP, aandacht voor eiwit, benen en uier. Eigen stier (v. Goldwyn) bij drie keer terugkomen.
Rantsoen: soja, raap, maatmeel, bierbostel, zongedroogde luzerne, stro, mineralen, perspulp, gras, maïs.
Kostprijs stal: 6.500 euro per box, alles inclusief. Bouw en inrichting werd zelf gedaan.
Areaal: 43 hectare eigendom. Totaal wordt 45 hectare gras en 20 hectare maïs verbouwd.
Melkafnemer: Vreugdenhil. „Opa pachtte de boerderij van Nestlé, dus dat is al van oudsher.”
Tekst: José Bongen
Beeld: Clemens Driessen