Meer melken uit ruwvoer
Dit artikel is verschenen op alfa.nl
Voersaldo per koe
Voor een webinar wat ik afgelopen week mocht verzorgen voor de Nederlandse afdeling van de EDF heb ik me verdiept in het voersaldo per koe. De spreiding in financiële en technische resultaten is aanzienlijk en opmerkelijk. En waar spreiding zit, is ruimte voor verbetering!
Bedrijven die een goed voersaldo (melkopbrengsten minus totale voerkosten) per koe realiseren, hebben een goed inkomen. Bedrijven met een lager voersaldo zijn vaker afhankelijk van een grote massa of bijvoorbeeld neveninkomsten om een goed inkomen te behalen.
En inderdaad: een behoorlijke groep bedrijven heeft helaas een negatief inkomen, wanneer een reële vergoeding voor arbeid en kapitaal wordt gerekend. EDF is op dat vlak een dwarsdoorsnede van de Nederlandse melkveehouderij.
Melk uit ruwvoer
Een belangrijke sleutel tot een goed voersaldo is de factor ‘melk uit ruwvoer’. De variatie is enorm en varieert van 6.000 kg melk per jaar uit ruwvoer bij de toppers, tot amper 2.000 kilo bij de staartgroep.
Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het verhogen van de krachtvoergift aan de basis ligt van bovenstaande variatie. Er wordt de laatste jaren in toenemende mate gewerkt met TMR of PMR. Met wisselend succes.
Voersysteem
Voor een deel van de bedrijven is gemengd voeren, i.c.m. méér krachtvoer aan het voerhek, de oplossing gebleken voor voerselectie (vertering) en smakelijkheid (opname). De productie per koe is in balans met het krachtvoerverbruik.
Er is echter ook een groep bedrijven waar kennelijk andere beperkende factoren van toepassing zijn in de race naar een hogere productie, waar tóch de krachtvoergift wordt opgeschroefd. Dat levert ook wel melk op, maar tegen een slecht financieel rendement en met risico op gezondheidsproblemen. De meeropbrengst neemt dan snel af en de berekende melkproductie uit ruwvoer neemt af.
Voerefficiëntie
De ongunstige verhouding tussen melk- en voerprijs van dit moment heeft elke ruimte voor inefficiëntie weggenomen. Wees dus zeker nu kritisch op jezelf en op je rantsoen. Past het niveau van het voerhekrantsoen bij de koppelproductie? Kan ik redelijkerwijs verwachten dat mijn voersaldo gunstig ontwikkelt, of zijn er hiaten in het management of de diergezondheid?
Wees kritisch
Stel jezelf kwetsbaar op en vraag je (voer-) adviseur en veearts om jouw de spiegel voor te houden als jij jezelf in de tweede groep herkent.
Wat ben jij bereid te veranderen om je voersaldo te verbeteren?
Met de BAS Melkvee Plus rapportage heb je inzicht in je voersaldo en waar verbeterpunten kunnen liggen. Onze bedrijfskundigen kunnen je hier goed bij ondersteunen en met ruim 30 kantoren zijn we overal dichtbij.
Tekst: Jelmer Sietzema