Aaltjes knagen aan maïsopbrengst
Aaltjes, of nematoden, komen op grote schaal in de bodem voor. In Nederland komen meer dan 1.200 verschillende soorten voor. De meeste doen geen schade. Het gaat pas mis als de grond eenzijdig wordt beteeld, zoals dat in continuteelt van maïs het geval is.
Schadelijke aaltjes die zich in dit gewas kunnen vermeerderen, nemen langzaam in aantal toe en veroorzaken op die manier steeds meer schade aan de wortels van de planten. Dat kan lange tijd onopgemerkt blijven. Vaak groeit het gewas er wel ‘doorheen’, maar wie goed oplet, ziet de groei in het voorjaar, vaak pleksgewijs, achterblijven.
„Loop daarom eens een rondje door je gewas”, adviseert technisch specialist Bert Aasman van DLV Plant. „De meeste melkveehouders laten de teelt van maïs over aan de loonwerker en bekijken hun gewas pas zodra de kolven beginnen te rijpen. In het voorjaar kun je echter heel veel informatie aan het gewas aflezen. Bekijk plekken die achterblijven in de groei en probeer de oorzaak te achterhalen. Is het een slechte bodemstructuur als gevolg van plassen op het land, is het een slechte verdeling van mest of zijn er aaltjes in het spel?”
Pleksgewijs
De problemen met aaltjes doen zich vooral voor op de zandgronden. De grootste boosdoener in maïs is het wortellesieaaltje (Pratylenchus penetrans). Maïs vermeerdert dit aaltje sterk. De schade is te herkennen aan planten die pleksgewijs achterblijven in de groei. Vaak zijn de plantjes er beduidend kleiner en dunner dan op de rest van het perceel.
„Om er zeker van te zijn dat hier wortellesieaaltjes aan het werk zijn, zul je de wortels moeten beoordelen. Graaf de plantjes voorzichtig met de schop op en spoel het zand met water van de wortels. Kenmerkend zijn de barsten in de schors van de wortel, die zich duidelijk als ringen aftekenen.”
„In een verder gevorderd stadium zal een deel van de wortels bruin verkleuren. Dat is gemakkelijk te verwarren met wortelverbruining, een schimmelziekte die ook actief kan zijn in de maïs. Maar ga er maar van uit dat het in 80 procent van de gevallen om aaltjes gaat.”
Een andere groep aaltjes die zich onder maïs goed kan vermeerderen zijn de vrijlevende wortelaaltjes, of trichodoriden. Met name Paratrichodorus teres en trichodorus similis kunnen de groei flink remmen. Recent onderzoek van Praktijkonderzoek Plant en Omgeving (PPO) heeft uitgewezen dat een flinke aantasting door similis 2,5 ton drogestof per hectare kan kosten.
Vruchtwisseling
Volgens Aasman kan de schade door wortellesieaaltjes nog hoger oplopen. Hij schat dat bij een flinke besmetting het opbrengstverschil kan oplopen tot wel 25 procent.
Wat is er aan te doen? De enige mogelijkheid om het aantal aaltjes te laten afnemen is de maïsteelt te onderbreken door vruchtwisseling toe te passen. Afwisselen met gras helpt iets maar niet veel, omdat gras en maïs familie zijn.
De beste aanpak is afwisseling met akkerbouwgewassen en de aanvoer van organische stof. Aasman: “Ik heb veel klanten die samenwerken. In het eerste jaar van de samenwerking kijken veehouders er vaak van op hoe hoog hun maïs staat.”