Koemelk of kunstmelk?
Herbert Bouwers van Alpuro Breeding schat het aantal Nederlandse veehouders dat kunstmelk verstrekt op een 60 procent. „Dit jaar zien we, ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, tot dusver een lichte daling van de melkpoederomzet. Waarschijnlijk door de lage melkprijs en quotumoverschrijding.”
„Veehouders kiezen in de zomerperiode, als ze minder kalveren hebben, sowieso vaker voor het verstrekken van verse melk. Vooral vanwege het gemak. In het najaar, met meer kalveren per bedrijf en wintertoeslag op de melk, zal de poederomzet stijgen”, verwacht Bouwers.
Verse melk beter
Bouwers geeft aan dat één liter kunstmelk momenteel ongeveer 15 cent kost. „Ook met de huidige lage melkprijs van 22 cent zijn veehouders die hun quotum niet overschrijden financieel niet beter uit met het voeren van verse melk dan met kunstmelk.
Veehouders zonder drinkautomaat en met relatief weinig kalveren aan de melk kiezen vaak voor het gemak van geen melk te hoeven aanmaken. Van koemelk zie je geen rekening, maar de productie ervan kost ook geld.” De meeste veehouders die koemelk geven, doen dat met emmers.
Bouwers schat het aantal gebruikers van combi-drinkautomaten die naast melkpoeder ook volle melk kunnen verwerken, in Nederland op vijf procent. „De meesten hebben een automaat die alleen geschikt is voor melkpoeder.”
Samenstelling kunstmelk
De samenstelling van kunstmelk heeft een aantal voordelen boven die van koemelk. Koemelk kan ziektes als salmonella en paratbc van koeien op kalveren overdragen. „Juist jonge kalveren zijn hier gevoelig voor”, zegt Joost Snoep van de GD.
Kunstmelk op basis van magere melkpoeder bevat ondermeer meer mineralen, vitaminen en spoorelementen. Dat is volgens Bouwers belangrijk voor de ontwikkeling van het skelet en een goede ontwikkeling van de kalveren. „Een nadeel van koemelk is dat het meer vet bevat. Daardoor zijn kalveren sneller verzadigd en is het risico op voedingsdiarree groter. Dat kan de krachtvoeropname verminderen en daarmee de pensontwikkeling”, zegt Snoep die, om die reden, dagelijks maximaal vijf liter koemelk per kalf, verdeeld over minimaal twee porties aanbeveelt.
„Kies voor melk van koeien met lage vetgehaltes en voeg er eventueel extra vitaminen en mineralen aan toe. Doe er geen water bij; dat hindert de stremming en dus de vertering van de melk. Kunstmelk is ook zuurder dan koemelk, waardoor de kans op voedingsdiarree kleiner is.”
Melk van mastitiskoeien waarin antibiotica zit en die niet aan de fabriek geleverd mag worden, wordt in de praktijk veelal aan de kalveren gevoerd. Bouwers: „Heel verleidelijk en aantrekkelijk, maar het is absoluut uit den boze. Het werkt negatief op de darmflora van het kalf en je kweekt er bacteriën mee, die minder gevoelig zijn voor antibiotica. Dat kan ertoe leiden dat infectieziekten bij koeien op latere leeftijd moeilijker te behandelen zijn”.
Koemelk makkelijk
Stefan Laarman, melkveehouder in Dalfsen, melkt 80 koeien en voert al jaren koemelk aan zijn kalveren. „Vooral gemakshalve, maar ik selecteer hiervoor wel koeien met lage vetgehaltes en ik geef de kalveren niet meer dan twee porties van elk twee liter per dag. De warme, verse melk gaat direct vanuit de melkstal naar de kalveren. Met maximaal tien kalveren aan de melk vind ik dat handig werken”, vertelt Laarman die in periodes van erg hoge melkprijzen wel eens kunstmelk heeft gevoerd.
„We hebben twee soorten melkpoeder uitgeprobeerd. Onze kalveren doen het er niet slechter op, maar zeker ook niet beter dan met het voeren van verse melk.” Laarman is tevreden over de ontwikkeling van zijn jongvee en de afkalfleeftijd van de vaarzen op 25 maanden. Het bedrijf van de Dalfsenaar is paratbc-vrij en salmonella onverdacht. „Dan is ziekteoverdracht nauwelijks een probleem, maar 100 procent uitsluiten kun je het nooit”, beweert Snoep.
Laarmans keuze is ook ingegeven door quotumoverschrijding. „We melken iets boven het quotum en dan telt de superheffing ook mee in het rekensommetje, het arbeidsgemak is echter doorslaggevend.”
Risico beperken
Chiel van Aaken, melkveehouder in Vessem, melkt 200 koeien en verstrekt bewust kunstmelk via een kalverdrinkautomaat. „Ik heb wel eens koeien gehad die positief testten op paratbc. Ik wil het risico op verspreiding naar de kalveren door besmette koemelk zoveel mogelijk beperken”, vertelt Van Aaken die zijn quotum nauwelijks vol melkt.
„We hebben een drinkautomaat die alleen melkpoeder verwerkt. Arbeidstechnisch is het verstrekken van koemelk met emmers voor ons niet handig. De automaat levert melk waarvan de samenstelling en temperatuur constant is. Onze kalveren doen het prima op de kunstmelk.” Als de melkprijs zakt, dalen de prijzen van melkpoeders ook.
„Nu betaal ik per100 kgmelkpoeder 32 procent minder dan in september 2007. Eerlijk gezegd heb ik nooit gerekend aan het verschil in kosten tussen kunstmelk en koemelk. Vanwege onze bedrijfsinrichting en het streven naar een hoge arbeidsefficiëntie doen we het ook niet anders.”