Goed saldo met vers gras
„Weet iemand hoeveel kg drogestof gras op dit perceel staat”, vraagt WRL-graslanddeskundige Bert Philipsen van de Melkvee Academie aan de leden van de Gibo-studieclub Houten op de bijeenkomst over het Ierse beweidingsysteem. De bijeenkomst is door Gibo-adviseur Rudolf Somsen met ondersteuning van stichting Weidegang georganiseerd. De studieclubleden staan in het graslandperceel van melkveehouder en lid Jos van der Gun in Wijk bij Duurstede om de kwaliteit van het weidegras te beoordelen.
Het voorjaarsweer is groeizaam; het gras groeit glanzend in de zon. De koeien van Van der Gun glimmen letterlijk van gezondheid. „Ik denk zo’n600 kg”, oppert een studielid. Bert pakt een grasmeter en bepaalt de hoogte van het gras op verschillende plekken. „Het gras staat nu ongeveer 11 tot12 centimeterhoog. Ik schat dat er tussen de 900 en1000 kgdrogestof op dit perceel staat en dat is een mooie hoeveelheid om in te scharen.”
De grasmat heeft nog een beetje een open structuur, waardoor de hoeveelheid gras iets lager uitvalt. „Normaliter kun je bij een hoogte van 10 tot12 centimeteruitgaan van100 kgdrogestof per hectare voor1 centimeter. Bij15 centimeterligt dat op120 kgdrogestof.” Belangrijk voor een goede groei is dat er voldoende blad aanwezig is. Een volledige grondbedekking (1.200 tot1.500 kgdrogestof) geeft een maximale lichtabsorptie en dan groeit het gras maximaal. Meer bladgroen is meer groei.
Vers gras
Grasmeten is volgens Philipsen een belangrijk onderdeel van het Ierse beweidingssysteem. Een melkveehouder die zijn koeien onbeperkt laat grazen, moet precies weten hoeveel gras er staat om optimaal gebruik te maken van zijn percelen. Het voordeel van het Ierse systeem is dat bij een hoge grasbenutting met veel vers gras, de melkproductie weliswaar lager uitvalt, maar resulteert in een hoger saldo.
„In Ierland produceert een koe gemiddeld5.000 kg”, legt Philipsen aan de studieclubleden uit. „De melkproductie ligt daar per hectare tussen de 12.000 tot15.000 kg. Dit wordt met12.000 kgdrogestof uit vers gras en2.000 kgkuilgras geproduceerd. In Nederland ligt de melkproductie gemiddeld op8.500 kgper koe of tussen 12.000 en17.000 kgper hectare. Dat wordt met7.500 kgkuilgras en3.500 kgvers gras geproduceerd.”
„In Nederland wordt dus0,2 kgmelk uit één kg vers gras gehaald. In Ierland ligt die verhouding op0,8 kgmelk per kg vers gras.” En juist in dit verschil schuilt het voordeel in saldo. Onbeperkt beweiden betekent minder werk en minder krachtvoer, maar wel een hoger saldo.
„Naarmate men meer vers gras in de koe stopt, stijg het saldoverschil. Met een totaal vers gras systeem heb je dus een groter economisch voordeel”, aldus Philipsen. De Ieren beweiden onbeperkt het jaarrond en veel melkveehouders kiezen voor het afkalven in blokken tussen half januari en half maart. De lactatiecurve volgt de grasgroeicurve. Dit betekent dat de Ieren hun koeien nog beter op vruchtbaarheid fokken.
Nat weer
Het Ierse systeem is niet één op één naar Nederland te kopiëren. Het groeiseizoen in Ierland duurt langer en ook het klimaat is anders. Daarnaast verschilt ook het Nederlandse uitbetalingssysteem. Dat betekent echter niet dat onbeperkt weiden in Nederland onmogelijk is. „In Nederland is het weer wel veel natter”, oppert Sjaac Middelkoop uit Culemborg. Hij hanteert met 95 koeien het systeem van beperkt weiden.
„Dat veroorzaakt vertrapping.” „De Nederlandse doorgefokte koe is er ook niet altijd geschikt voor”, voegt Jos van der Gun er aan toe, die al ruimschoots ervaring heeft met standweide. „Dat zal dus enige gewenning vragen.” „Je moet de juiste koeien hebben anders worden ze te schraal”, meent Gert-Jan Verploeg. Hij heeft samen met zijn schoonfamilie een melkveebedrijf met 75 koeien in Buurmalsen.
Bewuste keuze
„Men moet wel een bewuste en duidelijke keuze maken tussen opstallen of onbeperkt weiden”, vertelt Rudolf Somsen aan de studieclubleden. „Dan kun je optimaal profiteren van een beter saldo.”
Uit onderzoek blijkt dat het verschil in voordeel tussen summerfeeding of beperkt weiden niet heel groot is. Zeer beperkt weide levert bovendien al het werk van de andere systemen op. Het nadeel van zomerstalvoedering is de arbeid en de hoge mechanisatiekosten, maar de koeien hebben wel een hoge vers-grasbenutting. Verder blijkt dat de totale verliezen tussen onbeperkt weiden en summerfeeding nagenoeg gelijk zijn.
Philipsen: „Bij het Ierse systeem worden de 20 procent conserveringsverliezen van summerfeeding uitgeschakeld, maar moet men de beweidingverliezen van 20 procent beperken. Als je de negatieve kanten van zomerstalvoedering kunt beperken, zoals arbeid en mechanisatie, dan is dat zeker een goed systeem. Belangrijk is dat je een duidelijke keuze maakt en je daarop richt.”
Standweide
Een belangrijk aspect bij onbeperkt weiden is dat de koeien te allen tijde voldoende vers gras hebben. In Nederland beweidt men volgens Philipsen veelal vier tot vijf dagen met te grote percelen, waardoor je op de laatste dag een dip in de melkproductie hebt. „Een goede constante aanvoer van vers gras is essentieel”, vertelt hij aan de melkveehouders. „In Ierland kiezen ze vaak voor stripbegrazing met draad of voor omweiden met maximaal twee dagen.”
„Ze scharen in bij maximaal drie tot vier bladen en laten dit afgrazen tot drie à vier centimeter, zodat er weinig resten zijn en er altijd smakelijk vers gras is. De grasbenutting en opname zijn daardoor optimaal.” Een continue opname is ook heel goed te realiseren met heel grote percelen, waar de koeien drie tot vijf weken lopen en wat we standweiden noemen. Die ervaring is opgedaan in het project Koe & Wij.
Melkveehouder Jos van der Gun hanteert het systeem van onbeperkt weiden met standweide. „De koeien staan nu zo’n twee dagen dag en nacht in dit perceel en ik doe ze over negen dagen naar een ander perceel”, zegt Van der Gun. „Ik heb met stripbegrazing gewerkt, maar dit bevalt beter.” Volgens Philipsen moet Van der Gun de koeien zo’n drie tot vier weken op hetzelfde perceel houden. Dan moet het perceel wel iets groter zijn, zodat de koeien voldoende vers gras kunnen vreten. Philipsen: „Voor de rust van de koeien moet je of kort stripbegrazen of een standweide hebben van drie tot vier weken. Bij een standweide is het belangrijk om de graslengte goed op peil te houden. Men kan bij standweide daarom uitgaan van ongeveer tien koeien per hectare.”
Bij het opzetten van een beweidingplan is het aantal koeien belangrijk, maar ook de blokgrootte, bijvoederen, grashoogte en het aantal uren weiden. Dit zijn allemaal factoren waarmee een melkveehouder het beweiden kan sturen. Staat er te weinig gras dan kan er meer worden bijgevoerd of moet het blok worden vergroot. Als de koeien te weinig gras vreten, kan de melkveehouder de koeien langer laten weiden. Vreten de koeien teveel, dan kan het aantal uren of bijvoedering worden teruggebracht. Daarnaast zijn een goede infrastructuur en ontsluiting belangrijk.
Kostprijs
Zouden de studieclubleden kiezen voor het Ierse systeem van onbeperkt weiden? „We weiden gemiddeld elke drie dagen om naar een nieuw perceel”, vertelt Gert-Jan. „Maar we zijn dan ook een van de weinigen in de omgeving met droge grond en hebben geen last van het natte Nederlandse weer. Vorig jaar was het zelfs te droog. We doen de koeien voor honderd procent naar buiten, grotendeels zonder bijvoeren. Dat levert een lage kostprijs op en ons saldo is onder de streep net iets beter. We hebben een nieuwe melkstal gezet en bewust niet voor een robot gekozen, vanwege beweiding.”
„Daar komt wel bij dat wij een te krappe stal hebben en het daarom goed is dat ze buiten blijven. Vanaf 1 november blijven ze binnen. In de winter gaan ze er af en toe uit om de benen te strekken. Dat is ook goed voor de klauwen. Bij ons past het onbeperkt weiden prima. De melkproductie ligt echter wel tussen de 6.800 en7.300 kgafhankelijk van de weersomstandigheden.”
„Het Ierse systeem is in ieder geval niets voor mij”, geeft Sander van der Gun aan. Hij heeft in Culemborg een bedrijf met 110 koeien en past beperkt weiden toe. „Dat komt vooral omdat ik aan een robot denk en als je een duidelijke en consequente keuze tussen buiten of binnen moet maken, dan kies ik liever voor buiten.” Sjaac twijfelt nog. „Meer vers gras is economisch voordelig en als de koeien zelf het gras halen dan is dat gemakkelijk, maar het Nederlandse weer is een spelbreker.”
Frans van Rooijen uit Tricht twijfelt ook. Zeker nadat Bert Philipsen hem heeft verteld dat hij juist op zijn bedrijf met veel grond en grasland heel goed onbeperkt weiden kan toepassen. Hij stuit echter op hetzelfde probleem dat Sjaac heeft voorgelegd. „Ik heb ze al een keer onbeperkt buiten gehad, maar ik loop tegen de natte grond en vertrapping aan. Je ziet daarnaast een productiedaling, terwijl ik juist streef naar een hogere melkproductie. Ik wil zelfs meer koeien hebben.”
„Ik kan technisch aardig meekomen”, reageert Jos. „Met minder kosten. Dat de productie lager is, vind ik echt geen ramp.”
Meer beweiden
Gaan ze na de lezing en excursie nog iets veranderen op hun bedrijf? „Ik ga de koeien nog langer naar buiten doen”, zegt Jos. „Meer standweide, maar dat was ik eigenlijk al van plan.”
„Ik heb nu wel het gevoel dat weiden zin heeft”, vertelt Gert-Jan. „Ik had voorheen de gedachte dat wij onze koeien teveel beweidden, vanwege wat vruchtbaarheidsproblemen en de lagere melkproductie. Het kan ook zijn dat onze moderne koeien niet goed genoeg tegen beweiding kunnen. Ik ga ze daarom iets meer maïs voeren om ze gezond te houden.”
„De koeien hebben een heerlijk leven bij je”, complimenteert Sjaac en Jos voegt er aan toe: „En productie is niet heilig.”
„Wellicht dat ik wat meer dag en nacht ga beweiden”, geeft Sjaac aan. „Maar de koeien kunnen bij mij niet zomaar naar binnen. Dan moet ik ze in de melkstal voeren.”
„Ik ga consequenter zijn en kies nu veel bewuster voor binnen”, zegt Sander.
Frans: „Ja, ik moet ook één lijn kiezen en niet jojoën. Dat is onze fout en als ik iets doe dan is dat in de richting van standweide. ”