Meer mogelijkheden hooibouwmachines
De term hooibouwmachine is eigenlijk achterhaald. Voederwinningstechniek dekt de lading beter. Het is alweer tientallen jaren geleden dat PZ met de introductie van de CM trommelmaaier en Vicon met de Acrobaat de wereldpers haalden en zorgden voor een revolutie. Er zijn weinig innovaties die zorgen dat de kostprijs en gebruikerskosten van de machine omlaag gaan. Maar de mogelijkheden nemen steeds verder toe als het gaat om hydrauliek en elektronica. Bovendien worden hooibouwmachines steeds groter door het koppelen van extra elementen en transportonderstellen.
Maaiers
Bij maaiers zit het verschil bij de verschillende modellen in de aandrijving van de maaischijven. Dat kan door middel van tandwieloverbrenging of door gebruik te maken van een centrale as. Lely en Fella gebruiken de centrale aandrijfas en claimen hier tevens mee het brandstofverbruik omlaag te brengen.
Frits Anema van Fella weet wel waarom. „Deze constructie heeft minder inwendige verliezen.” Volgens Norbert van Hemert van Lely kan de brandstofbesparing met de Lely Splendimo oplopen tot 1 euro per hectare. „Als de energiekosten verder toenemen, wordt dit een belangrijk verkoopargument.”
Kuhn heeft de Optidisc maaibalk in het assortiment. „Die is voor de gehele levensduur gesmeerd en kan dus zonder olievulling”, zegtErik Roelofsvan Reesink. De nieuwe Pöttinger Novacat van Duport heeft een hydraulische cilinder voor de verstelling van de aankoppeling. Hierdoor wordt aankoppelen simpel en veilig. „Pöttinger heeft waarschijnlijk de dunste maaibalk waardoor er niet alleen lang maar ook kort kan worden gemaaid”, merkt Arie Dunnewind op.
Claas houdt de aandrijftoerentallen van de Pre-Cut maaibalk laag en combineert dit met een ‘Active Float’ hydraulische ophanging van het maaigedeelte. „Dit bevordert een laag brandstofverbruik, want een maaibalk die bijna onbelast over de bodem wordt gesleept, vraagt minder trekkracht”, aldus Freek Tel van Kamps de Wild.
Kverneland, fabrikant van de identieke Vicon en Deutz-Fahr-machines, komt met een opgewaardeerde getrokken Extra 800 Pro maaier. Drie messen per schijf, een gelaste maaibalk en speciaal geronde tandwielen resulteren in een stille maaier. „In theorie is het nu mogelijk harder te rijden tijdens het maaien, want de mesoverlapping tussen de schijven is beter. Daarnaast heeft de kneuzer tanden met ‘Semi-Swing’, geschikt voor zwaar gewas”, verklaart Jelle Hospes.
De nieuwe levensduurgesmeerde maaibalk van Krone heeft ‘SafeCut’ met spanstiften uitgevoerde maaischijfbeveiliging. De aandrijving beschikt niet over v-snaren en de intensief kneuzer heeft twee schakelbare toeren. Krone levert negentig procent van de maaiers met kneuzers.
Schudders
Bij de schudders zijn er drie basismodellen. Het gaat om de drie-punts, de getrokken (treintje) en de gedragen (onderstel) uitvoeringen. Ze zijn er in verschillende werkbreedtes. Frits Anema van Fella ziet het als volgt: „Een ondernemer koopt een treintje, een boer een machine met onderstel. Bij Fella is het verschil ongeveer 10.000 euro.”
Volgens Ad van den Hurk van Krone is een treintjes-schudder zeker een blijver. „Ze schudden net zo goed als een schudder op onderstel.” Freek Tel van Kamps de Wild ziet het anders. „Claas verkoopt geen treintjes. Het is een achterhaald concept. Dit model blijft bij lang transport over de weg bij de huidige hoge snelheden op termijn niet heel.”
Kverneland, Vicon en Deutz-Fahr hebben gezamenlijk een interessante oplossing voor het ‘kant’ schudden. „Hydraulisch worden aan één zijde de buitenste drie elementen onder een kleine hoek naar binnen en achteren versteld, waardoor het gras van de kant af wordt gegooid”, zegt Jelle Hospes van Kverneland. „We houden onze machines simpel qua bediening en proberen het onderhoud te optimaliseren met levensduur gesmeerde kogellagers. Hierdoor blijven alleen smeernippels aan de aftakas over zoals aan onze14 meterschudder. Dit scheelt toch snel twintig smeernippels.” De Hit schudder van Pöttinger draait inmiddels al weer enkele jaren mee en voldoet nog steeds prima.
Claas heeft voor het kantschudden een opklapbaar zwadbord en past ook voor de aandrijving van de elementen het onderhoudsarme ‘Permalink’ syteem toe. Dit bestaat uit robuuste slijtvaste gietstukken met groot contactoppervlak.
Kuhn heeft relatief kleine rotoren ten opzichte van zijn concurrenten. Deze rotoren hebben asymmetrische tanden (verschillende tandlengtes) die onder een grote schudhoek, 16 tot 18 graden, kunnen werken. Hierdoor wordt het gras ver weggeworpen. „Op deze manier krijg je een luchtig gewas met een constante verdeling. Het belangrijkste is dat het natte gras bovenop komt te liggen. Op een werkbreedte van10 meterhebben wij 10 rotoren waar anderen er maar 8 hebben en dat zie je terug in de aanschafprijs”, constateertErik Roelofsvan Reesink.
Als enige gebruikt Lely aan de Lotus-schudder haakvormige tanden die verschillende gewassen, seizoenen en toepassingen probleemloos de baas kunnen.
Harken
Bijna alle harken hebben twee of meer elementen en het verschil zit in de afleg van de wiers of zwad. Kuhn heeft een onderhoudsarme rotor met groter diameter van de curvebaan, waarbij gebruik wordt gemaakt van de ‘Masterdrive’ met rechte vertanding in plaats van de kwetsbare kroon en pignon. De tandarmhuizen zijn gemaakt van aluminium met natuurlijk een aanzienlijke gewichtsbesparing. Dit resulteert in een lagere belasting van de aandrijving en ophanging. „Door deze nieuwe ontwikkeling is het ons gelukt een hark met twee rotoren en zij-afleg op de markt te brengen met een werkbreedte van8,8 meter”, aldusErik Roelofsvan Reesink.
Krone-harken hebben een ‘Duramax’ onderhoudsvrije curvebaan met drie jaar garantie. „Zij-afleg is minder in trek dan de middenafleg”, stelt Van den Hurk. „Loonwerkers hebben duidelijk een voorkeur voor vier elementen. Met zijn simpele bediening is onze13,5 meterSwadro 1400 erg populair.” Kverneland, Vicon en Deutz-Fahr DF kiezen ook voor eenvoud in de bediening. Voor wie veel op transport moet, is het mogelijk grotere wielen aan het wielstel te bestellen en is de hark tevens uitgevoerd met zwaardere wielnaven voor het nemen van hindernissen zoals verkeersdrempels.
Claas harken hebben ‘Pro-Fix’ bevestiging aan de tandarmen. „De 21 spline as heeft amper speling en is eenvoudig te demonteren”, aldus Freek Tel van Kamps de Wild.
Duport komt met de nieuwe 852 en 972 Pöttinger 2 element hark op de markt met als grote voordeel een zeer robuust uitgevoerde en dubbele ondersteuning aan de tandarm.
Opraapwagen versus hakselaar
In het Noorden en in het Westen is de opraapwagen nooit weggeweest, daar is altijd minimaal vijftig procent met de opraapwagen geoogst. In het Zuiden was tot voor vijf jaar de opraapwagen helemaal verdrongen door de hakselaar vanwege een betere homogeniteit van het gras onder slechte omstandigheden.
„Inmiddels zijn de dubbeldoelwagens zoveel verbeterd, dat de snijkwaliteit vergelijkbaar is met hakselen”, legt Ad van den Hurk van Krone uit. De capaciteit van twee moderne wagens is vergelijkbaar of groter dan één hakselaar. Loonwerkers in het zuiden en oosten van het land hebben hun tweede of derde hakselaar die alleen gras hakselde veelal vervangen door twee dubbeldoelwagens. Dat zorgt voor lagere kosten, er is minder personeel nodig en de boer is tevreden met de capaciteit en de kwaliteit.”
Arie Dunnewind van Duport ziet de markt steeds meer verschuiven van hakselaar naar opraapwagen. „Een Pöttinger opraapwagen is minder gevoelig voor vreemde objecten in het gras, heeft minder slijtage en kost dus beduidend minder in het onderhoud dan een hakselaar.”
Tekst: Robert Welink
Beeld: Leveranciers