‘Nederlandse ruwvoerkoe moet centraal staan in nieuwe fokdoel’
Net als vijf jaar geleden stuurde CRV onlangs een enquête uit, waarin de leden hun oordeel mochten geven over het toekomstige fokdoel. Ook de Stichting Fokken voor Levensduur (SFL) doet door middel van een persmededeling een duit in het zakje. De SFL werd in 2018 opgericht door een aantal melkveehouders/fokkers en fokkerijadviseurs, om daarmee bij te dragen aan het verlengen van de levensduur van de Nederlandse melkveestapel.
Zorg toenemende productieverhoging
Het is de bedoeling dat het Nederlandse fokdoel dit jaar wordt geactualiseerd en de SFL roept op om daarbij oog te hebben voor de verbrede doelstellingen van de sector. De stichting spreekt over een groeiende zorg over de toenemende productieverhoging en de spanning die dat oplevert ten aanzien van de gezondheid en de levensduur van het vee. De melkveehouderij zal zich de komende jaren nog meer gaan richten op een combinatie van gezondheid, levensduur, efficiëntie en het sluiten van de kringloop.
Weiden en op eigen grond geteelde ruwvoeders
Weiden en het maximaal benutten van de op eigen grond geteelde ruwvoeders vormen een centraal thema, dat volgens de stichting helpt om de aanvoer van (krachtvoer)grondstoffen van buiten de bedrijfskringloop te verminderen. De fokkerij zou zich bij de herformulering van de fokdoelen dan ook moeten richten op een koe die zich onderscheidt door het vermogen veel ruwvoer efficiënt om te zetten in melk. En die tegelijkertijd op basis van een goede gezondheid en functionaliteit een lange levensduur behaalt.
Een ander type koe
De SFL wijst daarbij op kenmerken als graas- en vreetgedrag, ruwvoerefficiëntie, persistentie en laatrijpheid en een betere bestendigheid tegen wisselende omstandigheden. Dat vraagt om een daarop afgestemde functionele bouw, die een ander type koe zal opleveren. Het fokken van een voor Nederland geschikte ‘ruwvoerkoe’ zal nog wel het nodige onderzoek vragen. Er zal bijvoorbeeld onderscheid gemaakt moeten worden tussen ruwvoerefficiëntie en krachtvoerefficiëntie.
Tekst: Anne Hiemstra
Beeld: Ellen Meinen