Gunstig toerental bespaart brandstof
Het brandstofverbruik van een trekkermotor wordt in de productinformatie weergegeven met de waarde minimale specifieke brandstofverbruik in g/kWh. Deze waarde met afkorting Be wordt gebruikt als bewijs dat de motor zuinig is of zelfs zuiniger is dan die van de concurrent. Helaas valt hier nogal wat op af te dingen. Het specifieke verbruik geeft het minimaal gemeten verbruik van de motor weer. Variabelen bij het meten van het brandstofverbruik onder gelijke omstandigheden zijn het toerental en de belasting van de motor.
Bij één bepaald toerental en bij één bepaalde belasting bereikt de motor het genoemde minimale specifieke verbruik. Dit is bijna altijd bij een vollast situatie, want hierbij bereikt een motor zijn laagste verbruik. Hoe het verbruik bij deellast-situaties of andere toerentallen is, blijft vaak onvermeld. Juist het verbruik bij deellast is interessant, omdat een trekkermotor op een veehouderij niet langdurig vol wordt belast. In een zogenaamd ei-diagram kan het verbruik in deellast en vollast inzichtelijk worden gemaakt. Hierin is bij benadering voor elk toerental en elke belasting het specifieke verbruik af te meten.
Toerental omlaag
Een trekkermotor heeft tussen 1.900 en 2.200 toeren zijn maximale vermogen. Als de omstandigheid om het maximaal vermogen vraagt, moet met dit toerental worden gewerkt. Bijvoorbeeld tijdens het werken met een zware ploeg waarbij de maximale rijsnelheid gewenst is. Als het gevraagde vermogen lager is, dan kan het toerental van de motor naar beneden.
Bij de meeste trekkers is het brandstofverbruik het laagst rond het toerental waarbij de motor het hoogste koppel heeft. Dit is logisch, want de motor werkt op dat toerental het beste omdat hij daar het meeste kracht levert. Het maximale koppel bereikt de trekkermotor tussen 1.400 en 1.600 omwentelingen per minuut. Opschakelen naar een volgende versnelling of het inschakelen van de spaaraftakas is een goede oplossing om het toerental van de motor op het punt van maximum koppel te krijgen. Een bijkomend voordeel is minder motorgeluid in en buiten de trekker.
Test brandstofverbruik voermengwagen
Een in België uitgevoerde test toont aan dat brandstof kan worden bespaard bij het mengen van voer. De test werd uitgevoerd op een melkveehouderij met een New Holland T6050 (125 pk) met een Kuhn Profile 1480 voermengwagen. De trekker was voorzien van een installatie om het brandstofverbruik zichtbaar en meetbaar te maken. Tijdens de test gebruikte de trekker brandstof uit een buis die voorop de trekker was gemonteerd. De voerwagen was voorzien van een weegsysteem.
Elke test werd hetzelfde rantsoen gemengd. Het mengen duurde elke keert 7 minuten. Na die tijd werd de verbruikte hoeveelheid brandstof opgemeten. In totaal werden er vier manieren van mengen met elkaar vergeleken. De eerste test werd gewerkt met de aftakas in de normale stand. Het verbruik na 7 minuten mengen was0,515 liter.
De tweede test werd uitgevoerd met de aftakas in de spaarstand. De trekkermotor draaide hierdoor een lager toerental en verbruikte0,47 liter. Het inschakelen van de spaarstand van de aftakas zorgde dus voor een brandstofbesparing van ruim acht procent.
Gevolgen voor kwaliteit
Tijdens de derde test werd de volgorde van het laden van de voerwagen veranderd. Als eerste werd er maïs in de voerwagen geladen voordat het gras werd toegevoegd. Het mengen van het lange gras (snijlengte 50-60 millimeterkost meer vermogen dan het mengen van het korte maïs. Door het langere gras later toe te voegen, wordt brandstof bespaard en bleef het verbruik beperkt tot0,43 liter.
Bij de laatste test bleef de aftakas in de eco-stand, maar werden de messen van de voerwagen ingeschakeld. Een baal gras werd geladen in plaats van kuilgras. Het verbruik steeg naar0,50 literna 7 minuten mengen.
Een kanttekening die bij deze resultaten kan worden gemaakt, is dat het resultaat van het mengen niet te lijden moet hebben onder de poging tot brandstofbesparing. Naast de geteste mogelijkheden is het handig om alle componenten van het rantsoen op te slaan in de buurt van de plek waar de voerwagen wordt geladen. Dit reduceert de laadtijd. Een ander handig systeem is een weegsysteem op de bak van de shovel die de voerwagen laat. Hierdoor kan tijdens het volscheppen van de bak de juiste hoeveelheid worden afgewogen. Dit voorkomt heen en weer rijden.
Spaaraftakas
De spaar- of ecostand van de aftakas is een extra schakelmogelijkheid die er voor zorgt dat het gewenste aftakas-toeren al bij een lager motortoerental wordt bereikt. Dit motortoerental ligt in de buurt van het toerental waarbij de motor het maximale koppel heeft. In de normale aftakasstand draait een trekkermotor ongeveer 2.050 omw./min. en draait de aftakas 540 of 1.000 omw./min.
Als de spaarstand is ingeschakeld, draait de motor 1.550 omw./min. bij 540 of 1.000 omw./min. aftakastoeren. Werkzaamheden waarbij bijna altijd op spaaraftakas kan worden gewerkt zijn schudden, harken en kunstmesttrooien. Oudere trekkers zijn vaak niet uitgevoerd met dit systeem. Let hierop bij aankoop van een nieuwe of gebruikte trekker.
Specifiek verbruik
Het specifieke verbruik wordt uitgedrukt in g/kWh. Dit cijfer geeft het verbruik van de motor weer in grammen die hij nodig heeft om gedurende een uur een kW aan vermogen te leveren. Met deze waarde kan het verbruik van een trekker in een bepaalde situatie worden berekend.
Een trekker staat voor de pomp van de beregening die een constant vermogen vraagt. In die situatie levert de trekker 50 kW en heeft bij die situatie (belasting en motortoerental) een verbruik van 250 g/kWh. Per uur verbruik deze trekker dan 250 maal 50 =12.500 gramdiesel. Het soortelijk gewicht van de gebruikte diesel is 830 g/l. De trekker verbruikt dan 12.500 / 830 =15 liter/ uur.
Tekst: Erik Roelofs
Beeld: Erik Roelofs, Ellen Meinen